Direct naar artikelinhoud

Chinees kapitaal slokt het voetbal op

China moet aan het voetbal, verordonneerde de president. Op het veld lukt dat niet zo best en dus kopen Chinese bedrijven zich massaal in het Europees voetbal in. Na Inter is nu ook AC uit Milaan in Chinese handen. Liverpool is het volgende doelwit.

Een Chinees sterft en reist naar de hemel. God zegt hem dat hij recht heeft op één wens.

Zegt de man: "Moge Japan naar de bodem van de oceaan zinken."

God zucht: "Dat is te lastig. Heb je nog een wens?"

De man: "Oké, dan wil ik dat China de World Cup voetbal wint."

"Oei," zegt God, "wat was je eerste wens ook alweer?"

Chinezen zijn bezeten van voetbal, terwijl wij hen alleen kennen - niet geheel ten onrechte - van getruukte weddenschappen op gele kaarten, corners, aantal goals, nota bene in onze achterafwedstrijdjes maar ook in China zelf. Jaarlijks worden vele spelers en officials geroyeerd vanwege banden met de gokmaffia, en de eerste Chinese eigenaar in het Engels voetbal zit inmiddels ook achter de tralies.

Van dat belabberde imago wil de Chinese overheid af, maar dat was niet de enige reden voor president en partijleider Xi Jinping om zelf in april van dit jaar het startsein te geven voor de lange mars op het mondiale voetbal. Xi Jinping is bezeten van voetbal en sinds april van dit jaar zijn de doelen in de tijd uitgezet, erg ongewoon voor China. Tegen 2020 wil China 20.000 trainingscentra, 70.000 voetbalvelden en 50 miljoen spelers. Tegen 2030 moet er één voetbalveldje liggen per 10.000 Chinezen en wil China een World Cup organiseren.

Uiteraard moet er dan ook worden gewonnen en niet verloren, zoals onlangs van Syrië. Kan het erger? Een land in burgeroorlog, met alle spelers in de diaspora en met een coach die 300 euro per maand verdient, klopte op de donkere donderdagavond van 6 oktober in Xi'an de Chinese would-besupersterren met 1-0. Rellen braken uit en het ontslag van de voorzitter van de Chinese voetbalbond werd geëist. Vijf dagen later werd het in Tasjkent ook nog eens 2-0 voor de Oezbeken.

De Chinese nationale elf, net van plaats 81 naar 78 gestegen, is terug naar af. Erger nog: voor de kwalificatie voor de World Cup 2018 in het naburige Rusland hebben ze een mirakel nodig. Op naar Qatar 2022. Of China 2026, 2030, wie zal het zeggen?

Gezagsgetrouw

Qiang guo meng is Chinees voor de droom van een rijk en sterk China. Vertaald naar sport: als sport belangrijk is in de wereld, moet China belangrijk zijn in de sport. Dat lukte in de zomer van 2008 op de eigen Olympische Spelen toen het de Amerikanen in aantal gouden medailles klopte. Sindsdien is China weer ingehaald door de VS en godbetert ook door de Britten en dat vinden ze heel erg.

In Rio haalden ze maar 70 medailles meer (tegenover 101 in Beijing) en de reactie was er één van ontkenning: de weg naar eventueel succes was ineens belangrijker dan het succes zelf. Op het sportveld verliezen ze vaker dan ze winnen, maar winnen kan op veel manieren. Je kunt succes maken en je kunt het kopen. Zo richten Chinezen zich tegenwoordig op de bestuurskamers van de Europese voetbalteams en kopen zich de laatste jaren massaal in.

De rijke Chinees is daarmee meteen gezagsgetrouw, want heeft de grote baas niet gezegd dat voetbal een prioriteit is?

Dat was overigens niet de enige boodschap van Xi Jinping. Voor de Chinese investeerders, ondernemers en rijken had hij nog een opdracht: tegen 2025 moet de Chinese sporteconomie 800 miljard euro omzetten. Een redelijk ambitieuze doelstelling, die nooit kan worden gehaald aangezien de wereldbusiness van de sport op de afgeronde som van 1.000 miljard dollar wordt geschat. Ga en investeer in sport, luidde het marsorder.

