Direct naar artikelinhoud

Duikboot ligt al eeuw op de bodem van de Noordzee

Een unicum. Zo wordt de vondst van de UB II-duikboot voor onze Belgische kust genoemd. Nooit eerder werd een duikboot uit de Eerste Wereldoorlog zo intact teruggevonden. Meer dan waarschijnlijk zijn ook de 23 lichamen van de bemanningsleden nog aan boord.

In januari merkte onderwaterarcheoloog Tomas Termote het voor het eerst op: die sigaarvormige verkleuring die in de buurt van Oostende te zien was op de bodemscans die geregeld voor de kust worden uitgevoerd. Na maandenlang onderzoek dook hij afgelopen zomer een eerste keer. 30 meter diep. "Je weet het pas zeker eenmaal je echt duikt", zegt hij. Wat Thomas toen zag, sloeg hem met verstomming. Een Duitse duikboot uit 1917 lag op de bodem van de Noordzee. Van het type UB II. En vooral: op een stuk van het voorschip en de bovenste buis na, nog helemaal intact. 27 meter lang, 6 meter breed en met voorsprong het best bewaarde wrak van dat type.

Maar er was meer. Ook alle luiken bleken nog dicht. En dat wijst erop dat niemand eerder naar het wrak dook. Maar ook dat de lichamen van alle 23 bemanningsleden en de munitie nog aan boord zijn. "En dat zal wellicht zo blijven", licht Termote toe. "Het is een zeemansgraf. Het is zelfs niet de bedoeling dat we erin gaan. Het wrak zit vol zand. Bovendien is het financieel amper haalbaar om de boot te bergen. En dan nog, stel dat hij aan land raakt, dan is het bijzonder moeilijk om hem te conserveren."

Flandern Flotille

Dat het om een Duitse onderzeeër gaat, is duidelijk. De lengte en breedte van het geheel, de kleine afmetingen van de toren - die ook nog steeds intact is - de dubbele schroefaandrijving, 8,8 centimeter-geschut en drie luiktoegangen zijn doorslaggevende kenmerken van een UB II-type. Het blijft alleen gissen welke het nu precies was. Dat moet verder onderzoek uitwijzen. Twijfel bestaat nog tussen drie duikboten: de UB-27, de UB-29 of de UB-32, gebouwd in Kiel of Hamburg. Ze maakten deel uit van de Flandern Flotille, de vloot van de Duitse marine die de Belgische kust - een van de zwaarst bewapende in die periode - moest beschermen. Het was ook de eenheid die de geallieerden de meeste verliezen toebracht. De Flandern Flotille bestond tussen 1915 en 1918 uit 18 U-boten van het type UB II. 13 ervan zijn gezonken. Het nu is al de elfde Duitse onderzeeër die in Belgisch zeegebied wordt gevonden.

Waar de boot precies werd ontdekt, blijft geheim. Kwestie van avonturiers en plunderaars niet op gedachten te brengen. Wel staat vast dat hij op een vaarroute ligt. Daardoor blijft het wrak automatisch bewaakt, aangezien niemand ongezien het gebied bevaart. Dat de bovenste buis leeg was, kan er op wijzen dat de onderzeeër op de terugweg was naar Zeebrugge. Of dat hij ontsnapt was aan een eerdere aanval. De beschadigingen aan de boeg wijzen dan weer op een ontploffing door een zeemijn. Mogelijk ligt dat ook aan de oorzaak van het zinken.

Inmiddels is de Duitse ambassade ingelicht. "We wilden niet dat ze dit via de media vernam", zegt gouverneur Carl De Caluwé. Er wordt ook een dossier opgemaakt om het wrak te beschermen. "Dat is aan staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open Vld). Het wordt dan mogelijk om naar het wrak te duiken, om de unieke vondst te bezichtigen. We vragen UNESCO ook om de duikboot te erkennen."