Direct naar artikelinhoud

Nederige buiging voor Haneke

Hij maakte er eerder furore mee in Madrid en ook in de nieuwe, subtiel gewijzigde enscenering in Brussel verbluft de Oostenrijkse sterregisseur Michael Haneke met zijn Così fan tutte. Geen enkel excuus is goed genoeg om dit artistieke evenement te missen.

Het is bekend dat regisseur Michael Haneke niet vooraf wil praten over de interpretatie van zijn werk. Zijn uitspraken vóór zijn komst naar De Munt met Così fan tutte blonken dan ook uit in vaagheid. Hij heeft overschot van gelijk: op die manier kan elke toeschouwer uit de gelaagdheid van zijn enscenering zijn eigen verhaal distilleren. Ga je twee keer kijken, zie je twee verhalen. Een hoogst stimulerende ervaring en het waarmerk van een meesterwerk. Nochtans is de voorstelling nagenoeg identiek aan deze die in Madrid te zien was.

Je ziet nog altijd een spectaculaire setting: het gerenoveerde Italiaanse palazzo van Don Alfonso, het bordes dat uitziet op een tuin, het kostuumfeestje met als thema de achttiende eeuw, de prachtige overgang - met dank aan de belichting - van stralende dag via verleidelijke schemering naar vurige nacht.

Cynische straf

Ook het basisconcept blijft herkenbaar: twee koppels leren in de 'school van de geliefden' de liefde en de seksualiteit kennen, evenals de zijwegen ervan. Alfonso leert hen niet zozeer de ontrouw van de vrouwen kennen dan wel de desillusie van het huwelijk, dat geen uitweg is maar een cynische straf.

Maar hoe komt het dan dat we nu in Don Alfonso minder Casanova en meer Robespierre herkennen? Dat we nog meer geïntrigeerd zijn door de symmetrie van het gebeuren en van de personenregie? Dat we in de menigte van koor en figuranten individuen ontdekken: is die oudere man misschien de vader van Fiordiligi en Dorabella? Dat Despina wel nog altijd het eerste slachtoffer van Alfonso is maar toch ook zelf een grote dosis cynisme bevat?

Het antwoord lijkt eenvoudig: we kijken anders, we hebben een andere laag van de opvoering ontdekt, en er zijn er ongetwijfeld nog meer. Maar misschien is er nog een tweede reden, die verborgen ligt in de muziek. In Brussel dirigeert Ludovic Morlot en die houdt er een heel andere kijk op na dan Sylvain Cambreling in Madrid. Krachtiger, rebelser, sneller.

Op sommige punten zou je bij Morlot nog iets meer durf verhopen: een kleine afwijking van zijn strenge tempodramaturgie wanneer Mozart erom vraagt, iets meer ruimte voor gevoel en sentiment, zodat het contrast met het rationalisme van het libretto duidelijker wordt. Maar het blijft een eerlijke en zinvolle interpretatie.

De zangers zijn dezelfde als in Madrid. In het zeer mooie en geloofwaardige kwartet van geliefden (Fritsch, Gardina, Wolf en Gatell) vallen wellicht door de kleinere zaal iets meer de verschillen op. Daardoor steekt Fritsch er als Fiordiligi bovenuit: sexy en breekbaar, vocaal superieur.

Zoals gezegd: een niet te missen werkstuk van de grootmeester van de emotionele analyse, en de beste operaproductie van het seizoen.

Het verhaal

De officieren Guglielmo en Ferrando scheppen bij hun oudere vriend Don Alfonso op over de trouw van hun geliefden Fiordiligi en Dorabella. Bij wijze van weddenschap verlaten ze het dorp en komen verkleed terug. De dames flirten met de nieuwkomers, de ene met de verloofde van de andere bovendien. De weddenschap is verloren, maar op het einde haalt de vergevingsgezindheid het van de wraak.