Direct naar artikelinhoud

Het Westen komt te laat voor Erdogan

Met de huidige aanvallen in Syrië wil Erdogan zijn gram halen. Dat er in het Westen meer kritiek was op de zuiveringen na de coup dan vreugde over het mislukken ervan, steekt de Turkse president.

De Amerikaanse vicepresident Joe Biden was afgelopen week de eerste westerse politicus van naam die een bezoek bracht aan Turkije na de coup, meer dan een maand geleden. Hij bood excuses aan voor zijn late komst. Europese regeringsleiders lieten zich amper zien in het land.

Het heeft er alle schijn van dat Erdogan met de inval in Syrië, vorige week, zijn woede koelde. In de eerste plaats op de grootste NAVO-bondgenoot, de VS. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat de strijd niet alleen gericht is tegen de terreurgroep IS, maar ook tegen Syrisch-Koerdische strijders - 'de grondtroepen' van de VS.

"Hij heeft de Amerikanen de wacht aangezegd: het gaat niet alleen om jullie terroristen, maar ook om de onze,' zegt Marcel Kurpershoek, voormalig Nederlands diplomaat, momenteel verbonden aan de New York University in Abu Dhabi.

Erdogan kreeg Biden zover dat hij Koerdische milities maande zich terug te trekken uit gebied dat ze hadden veroverd op IS. Een tegemoetkoming aan Turkije. De regering in Ankara wil tot elke prijs voorkomen dat Syrische Koerden zich in het hele grensgebied vestigen en daar de facto een eigen staat vormen.

Hoe kreeg Erdogan de VS om? "Pure machtspolitiek", zegt Kurpershoek. "Erdogan heeft er een handje van iedereen tegen elkaar uit te spelen." Hij zocht toenadering tot Rusland en Iran - niet toevallig de landen die hem onmiddellijk na de mislukte coup feliciteerden. Beide landen zijn steunpilaren van de Syrische president Assad, die volgens het Westen het veld moet ruimen om via een politieke oplossing de burgeroorlog te kunnen beëindigen. Voor Turkije is dat geen absolute voorwaarde.

Erdogan gaf Europese landen het nakijken. "Europa speelt slechts de rol van toeschouwer", zegt Joost Lagendijk, oud-Europarlementariër en nu als analist en publicist werkzaam in Istanbul. Europa heeft het goeddeels aan zichzelf te wijten: "Waarom kwam er geen Europese leider langs nadat burgers met blote handen tanks hadden tegengehouden? Dat gevoel zit hier diep."

Diplomatieke schermutselingen

De onvrede in Ankara over de lauwe reacties vanuit de EU mondde uit in diplomatieke schermutselingen met enkele lidstaten. Turkije trok vorige week zijn ambassadeur tijdelijk terug uit Wenen, nadat in de Oostenrijkse hoofdstad een Koerdische demonstratie was toegestaan. Een Zweedse diplomaat werd op het matje geroepen omdat zijn minister zich bemoeid had met een rechterlijke beslissing. Parlementariërs uit Berlijn kregen geen toegang tot de Turkse luchtmachtbasis Incirlik, waar Duitse vliegtuigen en manschappen gestationeerd zijn.

Om groeiende ergernis te voorkomen werd in Europese hoofdsteden de Turkse invasie in Syrië met instemming onthaald. Een regeringswoordvoerder in Berlijn zei er geen moeite mee te hebben dat de Turken hun actie tegen IS koppelen aan die tegen Koerdische strijders. Zij zijn volgens Turkije onlosmakelijk verbonden met de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK.

De PKK staat al jaren op Amerikaanse en Europese lijsten met terroristische groeperingen. Lagendijk: "Ook al maken de Europeanen onderscheid tussen Koerden in Turkije en in Syrië, ze hebben er geen belang bij Turkije opnieuw tegen de schenen te schoppen."

Het belang zit hem vooral in de vluchtelingendeal die de EU en Turkije dit voorjaar sloten. Turkije beloofde Syrische vluchtelingen op doorreis naar EU-landen tegen te houden. In ruil eiste en kreeg het land toezeggingen dat onderhandelingen over toetreding tot de EU hervat worden, dat er miljardenhulp komt voor de opvang van vluchtelingen en dat Turkse burgers visumvrijheid krijgen.

Vooral dat laatste is een gevoelig punt, zowel voor Europa als voor Turkije. Turkije ziet het als lakmoestest voor de overeenkomst, die blijkt te werken: er gaan dagen voorbij zonder dat een vluchteling vanuit Turkije op een Grieks eiland belandt. Europa is daarom gevoelig voor het Turkse dreigement om de stroom vluchtelingen weer op gang te brengen. Turkije heeft - zeker na de couppoging - grote moeite met de Europese eis dat de antiterrorismewetgeving wordt versoepeld voordat Turken het Schengengenbied binnen mogen komen.

Het Turkse dreigement past in wat analist Kurpershoek een 'bazaarmentaliteit' noemt. Die kenmerkt zich volgens de oud-ambassadeur in Ankara door bluf, intimidatie en morele chantage.

De antipathie in Europa jegens Erdogan, die allang niet meer de gedroomde democraat is, is wederzijds. Maar Turkije zal Europa volgens Kurpershoek en Lagendijk niet de rug toekeren, ook al doet de flirt van Erdogan met de Russische potentaat Poetin anders vermoeden. De economische belangen zijn eenvoudig weg te groot. Europa is de belangrijkste handelspartner van Turkije en investeringen door Europese bedrijven moeten de kwakkelende Turkse economie er weer bovenop helpen.

In september bezoeken EU-buitenlandchef Federica Mogherini en twee collega-eurocommissarissen Turkije. Het is too little, too late, meent Lagendijk. "Het zal weinig indruk maken."

Kurpershoek verwijst naar een commentaar in de krant Sabah, die doorgaans de opvattingen van de Turkse regering weerspiegelt. Het blad laat geen spaan heel van het bezoek van de Amerikaanse vicepresident Biden: "Tijdverlies." Diens ontboezeming dat hij eerder na de coup had moeten komen, wordt als 'onoprecht' afgedaan.

De Europeanen die in het kielzog van Biden schoorvoetend afreizen, kunnen een kil onthaal verwachten.