Direct naar artikelinhoud

'Italië was een precomateuze staat'

Tweeënhalf jaar geleden had het noodlijdende Italië het lot van de hele eurozone in handen. Mario Monti en zijn zakenkabinet namen in november 2011 de schier onmogelijke taak op zich om de staatsfinanciën te saneren en tegelijk de euro te redden. Eind april 2013 trad Monti af en was het gevaar bezworen. Het onmogelijke was gebeurd. 'Ja, ik heb Europa gered.'

De zorgvuldig ingelijste cover van het Amerikaanse weekblad Time kan de gast in Mario Monti's kantoor niet ontgaan. "Can this man save Europe?", kopt Time naast het portret van de grijze, mild glimlachende Italiaan. Het is februari 2012, de eurocrisis voltrekt zich als onbeheersbare nucleaire kettingreactie die de eurozone uiteenrijt. "Een premier voor wanhopige tijden", luidt het fotobijschrift voor alle zekerheid.

Ruim twee jaar later geeft Monti, nog steeds glimlachend, het antwoord. "Ja, ik heb het gedaan."

Het was een ongekend avontuur, erkent hij. Bij zijn aantreden als premier in november 2011 - als opvolger van de buiten Italië zo verguisde Silvio Berlusconi - schatten bankanalisten de kans op een Italiaans faillissement op 40 procent. "Veertig procent!", herhaalt Monti. Hij plaatst zijn vingertoppen tegen elkaar en blaast er zachtjes over. Als Rome viel, viel de euro.

De druk op hem om bij het Europees noodfonds aan te kloppen, was dan ook extreem. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble, het IMF, de Amerikaanse president Barack Obama, grote investeerders, allemaal praatten ze op hem in om uit voorzorg een noodkrediet te accepteren. "En dat sneed hout", zegt Monti. "Niemand wilde dat Italië uiteindelijk in de positie zou belanden dat het een volledig reddingsprogramma nodig had. Het noodfonds was daar simpelweg niet groot genoeg voor. Dan was het over en uit geweest, voor Italië én de eurozone."

Niettemin besloot de kersverse premier geen krediet te vragen. "Enorm riskant, het had dramatisch kunnen aflopen. Elke keer als ik de Duitse kanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy in die dagen ontmoette, hadden ze het schema bij zich dat aangaf hoeveel miljard euro Italië die maand aan schulden moest aflossen, en de maand erna en daarna. Dat legden ze voor me neer, op tafel. Zoals ze ook om de haverklap op hun smartphone de spreads voor Italië controleerden. Feitelijk was Italië een precomateuze staat."

U speelde Russische roulette met de toekomst van uw land door een noodkrediet te weigeren.

Mario Monti: "Ja."

De hele eurozone kon onderuitgaan.

"(zachter) Ja."

Het lot van Europa lag in uw handen.

"Daarom schreef Time dat op zijn voorpagina. Zo voelde ik het ook."

U wist: als ik verkeerd gok, is het voor ons allemaal afgelopen?

"(heel zachtjes) Ja."

Sliep u goed in die tijd?

"Ik was waarschijnlijk bedrukt maar ik viel steeds direct in slaap."

Veto

Hij loopt een beetje scheef, naar rechts, maar het analytische vermogen van Monti (71) is onveranderd strak en scherp, net als zijn geheugen. Af en toe staat hij op uit zijn witte fauteuil om een Duits rapport van de Stiftung Marktwirtschaft of een boek van eigen hand van een stapel te halen die zijn gelijk moeten staven. Of hij veegt net zolang over het scherm van zijn iPhone tot de gewenste conclusies van de Europese regeringsleiders langskomen. "Aan de Europese tafel heb ik nooit mijn onderhandelingspositie verloren."

Was dat de reden om geen noodkrediet te accepteren: de vrees voor machtsverlies?

"Er waren psychologische en politieke redenen om het niet te doen. Om met de eerste te beginnen: het was mijn stellige overtuiging dat de Italianen ingrijpende bezuinigingen makkelijker zouden accepteren als we die zelf afkondigden, en niet de Trojka (de afgevaardigden van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Muntfonds, red.) van het noodfonds.

"Neem de verregaande pensioenhervorming: die heb ik op een zondagavond uitgelegd aan de vakbondsleiders, maandag werd ze per decreet doorgevoerd. De reactie? Een algemene staking van twee uur, helemaal niks dus. Als zo'n maatregel door de heren met de zwarte aktetassen van de Trojka was genomen, was de ellende niet te overzien geweest.

