Direct naar artikelinhoud

'We moeten meer plezier maken op het werk'

Stress vreet te veel van onze werkvreugde op, vindt CEO Saskia Van Uffelen van IT-bedrijf Bull. Ze heeft de hele werkvloer herontworpen, om van het kantoor een warme thuishaven te maken. 'Gelukkige werknemers presteren beter.'

Nauwelijks papier op de bureaus, geen rinkelende telefoons. De nagelnieuwe kantoren van Bull stralen rust, evenwicht en controle uit. Iedereen werkt in een open ruimte. Alles gaat digitaal. Bedrijfspresentaties worden niet meer geprint maar op grote schermen tegen de muur afgespeeld. Bellen doe je in hippe telefoonstoelen die de geluidsoverlast wegnemen. In het midden van de ruimte staat een open keuken, en even verderop een kickertafel.

"De kickertafel is een van de vele kleine zaken waarmee we de 'moral' in het bedrijf willen opkrikken", legt topvrouw Saskia Van Uffelen uit. "Door de crisis lopen we er in onze samenleving allemaal bedrukt bij. De mensen zijn moe. We krijgen veel slecht nieuws over ons heen, we feesten te weinig. Als een van onze teams een succes geboekt heeft, spelen de teamleden een spelletje kicker om dat te vieren. Dat feestje mag gerust ergens in de namiddag plaatsvinden. Een gezonde dosis ontspanning na de inspanning."

Als CEO van 350 werknemers denkt ze veel na over de bedrijfscultuur. Counterstrain, een coachingbureau voor topmanagers, zette haar deze week nog in de bloemetjes voor "haar waardegericht leiderschap in de praktijk". Van Uffelen: "Onze nieuwe kantoren zijn maar een stukje van het geheel. Een fout die veel ondernemers maken: 'We gaan onze manier van werken veranderen, dus verhuizen we of we herschilderen alles en daarmee is de kous af.' Maar zo werkt het niet. Als je de 'mindset' van de medewerkers wilt veranderen, is dat een werk van lange adem."

Van Uffelen streeft naar een warme bedrijfssfeer waarin alle generaties zich thuis kunnen voelen. Ze onderscheidt er vier. "Je hebt de babyboomers, dan de generatie X van dertigers en veertigers en de jongste medewerkers, de generatie Y. In 2010 hebben we ons de vraag gesteld: is onze organisatie klaar om de komende generatie, de generatie Z, erbij te nemen? Dat zijn de jongeren die over een jaar of vier op de arbeidsmarkt komen."

Goed people management houdt rekening met elke generatie, vindt Van Uffelen. "Het komt erop aan dat de ouderen hun loopbaan stapsgewijs verder kunnen opbouwen en hun rijke ervaring overdragen. Voor de dertigers en veertigers is het behalen van certificaten (IT-diploma's, EV) een doel. De generatie Y vindt projectervaring belangrijk. Die groep moet je om de zes of negen maanden een nieuw project kunnen geven. Die willen dit, die willen dat. Voor al die verschillende motivaties moet je als organisatie oog hebben."

War on talent

Bull bouwt IT-systemen voor bedrijven en instellingen zoals de Europese Commissie en de NAVO. Een groot deel van het personeel is dus vaak op de baan bij klanten. De werknemers hebben geen vaste plaatsen, behalve de mensen die elke dag op kantoor moeten zijn. Iedereen heeft wel een eigen 'locker', zoals in het zwembad of de fitness.

Van Uffelen geeft het personeel vrijheid. Thuiswerk is meestal mogelijk, de meesten hebben geen vaste uren. Ze beoordeelt het personeel niet op de gepresteerde uren maar op de bereikte resultaten. Om drie uur even boodschappen doen in de supermarkt moet kunnen, vindt ze, zolang dat de dagtaak niet belemmert. "Als er een panne is, dan moet de reparateur uiteraard meteen beschikbaar zijn. Maar op 1 september, de eerste schooldag, mag iedereen van mij te laat komen."

Wat als die vrijheid misbruikt wordt of het feestje aan de kickertafel uit de hand loopt? "De sociale correctie gebeurt vanzelf, via de groep", antwoordt de CEO. "Dat is het voordeel van meerdere generaties aan boord te hebben. Dat werkt een beetje zoals in een grote familie."

De kantoren benaderen de oude droom van Microsoftstichter Bill Gates, de papierloze werkomgeving. "Als IT-bedrijf moet Bull voluit de kaart van de digitalisering trekken, vind ik. Maar dat is een cultureel proces, ook bij mij. Ik betrap mezelf erop dat ik nog documenten afdruk. Maar onze accommodatie helpt wel."