Professor Simon Chadwick van de Salford University in Manchester doceert het vak sportindustrie en is bekend met China. Hij zegt dat de plotse liefde voor de sport voor veel rijke Chinezen aanleunt bij opportunisme. "Als de president zegt dat het goed is om in voetbal te investeren, zullen ze daarin meegaan. Voetbal wordt dan een soort extra troef op een visitekaartje, puur om de partijleiding te plezieren, ook in de hoop meer business met de overheid te kunnen doen."

In oktober van vorig jaar bracht Xi Jinping een bezoek aan het trainingscentrum van Manchester City en kort daarop kocht China Media Capital alle aandelen die de eigenaars van de City Football Group (eigendom van de Abu Dhabi United Group) kwijt wilden, zijnde 13 procent. Er bestaan nu plannen om na Manchester City, New York City en Melbourne City ook een team als Sjanghai City in het leven te roepen.

The real deal

Chinese investeerders deden ook in eigen land hun best om de partijbaas te plezieren. Zo werd de laatste jaren flink geïnvesteerd in de China Super League. De officiële profcompetitie in China is één en al extravaganza. Veel last van de Europese financiële fair-playregels hebben ze daar niet en zo kon het gebeuren dat Jiangsu Suning afgelopen winter bij Shaktar Donetsk Alex Teixeira weghaalde voor 45 miljoen euro en een salaris van 12 miljoen euro. En dat voor een club met een omzet van 70 miljoen euro en 20.000 toeschouwers. Chinees voetbal is verlieslatend. Guangzhou Evergrande FC kocht zelf drie Brazilianen en gaf daarna een verlies aan van 147 miljoen euro.

Maar the real deal voor een Chinees met geld en een voetbalhart is een Europees team opkopen, als het even kan volledig en in het andere geval gedeeltelijk. Grote voorbeelden zijn de Amerikaanse Glazer-familie bij Man United, de Rus Abramovitsj bij Chelsea en de Arabieren bij Manchester City of Paris St-Germain.

De voorbije twee jaar hebben Chinese investeerders meer dan 3 miljard euro betaald voor gedeeltelijke of volledige overnames van de voetbalbusiness van diverse Europese clubs. De lijst met participaties (zie kader) groeit steeds aan. Overigens verzinkt dit in het niets bij de 100 miljard euro die Chinese bedrijven in de wereldeconomie buiten China investeerden in het eerst kwartaal van 2016.

Professor Chadwick: "Chinezen willen geld verdienen met voetbal, maar tegelijk past het in de guanxi, de kunst van het relaties smeden. Voetbal vergemakkelijkt dat."

De eerste Chinese investeerder in het buitenlandse voetbal was Carson Yeung, een Hongkong-chinees die in 2009 Birmingham City FC kocht, waarop zijn team degradeerde. In 2014 werd hij zelf veroordeeld voor witwaspraktijken.

Tot nog toe zijn geen nieuwe ongelukken bekend, maar alle Chinese participaties dateren pas van de laatste twee jaar. In de Premier League zijn nu zestien van de twintig teams in buitenlandse handen, maar in slechts twee spelen Chinezen voorlopig een rol. Daarom hebben ze hun pijlen ook gericht op andere landen, zoals Spanje, Frankrijk en Italië.

De Chinezen die in Spanje binnen zitten bij Atlético Madrid, zijn niet de eersten de besten. Dalian Wanda Group is het bedrijf van Wang Jianlin, de tweede rijkste Chinees. Het is een conglomeraat met onder meer Amerikaanse mediabedrijven als de AMC-bioscopen en Legendary Entertainment in Hollywood. Wang is gek van sport. Voor zijn sportportfolio kocht hij onlangs Infront Sports & Media, een marketingbedrijf dat alle wintersporten controleert (Beijing organiseert de winterspelen van 2022), maar onlangs ook het hele Ironman-triatloncircuit.