"Minstens zo belangrijk was mijn politieke overweging: een krediet van het noodfonds had mijn macht aan de Europese vergadertafel ondermijnd. Dan stond ik niet langer op gelijke voet met Merkel en Sarkozy. Dat zie je aan Griekenland, Portugal en Ierland: hun positie in Brussel is totaal verzwakt door de noodhulp die ze kregen. Dat mocht Italië, een van de grotere EU-landen, niet overkomen. En we zijn eraan ontsnapt."

Wat was de bonus?

"Een cruciale ombuiging van de regels voor de eurozone. Tijdens de euro-EU-top in juni 2012 heb ik mijn volle onderhandelingspositie - inclusief dreigen met een veto - gebruikt om een ogenschijnlijk saaie alinea goedgekeurd te krijgen. Om 4 uur 's ochtends stond de handtekening van alle leiders eronder, met inbegrip van Merkel, mijn goede vriend de Nederlandse premier Mark Rutte en de Finse premier Mikko Katainen, zeg maar de monetaire vuurkracht uit het noorden.

"De alinea vermeldde kortweg dat eurolanden die hun huiswerk deden, zoals Italië, verzekerd waren van de steun van de Europese Centrale Bank. Die uitspraak - op het hoogste politieke niveau - maakte geen indruk op de markten, omdat de leiders wel autoriteit maar geen geld hebben. Een maand later kwam ECB-president Mario Draghi met zijn fameuze verklaring: 'De ECB staat klaar alles te doen wat nodig is om de euro te behouden. En geloof me, dat zal genoeg zijn.' Dat kalmeerde met één klap de markten, omdat Draghi wel geld heeft. Draghi kon dat zeggen omdat hij de politieke steun van de leiders had. Dankzij mij, dankzij mijn onderhandelingspositie. Een half jaar eerder was Draghi opgepeuzeld door de Duitse monetaire haviken bij zo'n verklaring."

Draghi en Monti, het was dus een Italiaans een-tweetje?

"(lachend) Zie het als de Italiaanse bijdrage aan de redding van de euro."

Diezelfde harde euro maakt dat Italiaanse bedrijven zich uit de markt prijzen, en u kunt de munt niet devalueren. Was het wel zo'n goed idee voor Italië om de euro in te voeren?

"Absoluut! De euro was voor Italië de inwijding in de Stabilitätskultur, die wereld van financiële stabiliteit waar tot dan alleen Duitsland en Nederland in vertoefden. Een grote stap voorwaarts voor Italië. Natuurlijk, op korte termijn zou een devaluatie van de lire onze bedrijven concurrerend maken - we worden goedkoper - maar daarna komt er inflatie en verdampt dat voordeel weer.

"Nu we in de eurozone zitten, kunnen we er niet even een jaartje tussenuit knijpen. Dat zou vergaande gevolgen hebben. Je kunt niet van twee walletjes eten: én de lusten van de interne markt én een eigen munt. Ik denk niet dat Nederlandse en Duitse bedrijven in stilte toekijken als hun Italiaanse collega's besluiten tot 'zwartrijden' met de eigen munt."

Dan komt er straf?

"Zeker. Italiaanse bedrijven worden uitgesloten van de interne markt, Rome betaalt meer rente en de bedrijven in de rest van de eurozone krijgen staatssteun ter compensatie van het devaluatievoordeel van hun Italiaanse concurrenten. Verschrikkelijke dingen allemaal. Het probleem in Italië was dat velen dachten dat met de euro in één klap alles zou verbeteren, dat op de financiële stabiliteit als vanzelf de economische en politieke stabiliteit zouden volgen. Wat een misvatting. Economische hervormingen gaan tergend traag, omdat ze bevoorrechte groepen direct en diep raken. De lobby ertegen is gigantisch. Wat dat betreft, is belastingen verhogen makkelijker; dan maak je weliswaar meer vijanden maar voor een kleiner bedrag.

"Ook de EU helpt niet in deze. Terwijl er voor budgetdiscipline strikte regels en sancties zijn, blijft de druk voor hervormingen beperkt tot adviezen, schouderklopjes en scoreborden. Het is een goede zaak dat de regeringsleiders nu spreken over bindende contracten, waarin zaken zoals het opengooien van de arbeidsmarkt worden vastgelegd."

