Direct naar artikelinhoud

Duivelskunstenaar eert zijn meester

Nu de records verpulverende jubileumexpo Jheronimus Bosch - Visioenen van een genie is afgelopen, eist Jan Fabre een plaatsje op in het Noordbrabants Museum. Hij brengt een eigenzinnige hommage aan het werk van Bosch en schuwt daarbij de koloniale gruwel niet.

"Het meesterwerk De Tuin der Lusten van Jheronimus Bosch bezocht in het Prado. Ik ben verdwaald in zijn doolhof", schrijft Jan Fabre op 18 oktober 1985 in zijn dagboek. Het verraadt zijn bewondering voor Bosch en hoe hij door de Brabantse kunstenaar wordt geïnspireerd. "Ik kreeg een storm van ideeën voor nieuwe sculpturen, tekeningen en installaties. Ik ben opgeladen. Vol energie."

Net als Bosch onderzoekt Fabre in zijn nieuwe expo in het Noordbrabants Museum, Tribute to Hieronymus Bosch in Congo, eens te meer de verhouding tussen wat hij "de verbeelding van de wreedheid en de wreedheid van de verbeelding" noemt. "Ik heb hem altijd een grote inspiratiebron gevonden", aldus Fabre. "Hij staat subversief tegenover de macht van het geld en de macht van de kerk, op een beeldrijke manier. Dat is wat ik ook doe."

De titel lijkt misschien vergezocht - wat heeft Bosch met Congo te maken? - maar de manier waarop Fabre motieven uit Bosch' triptiek De Tuin der Lusten linkt aan de koloniale horror in Congo, verrast. Het frappantst in dat opzicht is de mozaïek Straf van de lust: centraal staat een afgehakte hand, doorboord met een mes. Je herkent er meteen het schrikbewind en de slavenarbeid van Leopold II in.

Sommige beelden zijn tijdloos: dobbelstenen en kaartspelen verbeeldden al in Bosch' oeuvre 'het werk van de duivel', Fabre linkt ze aan de leuze 'Risquez votre chance, jouez la loterie belge': de gokindustrie als 19de-eeuws opium voor het volk. "De kaarten stonden bij Bosch voor het noodlot, waaraan je niet kon ontsnappen. Hetzelfde gebeurde in Congo: de bevolking kon niet ontsnappen aan de onderdrukking van de Belgen."

De vreemde vogels die door de hemel van De Tuin der Lusten vliegen, staan dan weer voor exotisme en avontuur, maar evengoed voor onderdrukking. Die tweedeling keert voortdurend terug, soms subtiel, soms expliciet. "Alles moeten uitleggen, vernietigt het werk", vertelt Fabre. "Als toeschouwer moet je ook zelf je verbeelding kunnen gebruiken."

Andere middeleeuwse symbolen uit Bosch' werk verplaatst Fabre naar de 19de eeuw: de schaats verbeeldt het treinspoor waarmee België de in Congo verworven grondstoffen vervoerde en het dunne ijs waarover de kolonialisten schaatsten. Compagnie de Chemin de Fer dans Bas-Congo et Katunga is niet toevallig, net als De Tuin der Lusten zelf, een dubbelzinnige triptiek, die zowel vernieling en verderf als vooruitgang voorstelt.

Voor zijn mozaïeken gebruikt Fabre dezelfde keverschilden waarmee hij ook het plafond van het koninklijk paleis sierde, onder de titel Heaven of Delight. Hij liet zich ook toen inspireren door Bosch en verklaarde enkele jaren geleden dat er doodshoofdmotieven, slagtanden van olifanten, vissen zonder vinnen, vogels zonder vleugels en chocoladerepen in verwerkt zaten, "als een kritische noot bij het koloniale verleden van België, dat in grote hoeveelheden ivoor, cacao, rubber en diamanten verwierf".

Fabre laat zijn aanwezigheid overigens ook in de vaste collectie gelden. Ouder werk, waaronder een zelfportret met duivelshoorns, staat er tussen oude meesters als Pieter Bruegel de Jonge. Noemt hij zichzelf, net als Bosch, 'duivelskunstenaar'? "Journalisten en curatoren hebben me zo omschreven, ikzelf niet", aldus Fabre. "En of ik me in de lijn van Bosch kan plaatsen, dat kan ik zelf niet zeggen. Dat zal de geschiedenis uitmaken. Ik ben een dwerg vergeleken met de reus die Bosch is."

Tribute to Hieronymus Bosch in Congo is een lofzang aan een kunstenaar die zijn publiek confronteerde met een fascinatie voor demonen, 500 jaar voor Fabre hetzelfde deed. Of zoals hij in 1986 in zijn dagboek schrijft: "De meester van 's-Hertogenbosch maakt van mij een dief. Zijn creaties van een vreemde en geheimzinnige kosmos, bevolkt door baardige duivels, bizarre brouwsels, exotische planten en mythische menselijke dieren, zijn een onuitputtelijke bron van inspiratie."

Tribute to Hieronymus Bosch in Congo, tot 18 september in het Noordbrabants Museum, 's-Hertogenbosch.