Bull werkt in een sector waar de 'war on talent' hevig woedt. IT-consultants springen van project naar project en wisselen om de haverklap van werkgever. Jonge informaticatoppers krijgen al een jaar voor hun afstuderen een contract aangeboden. De economische crisis heeft de wedloop om het schaarse talent niet veranderd.

"Ik heb daar een wat tegendraadse visie op. In plaats van op zoek te gaan naar het schaap met twaalf poten, verkies ik drie schapen met vier poten Zo haal je toch alle nodige competenties in huis. De twaalfpotige - de super-IT-architect die alles kan en weet - die vind je niet. En als je hem toch vindt, kun je hem niet houden, want hij wordt weggekocht. De helft van de mensen die hier werken, heeft geen technologische achtergrond. Ik ook niet. Je hebt geen IT-opleiding nodig voor marketing of om als manager mensen aan te sturen. Voor programmatie wel, en dan nog. Veel jongeren leren dat op hun eentje tijdens het weekend, via het internet. Mensen die tegen een stootje kunnen en innovatief en creatief zijn, dát zijn de profielen die je moet zien te integreren in je organisatie."

Geld is niet de belangrijkste drijfveer voor de jongere generatie, zo concludeert Van Uffelen uit selectiegesprekken. "Ze kijken of het hier aangenaam is om te werken. Wat is de 'look & feel' van het kantoor, is het gelegen in een groene omgeving, gaat het om een duurzaam gebouw? Voor de jongeren wegen die niet-financiële criteria minstens zo zwaar als de 'package' die erbij komt. De emotionele vergoeding is dus zeker zo belangrijk als de financiële vergoeding. Het is voor hen ook belangrijk dat het bedrijf energie en 'drive' uitstraalt. Dat is een aantrekkingspool bij de rekrutering. Al mag je niet te veel in vakjes denken. Er zijn ook ouderen die jong van geest zijn en voor wie dat ook geldt. Jongeren leven in het nu. Ze willen nú een goed leven. Terwijl vorige generaties dachten: 'We gaan genieten van het leven als we gepensioneerd zijn.'"

Kameleons

Jonge werkenden in Europa zullen wellicht minder welvaart kunnen opbouwen dan de vorige generaties. Zit de crisis in hun hoofd? "Ze zijn als kameleons, ze passen zich aan", antwoordt Van Uffelen. "Ze gaan na hun studies op reis naar India. Weer: ontspannen na de inspanning. Hun beperkte budget maakt hen niets uit, ze passen gewoon hun levensstijl aan. Mijn generatie ging er nog van uit dat je na je studies meteen werk moest zoeken. Het is de eerste generatie die het minder goed zal hebben dan hun ouders. Maar dan blijven ze langer thuis wonen, en ze wachten langer voor ze met een eigen auto rijden. Ik zie dat ook aan mijn eigen kinderen. Ze passen zich aan aan de wereld rondom zich. Op dat gebied maak ik me geen zorgen. We moeten natuurlijk op een bepaald moment wel weer een economie krijgen die draait. In België - hout vasthouden - valt het nog mee. Maar de jeugdwerkloosheid in bijvoorbeeld Spanje is gigantisch groot. Dat is een zwarte wolk die boven ons hangt."

Welke rol ziet ze voor zichzelf weggelegd? "Vroeger stond de baas bovenaan de piramide, daaronder het management, enzovoort. Nu hebben we meer een pannenkoekorganisatie (platte hiërarchie waarbij de teamleden om beurten de leiding nemen, EV), waar ik deel van uitmaak. En zelfs dat verandert. De jongere generatie zegt mij: 'Laat ons doen, maar wees beschikbaar als we je raad nodig hebben.' Leiderschap is in dat geval niet voor de troepen lopen, maar erachter staan."

Bull België-Luxemburg is onderdeel van een Franse multinational. Toen de bazen uit de regio Parijs langskwamen in de nieuwe Brusselse kantoren, moesten ze toch even wennen. Het warme huisgevoel is een Belgisch concept dat Van Uffelen ontwikkeld heeft. In Frankrijk gaat het er traditioneler aan toe. Franse bedrijven staan ook bekend om hun strakke hiërarchie, met de 'PDG' als een baas met patriarchale trekjes. "De Franse managementcultuur is inderdaad piramidaler", bevestigt Van Uffelen. "Ze stelden bij hun bezoek veel vragen en keken raar op. Een managementlunch organiseren we hier op een plaats waar de rest van het personeel voorbijloopt. In Frankrijk gebeurt dat altijd in een afzonderlijke zaal. Maar ik vind dat belangrijk. Om de interne communicatie te vergroten, moeten de mensen ook met het management kunnen spreken."