Direct naar artikelinhoud

Oude dans krijgt derde adem

In de Antwerpse Bourlaschouwburg ging woensdagavond IT 3.0 in première. Wim Vandekeybus en Sidi Larbi Cherkaoui brengen - voor de tweede maal - een herinterpretatie van hun originele IT-dansvoorstelling. En dat terwijl muzikanten Roland Van Campenhout, Elko Blijweert en Jeroen Stevens het verhaal vertellen van een geest die zich kan verplaatsen in alle levende wezens.

Le vif du sujet is een van de leukste onderdelen van het Festival van Avignon. Het idee is simpel: aanstormend talent vraagt een rijpe choreograaf om voor hem/haar een solo te maken. In 2002 vroeg Sidi Larbi Cherkaoui die gunst aan Wim Vandekeybus. Samen, bijgestaan door een ezeltje, maakten ze IT, een prachtwerkje. Bijna tien jaar later, nu ook Sidi Larbi het gemaakt heeft als choreograaf, keren ze terug naar het materiaal van toen.

Dat doen ze niet voor het eerst. In 2003 maakten ze al een tweede versie van dit werk. Toen was het ezeltje er alleen virtueel bij, via filmbeelden. Vandekeybus bleef ook in de coulissen toekijken. De choreografie bleef dicht bij het origineel. Voor IT 3.0 is dat wel even anders. Vandekeybus danst nu zelf mee, het ezeltje daarentegen is maar heel even te bespeuren tijdens de filmbeelden die ook nu weer de revue passeren. Dat verandert de hele opzet van het stuk.

Onlogisch is die stap niet. Niet alleen omdat een perfecte reenactment van een oud stuk toch nooit helemaal lukt en het soms dus beter is om een oud werk van de grond af te herbedenken. IT was echter ook gebaseerd op The Circular Valley, een intrigerend verhaal van Paul Bowles. Dat gaat over een geest, Atlajala, die rondwaart in een vallei waar een oud klooster staat. Hij kan zich verplaatsen in alle levende wezens, en zo hun ervaringen delen en beïnvloeden. De ezel van in de oerversie was een van die wezens. Hij ‘vertelde’, via luidsprekers op zijn rug, het verhaal van de geest.

Vandekeybus koos dat verhaal destijds omdat hij zo onder de indruk was van de wendbaarheid van Sidi Larbi. “Hij is erg sterk in transformaties. Hij kan spelen met verschillende energieën en kwaliteiten.” Waarvan akte: het was alsof bewegingen over Sidi Larbi rimpelden als grillige golfjes op een wateroppervlak. Zijn ledematen bewogen alle kanten op alsof ze nauwelijks tot hetzelfde lichaam behoorden. Precies wat je je voorstelt bij een geest die slechts gedachte, geen materie is.

Deze keer wilden beide choreografen samen verschillende facetten van de geest tonen. Ze selecteerden daartoe andere fragmenten uit het verhaal: hoe een monnik bezeten wordt door de geest, hoe rovers bezit nemen van het klooster, of ten slotte hoe een jong paar er is verzeild geraakt en de geest verliefd wordt op de geest van de vrouw. Het vertellen lieten ze deze keer over aan een driekoppige band, die tijdens het musiceren ook het verhaal brengt. Een fantastische band trouwens: gitarist en verteller Roland Van Campenhout, gitarist Elko Blijweert en percussionist en later ook verteller Jeroen Stevens creëren ondanks de beperkte bezetting een suggestief klanktapijt, maar geven af en toe ook van jetje.

Dat doen ze eigenlijk vooral als Vandekeybus aan zet is tijdens de voorstelling. Het grondstramien van deze avond is nog steeds gebouwd rond de wonderlijk sierlijk-grillige bewegingen van Sidi Larbi, maar die krijgen nu een repliek van Vandekeybus. Die beschikt echter over een heel andere motoriek: bruusker, energieker, en vooral veel extraverter. De taal van Sidi Larbi lijkt vooral voort te komen uit een aandachtig luisteren naar een innerlijke stem. Vandekeybus waagt zich daarentegen al eens, een en al impulsiviteit, aan de rand van het podium waar hij driftig tekens uitstuurt naar het publiek.

Je leest in zo’n dansante dialoog natuurlijk zo’n beetje wat je wilt. Bovendien, er wordt behoorlijk wat geïmproviseerd hier, want beide heren hebben zo’n drukke agenda dat er maar weinig in detail vastgelegd werd. Toch werkt dat wonderlijk goed. Om te beginnen evoceren beiden in hun keuze van bewegingen vaak toch iets van de tekst. Soms doen ze dat op een vrij komische manier. In de passage van de rovers imiteren ze bijvoorbeeld overduidelijk een pistoolgevecht. Ze legden ook een paar sleutelmomenten in het traject vast. Zo is Vandekeybus in het begin van het stuk opzichtig aan het borstkloppen, en deelt hij meppen uit aan de meditatief wiegende Sidi Larbi. De band onderstreept dat met heftig drumwerk. Maar onverwacht keren plots de rollen om en deelt Sidi Larbi een lel uit.

Slim is ook hoe ze de wederkerigheid tussen hun beiden illustreren met filmbeelden van de tweede versie van het stuk. Vandekeybus eindigt zo na een schermutseling op een verhoog tegen het filmdoek achter het podium. Daar lijkt plots een geest uit zijn hoofd te ontsnappen. Algauw merk je dat het om gemanipuleerde beelden van de voorstelling uit 2003 gaat: het lichaam van Sidi Larbi tolt er over het doek in alle richtingen, nu eens als een veraf stipje, dan weer in close-up. Het is een mooie manier om het originele werk terug aanwezig te stellen en tegelijk het eigene van deze nieuwe interpretatie te tonen. Jammer dat het slechts bij vier voorstellingen zal blijven.

IT 3.0, nog tot en met zaterdag in Toneelhuis, Antwerpen