Direct naar artikelinhoud

Rijke industrielanden dreigen arme landen af op VN-klimaattop in Durban

Wie dacht dat een wereldwijd klimaatakkoord zo lang op zich laat wachten omdat diplomatiek onderhandelen tijd vergt, heeft het mis. Intimidatie, dreigementen en een neerbuigende verdeel-en-heershouding van rijk tegenover arm is de huisstijl in het Zuid-Afrikaanse Durban. Intussen drijft de EU de druk op.

Op de VN-klimaattop in het Zuid-Afrikaanse Durban zit het er na amper een week onderhandelen al bovenarms op nu blijkt dat de EU wel degelijk op een harde lijn blijft staan. De EU weigert een tweede verbintenisperiode aan te gaan voor het Kyotoprotocol, dat rijke landen CO2-reductie oplegt, tenzij China en andere grote groeilanden even concrete afspraken maken.

Japan, Rusland en Canada stappen sowieso al uit de Kyoto-akkoorden, die eind volgend jaar aflopen. De VS ratificeerden het niet eens. Daardoor komt de EU lijnrecht te staan tegenover de groeilanden en ontwikkelingslanden. Die eerste groep, waaronder naast China ook India, Brazilië, gastland Zuid-Afrika en Mexcio, willen eerder vrijwillige engagementen aangaan.

De ontwikkelingslanden eisen dat de rijke industrielanden hun Kyoto-afspraken verlengen als minimale garantie dat de in historisch opzicht grootste uitstoters de rekening vereffenen waarvoor veel arme landen betalen. Het is vooral in die landen dat de klimaatverandering nu al haar tanden laat zien.

Tot nu was de EU in de klimaatonderhandelingen, die al twintig jaar aanslepen, de gematigde bruggenbouwer die zelf de grootste inspanningen levert. EU-commissaris voor Klimaatactie Connie Hedegaard liet voor de start van de top al weten dat dat niet langer kan. "Wij leiden, het is aan de anderen om nu te volgen."

Lichtpunt zou momenteel wel zijn dat er met China te praten valt. "Wij willen dat, als de groeilanden nu geen concrete afspraken kunnen maken, ze minstens vastleggen wanneer ze dat wel zullen doen", zegt Isaac Valero-Ladron, EU-klimaatwoordvoerder. Een verklaring van onder meer de Chinezen in die richting zou mogelijk zijn.

Hoe dat volgende week afloopt is onmogelijk te voorspellen. De diplomaten die de Chinese bereidwilligheid meldden willen niet eens met naam genoemd worden.

Maar dat wil niet zeggen dat het er in de slepende onderhandelingen tussen rijke landen en ontwikkelingslanden altijd even beheerst en beschaafd aan toe gaat.

Een nieuw rapport van de World Development Movement (WDM), gebaseerd op exclusieve getuigenissen van onderhandelaars over de vorige edities, bulkt van de voorbeelden die wijzen op intimidatietechnieken en werpt meteen een schaduw op de lopende onderhandelingen.

Het gaat om zowel dreigementen met zware financiële consequenties als pesttactieken die de ontwikkelingslanden organisatorisch uit elkaar spelen. Een voorbeeld dat geciteerd wordt is hoe op de top in Kopenhagen in 2009 de VS en Groot-Brittannië openlijk claimden dat ze klimaatfondsen voor de ontwikkelingslanden zouden opblazen als zij zich niet neerlegden bij een voorstel voor vrijwillige CO2-reducties. "De VS zeiden dat Bolivië en Ecuador naar hun centen konden fluiten omdat ze zich verzetten tegen het voorstel. Connie Hedegaard zei dat vooral de kleine eilandstaten zouden luisteren omdat zij de klimaatfondsen het hardst nodig hebben", zo staat in het rapport.

Een diplomaat getuigt: "Wij komen er nauwelijks aan te pas. De meetings zijn zodanig georganiseerd dat wij enkel op het einde onze handtekening moeten zetten en dat de anderen beslissen wat de rol van ons land zal zijn." Zo gingen de Bolivianen op een cruciaal moment in op een aparte meeting onder voorwaarde dat er ondertussen geen plenaire stemming zou zijn. Drie minuten later verzamelden enkele leidende industrielanden de anderen en werd er wel degelijk gestemd.

Een uur voor een handtekening

Ook geheime meetings tussen de industrielanden die lastminuteakkoorden baren zijn volgens het rapport schering en inslag. Er is sprake van zo'n deal in Cancun, de Mexicaanse locatie van de vorige editie, waarbij de ontwikkelingslanden een uur de tijd kregen om hun handtekening te zetten.

Een collega zegt: "In Cancun hebben de industrielanden een nieuw vergadersysteem opgezet dat unfair is en absoluut de procedures niet volgt. Mocht dit in de Fifa gebeuren zou de hele wereld geschandaliseerd zijn."

Er is verder sprake van onderhandelaars voor ontwikkelingslanden die, wanneer ze te sterke standpunten innemen, "plots om de een of andere reden uit delegaties moeten opstappen, hun post verliezen of op andere manieren monddood gemaakt worden, vaak het resultaat van een of andere vorm van omkoperij."

"Wanneer die tactieken die in Kopenhagen en Cancun zo duidelijk waren ook in Durban gelden, dan zullen de rijke landen erin slagen zich te ontdoen van Kyoto en van een eerlijke bijdrage aan klimaathulp. Het ziet er nu al naar uit dat dat het geval is", zegt WDM-onderzoeker Murray Worthy vanuit Durban.