Wilde Westen

De vrijheid van de lidstaten wordt steeds kleiner.

"Ik zie Brussel als het kloppende hart van een permanente overdracht van macht van de lidstaten aan de EU. Ik ben het overigens eens met de stelling dat Brussel niet louter nieuwe bevoegdheden moet opstapelen - er mag ook af en toe wat af. Zoals ik als Europees Commissaris voor Concurrentie in 2004 veel macht heb teruggegeven aan de nationale mededingingsautoriteiten."

Wat mag Italië nog weggeven aan Brussel?

"Ik ben voor een vrijwillige en symmetrische overdracht van soevereiniteit. Neem de monetaire politiek - de uitgifte van geld, de waarde van de munt - die de burger zo na aan het hart ligt. Iedereen dacht dat hij soeverein was, maar feitelijk was alleen de Bundesbank dat. Als de Bundesbank donderdag om twee uur 's middags de rente verhoogde of verlaagde, hadden de andere landen een paar minuten om te volgen. Daar was het weggeven van onze monetaire soevereiniteit aan de ECB in werkelijkheid een intelligente manier om gezamenlijk weer macht uit te oefenen. Voor een land dat noodhulp aanvraagt, zoals Ierland, Griekenland. Portugal, Cyprus en deels Spanje, ligt dat anders. Dan komt de Trojka en is er sprake van overgave. De Trojka bepaalt tot in de kleinste details wat je nog wel en niet mag doen. Dat is niet vrijwillig en niet symmetrisch."

Het aftreden van premier Berlusconi in het najaar van 2011 en uw benoeming als zijn opvolger waren zorgvuldig geregisseerd, met een duidelijke rol voor Merkel. Was het een Europese staatsgreep?

"Nee, de president van Italië benoemt de premier en zo is het gelopen. Natuurlijk volgden de EU-leiders de ontwikkelingen hier met ingehouden adem. Zij vreesden voor het domino-effect: valt Italië, dan sleept het Spanje en Frankrijk met zich mee. Ik weet zeker dat de president rekening heeft gehouden met de zorgen en wensen van de andere Europese leiders, van Obama, de banken, de markten en het Italiaanse parlement. Maar dat is toch niet ondemocratisch?"

Is de prijs van de ever closer Union steeds minder vrijheid voor de lidstaten?

"Dat is onontkoombaar. De integratie van de markt en de munt werkt niet zonder integratie van nationaal beleid. Anders krijg je het Wilde Westen. Stap voor stap groeien we naar elkaar toe, conform het idee van medestichter Jean Monnet. Niks nieuws onder de zon dus."

Het verschil is de burger. Die slikt de steeds grotere Brusselse bemoeienis niet meer. Het protest groeit: kijk naar de Vijfsterrenpartij in uw land van Grillo, de PVV in Nederland, Front National in Frankrijk, UKIP in Groot-Brittannië. Zij eisen inspraak en referenda.

"Ik was zeer kritisch in 2005 over het Nederlandse referendum dat de Europese Grondwet torpedeerde. Stelt u zich eens voor dat het belangrijkste document ooit uit de geschiedenis van de EU - de Schumanverklaring uit 1950 - destijds aan een referendum was onderworpen. Een verklaring waarin Schuman voorstelde, krap vijf jaar nadat de mensen elkaar hadden uitgemoord en afgeslacht, de nationale oorlogsindustrieën onder Europees bestuur te plaatsen. Denkt u dat de burger dat had goedgekeurd? Nooit, volstrekt kansloos! Tot zover het nut van referenda."

Hij is naar de rand van zijn fauteuil geschoven, de glimlach is verdwenen. Bij Grillo, Wilders en Le Pen perst hij zijn lippen zacht op elkaar, de naam van Berlusconi weigert hij uit te spreken. Zijn illustere voorganger - in alle opzichten het tegendeel van Monti - duidt hij consequent aan als 'die man'.

