Direct naar artikelinhoud

Evi van Acker

Zeilster Evi Van Acker (26) heeft een 'bucketlist'. Op een verfrommeld stuk papier zijn al aangevinkt: Europees kampioen en eerste op de wereldranglijst worden. Straks, in Londen, maakt ze jacht op dat ontbrekende vinkje: olympisch goud. Gejaagd door de wind: een machomeisje met nagellak. 'Ik ben meer bitch geworden.'

Het is opvallend in Zeebrugge, op de basis van de Royal Belgian Sailing Club: hoe alles draait om Evi Van Acker. De drie atleten voor de Spelen in Londen worden voorgesteld. Er zijn journalisten, vrienden, zeilers en een handvol bobo's. Blinkend goud om de pols, een beetje baard, en een zeilbootje vastgepind op de blauwe blazer. In yachting heerst nog etiquette. Er is veel applaus. Voor Sigrid Rondelez, de surfster, voor Wannes Van Laer, de zeiler, en voor Evi Van Acker, de chouchou.

Zij moet het gaan doen in Londen, Evi Van Acker. De bekende blondine. Het volwassen meisje met haar 'Lucky Duck', die talisman zat jaren in haar zwemvest.

Misschien is ze wel de enige atlete van de ruime Belgische delegatie van wie echt heel veel verwacht wordt. Ryckeman, Hellebaut, Lejeune, Clijsters, Boonen, Van Snick, ze komen na Van Acker. Favorieten, dat wel, maar de naam Van Acker is met goud omrand. En dat zorgt voor druk. "Mijn kansen op een medaille zijn reëel", zegt ze. "Ik heb overal al medailles gepakt. Ik ben kandidaat, dat zeker. Een vijftal vrouwen strijden om de prijzen. Ik ben erbij en ik ben er klaar voor."

Onhoudbaar

Ze praat sneller dan de wind waait. Verbaal onhoudbaar, alsof de woorden elkaar inhalen. Zo is ze. En zo zal ze altijd zijn: recht door zee. Een joviale en innemende jongedame. Op z'n Hollands ook. Van Acker woonde vier jaar in Amsterdam. Ze kwam terug met een diploma scheikunde.

Ook haar discours houdt steek. Geen eindeloos gebral, maar de juiste toon, de juiste woorden, op het juiste moment. Een sterke vrouw, zo lijkt het. Ook fysiek. Geen armatuur van gewapend beton zoals een bokser, maar ook niet dat frêle van een gymnast. Van Acker stáát er. Rust straalt ze niet uit, maar ook geen onrust. Beetje zen, klaar voor de ultieme race in het Britse Weymouth. Het slotstuk van een intens proces. In de voorbereiding op Londen is ze nooit haar laserscherpe focus verloren.

Mental coach Jef Brouwers weet wie Evi Van Acker is. Hij kent de psyche van de toppers. Hij weet hoe ze denken, hoe het brein is ingesteld op niks dan winnen. "Als je wilt weten wie of wat een échte topsporter is. Hier is ze: Evi Van Acker." Wat bij Brouwers telkens terugkeert als hij over Van Acker praat is de enorme ernst, de hang naar succes en het excelleren. In de boot, aan wal, of op haar bureau: willen winnen. Ze stelde ooit een lijstje op, een bucketlist. Een verfrommeld papiertje met haar sportieve doelen. Van nationale Optimistploeg naar deelname aan het EK, naar overstappen naar de olympische Radial-klasse naar eerste op de wereldranglijst. Twee doelen zijn nog niet aangevinkt: wereldkampioen en olympisch kampioen. En daarvoor moet alles wijken.

Ze zegt het zelf, Evi: "Alles staat in het teken van zeilen. Alles. Tot mijn relatie aan toe. Sport komt op de eerste plaats, maar je kiest ook voor elkaar. Op liefde staat geen plaats of tijd.

"Mensen weten niet altijd wat de zeilsport eigenlijk allemaal inhoudt. 'Bootje varen', wordt gedacht. 'Lekker op het water.' Dat is het niet. Topsport, dat is trainen, eten en slapen. Maar dat voelt zo natuurlijk voor me aan. Ik ben ook een gezondheidsfreak. Vaak ben ik per maand maar een paar dagen thuis. Mijn koffer hoef ik niet uit te pakken. Gewoon laten staan, tot ik weer vertrek. En toch heb ik niet het idee dat ik veel dingen opoffer."

Coach Wil Van Bladel heeft bewondering voor zijn pupil. Hij weet waartoe Van Acker in staat is, maar hij weet ook dat er grenzen zijn. "Ze moet mens blijven. Evi is een jonge vrouw van 26 jaar. Ze kan niet naar de disco, ze drinkt geen alcohol. Dat bijzondere leven is niet alledaags. Het is geen robot."

