Direct naar artikelinhoud

Crimi cowboys

Canvas, vrijdag 10/5, 22u15

Sinds de Academy Awards van 2008 behoren de gebroeders Ethan & Joel Coen tot de weinige filmmakers die ooit met drie aparte Oscars voor dezelfde film naar huis mochten. Voor hun bikkelharde neowestern/neonoir-thriller No Country for Old Men kregen ze elk een beeldje als producent (voor beste film), als regisseur en als scenarist (voor beste adaptatie van de gelijknamige roman van Pulitzer Prize-winnaar Cormac McCarthy).

Anno 1980. Een jager vindt in wat misschien ooit de prairie werd genoemd, maar nu voornamelijk oogt als een troosteloos stuk Texaanse woestijn, enkele met kogels doorzeefde auto's en een heleboel lijken. Plus een lading drugs en wat verderop een tas boordevol dollars. Duidelijk het decor van een drugsdeal die uit de hand is gelopen. De man, Llewelyn Moss (rol van Josh Brolin), gaat er met het geld vandoor, maar is er zich natuurlijk wel van bewust dat hij daardoor van jager veranderd is in prooi. De zeer koudbloedige huurmoordenaar Anton Chigurh (duivelse vertolking van Javier Bardem) raakt hem snel op het spoor. En die hitman - met een van de mafste haarkapsels uit de recente filmgeschiedenis - is niet de enige. In de marge van deze onverbiddelijke jacht - waarbij heel wat slachtoffers vallen, want gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats - mijmert de ouder wordende sheriff Bell (een ingetogen Tommy Lee Jones) over heden en verleden. Dit soort geweld, veroorzaakt door de drugshandel en de veranderende zeden, is duidelijk niet meer aan hem besteed. Opmerkelijk detail: alhoewel Moss, Chigurh en sheriff Bell gedurende het hele verhaal op een of andere manier achter elkaar aanzitten, komen ze op geen enkel moment in de film samen in beeld.

De Coens vertellen dit verhaal van noodlottig en bloederig geweld, morele desintegratie, (on)schuld en boete, op een rustige, efficiënte manier: erg spannend en dreigend. De weidse landschappen, subliem gefotografeerd door Roger Deakins, zijn de kille getuigen. De ironie waarvan veel van hun eerdere films doordrongen waren, is sarcasme geworden. Straffe cinema, maar keihard. En kil als de dood.

Met No Country for Old Men scoorden de Coens niet alleen een opmerkelijke Oscartriomf, maar ook hun grootste commerciële succes tot dan toe in hun thuisland. Sindsdien deden ze nog beter met hun remake van True Grit. (Jan T.)