Monti gruwt van populisten. En van samenlevingen waarin Twitter en Facebook de intellectuele maat der dingen zijn: 140 tekens voor je gedachtegoed. "In de EU maar zeker ook in de VS staat een premie op simplisme." Met de EU of verlies van soevereiniteit heeft het protest volgens hem niets te maken, des te meer met demagogie. "De Grillo's van deze wereld schreeuwen: 'De Poolse loodgieter pikt onze banen in, de globalisering neemt onze welvaart af, dus laten we grenzen dichtgooien. Uit de EU!' Dat heeft enorme electorale aantrekkingskracht. Terwijl de geschiedenis leert dat juist integratie en het opengooien van grenzen ons welvaart en groei hebben gebracht. Maar dat vergt uitleg, het leent zich niet voor slogans."

U zegt: het is te moeilijk voor burgers en politici. Is dat een pleidooi voor regeringen van technocraten?

"Nee, het is een pleidooi voor politici die iets snappen van economie en die als ze eenmaal verkozen zijn hun best doen voor hun land in plaats van voor hun herverkiezing."

Het is de aard van de politicus dat hij herkozen wil worden.

"Dat mag zo zijn. Maar hoe slimmer de mens - en hier ligt een belangrijke taak voor het onderwijs - hoe minder gevoelig hij is voor lege beloften."

De mensen zijn hoger opgeleid dan ooit en de populisten scoren beter dan ooit.

"Misschien moeten we eerst een keer een regering van dit soort partijen krijgen. Zie het als opvoeding, de pijn die we dan zullen meemaken. We hebben in Italië een man - ik zal zijn naam niet noemen - die miljoenen landgenoten kan overtuigen dat dit hier (hij wijst omlaag naar het tapijt) niet rood is en dat niet beige. Hij zegt dat de belastingen omlaag kunnen en de lonen omhoog. Tja, als de mensen in hem geloven, dan is dat zo. En als ze na herhaalde, pijnlijke ontnuchteringen nog steeds in hem geloven, waarom zouden we dan klagen? Dat is de perfecte democratie, dan hebben de Italianen gekregen wat ze wilden."

Waarom denkt u dat kiezers willen geloven dat rood niet rood is en beige niet beige?

"Omdat sommige politici getalenteerder zijn dan andere. Die man over wie ik zonet sprak, onderscheidt niet langer wat waar is en wat niet. Hij gelooft in zijn eigen leugens. Hij heeft zichzelf daarin overtroffen. In 2012 won hij miljoenen stemmen met de boodschap dat toen hij premier was, de economie groeide en bloeide en dat ik als zijn opvolger alles kapot heb gemaakt. Hij zei het zonder spoor van schaamte. Deze man is een meester in luisterschap, niet in leiderschap. Hij weet precies wat de mensen willen horen. Maar goed, uiteindelijk heeft hij de politiek moeten verlaten vanwege een wet die ik heb doorgeduwd."

U bent er niet voor beloond. Na uw aftreden als premier nam u deel aan de verkiezingen met een nieuwe partij, die nauwelijks zetels kreeg. Berlusconi deed het aanzienlijk beter.

"Het was geen succes, dat is zo. Niettemin kreeg ik 10 procent van de stemmen, net genoeg om te voorkomen dat deze man of een van zijn handlangers president van Italië of premier was geworden. Dat erkent hij zelf. De overwinning was dus mogelijk, zij het tegen een hoge prijs. Deze man heeft zijn kolossale nationale mediamacht tegen mij ingezet."

Lachend wijst hij naar de cover van Time: "Maar ik werd het icoon van de internationale pers."

Hoe ziet de EU er over tien jaar uit, als ze nog bestaat?

"Ze zal er nog zijn. Ik denk dat we dan de vruchten zullen plukken van de investeringen in de Europese architectuur van de laatste twintig jaar. De interne markt, de euro, de uitbreiding en bijna de Europese grondwet - als Nederland en Frankrijk er niet waren geweest -, dat alles heeft een immense hoeveelheid energie gekost van de politieke leiders, van de eurocraten. Nu alles op zijn plek valt, zullen we er profijt uit halen. De EU staat voor drie grote uitdagingen. Ze moet een brug bouwen naar de burgers om een antwoord te geven op het populisme. Ze moet een brug slaan tussen noord en zuid. En ze moet Groot-Brittannië aan boord houden."

De boel stort niet in?

"Als politici zich verantwoordelijk gedragen niet. Maar als ze direct na thuiskomst de beslissingen afkraken die ze net in Brussel genomen hebben, rafelen ze eigenhandig de boel uiteen. Ik ben er zeer trots op dat ik bij alle grote offers die ik van de burgers vroeg nooit heb gezegd dat het moest van Brussel."