Ratrace

Van Acker komt uit Zaffelare, maar is de dorpsgrenzen al lang overstegen. Om u een idee te geven dat haar leven gejaagd is door de wind. Sinds eind juni vorig jaar trok de Oost-Vlaamse naar Helsinki, Weymouth, Perth, Miami, Cadiz, Palma, Hyères en wederom Weymouth. Of het nu om te trainen is of voor een wedstrijd, de boot staat zelden stil. Het is een nooit aflatende ratrace richting edelmetaal. De medaille als zoenoffer.

"Ik mis de kleine dingen. Ik ben meter van mijn neefje, hij groeit als kool. Ik wil hem zien, maar dat gaat zo moeilijk. Op z'n kamer hangt een klein haakje. Voor de medaille die ik - hopelijk - meebreng uit Londen. Ga ik naar een feestje? Dan rijden mijn vriend en ik apart. Lang kan ik nooit blijven. Altijd eerder vertrekken. Het is niet leuk, maar het móét. Er komt straks wel een leven na de sport. En is de goesting weg, dan stop ik ermee. Bellen, Skype, Facebook, het is vaak behelpen om contact te houden. Een moeilijk evenwicht is het. Ik gahet geen twintig jaar meer volhouden."

Dat topsport voor Van Acker natuurlijk aanvoelt, is net haar kracht. Haar leven ligt vast. Routine als ankerpunt, altijd al geweest. Ze leeft op het ritme van het schema: trainen-rusten. Of dat nu fietsen, lopen, zwemmen is of het beulenwerk in het krachthonk. Het gebeurt niet altijd met de glimlach, maar het gebeurt wel. "Ik ben een routinebeest. Als mens ben ik bijzonder georganiseerd, maar ook als atlete of als student. Een studiewerk is de dag voordien klaar, niet de dag zelf. Nooit last minute, nooit. Mijn leven moét gepland zijn, dat voel ik."

Kracht en zwakte

Dat punctuele bestaan is haar kracht. Maar tegelijk ook haar zwakte. In 2007 staat er geen maat op Evi Van Acker. In de Laser Radial-klasse zeilt ze het hele deelnemersveld naar de verdoemenis. Aan de zijde van coach Van Bladel. Maar het liep goed fout, plots. "Ik regelde alles zelf. Ik had geen fysieke of mentale ondersteuning. Wat waren de fysieke vereisten voor de klasse waarin ik zeilde? Inschatten was moeilijk. Wie kon mij daar bij helpen? Geen idee.

"Ik dacht goed bezig te zijn, maar brandde mezelf eigenlijk hélemaal op. Zonder het te weten: compleet overtraind. Dat uitte zich in alles. Ik kon amper nog eten. Mijn darmen vielen stil, ik moest overgeven. Rotslecht voelde ik me. Constant ziek in bed. Ik werd een half jaar voor de Spelen in Peking bestempeld als favoriet, maar ik zat er compleet door. De dokters vonden geen oorzaak."

Ze zegt het niet luidop, maar de diagnose was duidelijk: burn-out.

Coach Van Bladel: "Haar hartslag ging niet meer boven de 160. Terwijl die in normale omstandigheden een uur lang 180 tot 190 slaat. Dat meisje was helemaal op."

Wat opviel in die periode: Van Acker kon er niet over praten. Weg was de spring-in-'t-veld. Ze kropte alles op, verloor haar zelfvertrouwen en leefde in een cocon. Pas een paar maanden voor de Spelen in Peking kwam ze opnieuw aan trainen toe. De voorbereiding was verre van ideaal. En toch sprak ze over die gouden medaille. Koren op de molen van de pers, natuurlijk. 'Van Acker voor goud.' Ze werd uiteindelijk achtste. Een olympisch diploma, een mooi resultaat, gezien de situatie. Pas na de Spelen werd de schade pas echt duidelijk. Het duurde een jaar voor ze fysiek opnieuw op topniveau kwam.

Coach Van Bladel: "Ik ben op Evi toegestapt en heb letterlijk gezegd: en nu gaan we álles anders aanpakken."

Waar Van Acker tot voor 2008 samen met Van Bladel alles zelf regelde, werd nu een team gebouwd rond het toptalent. Frank De Witte, Titi Mullie en Kristof Huts zorgen voor krachtschema's en conditietrainingen. Het trio gaat soms mee het water op, om de houding van Van Acker te analyseren. De puzzel viel helemaal in elkaar toen ook Jef Brouwers bij het team kwam. Zijn missie: 'Make people success-ful through understanding themselves.' Er is nu ook Karlien Veugelers, kinesiste, en Tom Elegeert, een meteoroloog.

Niet onbelangrijk: coach Van Bladel richtte ook het VYF Talent Team op. Acht jonge zeilers van de Vlaamse Yachting Federatie, vooral mannen, die met Van Acker meegaan op stage. Om te leren met hun ogen, maar ook om de eenzaamheid van het zeilen voor Van Acker wat te doorbreken. Zij dagen haar uit. Zij daagt hen uit.

Mentale ommekeer

Maar de belangrijke schakel in de goudkoorts van de zeilster was de mentale ommekeer. Met dank aan Jef Brouwers.