Voorlopig bezitten Chinezen nog geen absolute topteams in het voetbal. Maar dat is een kwestie van tijd, want alles heeft zijn prijs. In de meest kwetsbare van de grote Europese voetbaleconomieën, Italië, hebben ze alvast in de eerste voetbalstad Milaan alle grote teams ingepalmd.

Het Hurun Report, dat de fortuinen van de rijkste Chinezen bijhoudt, spreekt van een ware jacht op voetbalteams. Uitgever en samensteller van de lijst, Rupert Hoogewerf, zegt: "China heeft 596 dollarmiljardairs, meer dan de VS. Ik schat dat dertig onder hen een voetbalteam in Europa willen."

Eén team geniet vandaag bijzondere aandacht: Liverpool FC, een slapende reus. De Amerikaanse eigenaar Fenway Sports Group van John Henry weigerde een eerste bod, maar de geruchten aan de Mersey gaan steeds meer in de richting van an offer you can't refuse van meer dan 1 miljard pond, met de hulp van de zwakke pond, die nu nauwelijks meer waard is dan de euro.

Belangenvermenging

Clubs denken dat met de komst van een Chinese (mede-)eigenaar de grote Chinese markt zich zal openen. De Premier League ziet al die buitenlandse investeerders dan weer met lede ogen komen, maar is anderzijds niet vies van hun geld.

Ook niet als ze tv-rechten kopen, zoals de Chinese streamingdienst PPTV, die vanaf 2019-2020 de rechten heeft verworven voor 220 miljoen euro per jaar. Noot van de financiële adviseurs van de Premier League: PPTV is in handen van Sunming en Sunming is de baas bij Inter Milaan én heeft een team in Jiangsu. Dus toch maar opletten.

Wie in Engeland belangen heeft van meer dan 10 procent in één club, mag in een andere Engelse club nooit een belang nemen van meer dan 9,9 procent. Nu al kijken ze in Engeland met argusogen uit naar hoe de Liverpool-saga zich ontwikkelt. Als de China Everbright Group naar wordt verwacht een substantiële aandeelhouder wordt van Liverpool FC, zit meteen ook de Chinese staat als hoofdaandeelhouder mee aan tafel. In dat geval zullen alarmbellen afgaan, want diezelfde Chinese staat heeft als hoofdaandeelhouder van China Media Capital ook al 13 procent in Manchester City.

Professor Simon Chadwick: "Soms weten we niet wie de eigenaars zijn van de bedrijven die investeren. Soms wil de Chinese overheid ook niet toegeven dat zij achter een constructie zitten. Zo is in het geval van AC Milan uiteindelijk gebleken dat Haixa Capital, ook al een investeringsvehikel gecontroleerd door de staat, mee aan het roer zit."

Het kan altijd nog gekker in de jungle van de voetbalbusiness. De Wolverhampton Wanderers zijn nu eigendom van Fosun International, een investeringsmaatschappij die zelf aandelen heeft verworven in GestiFute, het bedrijf van supermakelaar Jorge Mendes. Ook die constructie wordt nauw in de gaten gehouden, maar aangezien haast alle clubs in de Engelse tweede klasse schulden maken en vers kapitaal meer dan welkom is, wordt af en toe een oogje dichtgeknepen.

De Premier League heeft inmiddels wel een contract gesloten met een bedrijf dat kandidaat-investeerders helemaal doorlicht. Daardoor heeft Hull City een bod moeten verwerpen omdat de heren Dai Xiu Li en Dai Yongge faalden voor de fit and proper person test.

Chadwick: "De Chinese investeerders die op kleinere teams afkomen, zijn vaak commerciële avonturiers. Ze redeneren: wij kopen een kleiner team, we promoveren, we worden bekend in China en dan zijn we schatrijk in plaats van rijk. Dat werkt niet. Alleen grote teams zijn bekend in China, en behalve Manchester City en misschien Liverpool zijn die voorlopig niet te koop."