Van Acker: "Confronterend, om je privéleven te delen met een vreemd iemand. Ik wil bekend staan om mijn prestaties, als een kampioene. Ik scherm mezelf ook wat af van de media. Privé is privé. Om na een leven van opkroppen dan openlijk te praten met een psycholoog, dat is een drempel waar ik overheen moest.

"Zes jaar geleden is mijn vader overleden. Heel plots. Ik stond in Amsterdam te koken en kreeg telefoon: longkanker. Ik zakte in de grond. De tranen rolden over mijn gezicht. Drie maanden heeft hij nog geleefd. Ik besefte niet wat er gebeurde. Ik babbel er eigenlijk niet graag over. Waarom ook? Op zijn overlijdensdag ga ik naar de weide en leg een bloem. Op zijn verjaardag ook. Ik heb het een plaats gegeven. Aanvankelijk was hij ook altijd bij me in de boot. In gedachten. Ik was één brok ellende maar won prijzen, voor hem. Zette een beker naast zijn bed. Er was veel verdriet. Maar er was ook kracht. Ik ben er sterker door geworden.

"Na de fysieke en mentale problemen van 2008 kreeg ik ook faalangst. Ik was ziek en geloofde niet in mezelf. Niet in de sport en niet in de studie. Ik beeldde het me in: de rest is beter dan ik. En ik geloofde dat ook. Ik zag mezelf niet graag. Ik, de nietsnut. Geen goesting in niets. Niet om te zeilen, niet om te studeren. Niets. Ik verwierp mezelf, het was allemaal mijn fout. Van nature heb ik een negatief zelfbeeld: 'Ik ben niet goed genoeg.' Dat zinnetje telkens. Ik liet wat over me heenlopen. Nu ben ik meer bitch. Op het water, welteverstaan. Alleen ikzelf tel, en het team rond mij. Op de Spelen heb ik straks geen vrienden. Dan is het iedereen tegen iedereen. Met alleen vrouwen op het water: miserie (lacht). Die psychologische oorlogsvoering raakt me niet meer. Zolang ze maar geen gat in mijn boot varen. Vroeger was ik geïntimideerd. Ik liet me vangen.

"Dat negatieve zelfbeeld zorgde voor een continue drang om beter te worden. Beter, beter, beter. Dat is aangeboren. De psycholoog leerde me anders kijken naar mijn prestaties. Ik zie nu zelf ook dat het speciaal is: studeren én topsport. Nu kan ik zeggen dat ik succesvol ben. Daarvoor had ik alleen mezelf: 'Waarom zou ik mensen lastigvallen met mijn problemen?'

"Nu ben ik open. Nu praat ik meer. Het leven is makkelijker. Ligt er iets op mijn lever? Ik gooi het eruit. Dingen loslaten, leren ontspannen. Ik ben nu veel gelukkiger dan vier jaar geleden."

Jef Brouwers: "Ze worstelde met zichzelf. Nu niet meer. Nooit eerder was ze beter voorbereid op een competitie dan nu."

Van Acker blijft praten met een enorme glimlach. Het gaat over longkanker, een burn-out en de mentale vooruitgang, maar ze schiet er het gemoed niet bij in. Het siert haar. Het tekent ook haar mentale weerbaarheid die ze nu heeft en vroeger niet had.

Maar wanneer breekt de veer? Ze zei het eerder al: "Ik ga dit geen twintig jaar meer volhouden." Haar passie blijft grenzeloos. Het kind dat vroeger altijd in de vijver zat. Het kind dat haar moeder al een zwemvest aandeed nog voor ze aan het zwembad waren. De waterrat van Zaffelare. Af en toe borrelt de vraag even op: "Waarom doe ik dit allemaal?" Maar dan is er die drang naar water, naar prestaties.

Einde in zicht

Topzeilers verdienen niet de vette cheques die wel aan het voetbal en tennis kleven. Het is de passie, meer dan de portefeuille. Maar straks, als Van Acker afstudeert als bio-ingenieur, wat dan?

Ze verrast: "Misschien stop ik wel na Londen."

"Afstuderen zal nog zo'n anderhalf jaar duren. Wil ik dan een nieuw leven in de bedrijfswereld? Nu heb ik een Bloso-topsportcontract, maar het staat sowieso vast dat Rio in 2016 écht wel het einddoel is- als ik na Londen al verder zeil. Dan doe ik iets anders. Misschien krijg ik een aanbiedingen uit de privésector. Ik denk daar over na. Vergeet niet: ik zeil al twintig jaar. Sinds mijn zesde. In de zeilsport kun je heel lang overleven, maar ik kan straks ook zeilen zonder competitie, toch? Het is hard. Ik heb vaak pijn. Maar dat verbleekt als ik denk aan Londen. Niks is zeker. Ik weet alleen dat ik in Weymouth alles, maar dan ook álles moet en ga geven. En hopen dat er straks iets aan dat haakje hangt bij mijn neefje."