Direct naar artikelinhoud

Vrouwen in vrije val

Ilona. Rosetta. Sue. toont wat een sputterende economische motor en eenzaamheid met een mens doen. Drie vrouwen belichamen het verlies van identiteit dat met werkloosheid gepaard gaat. 'Ik ben mijn job.' Niemand ontsnapt aan die wetmatigheid.

Ilona. Rosetta. Sue. Het lijkt een geschikte titel voor een keukenmeidenroman met happy end. Niets romantisch echter aan deze ongesofisticeerde voorstelling die de vrouwelijke hoofdpersonages van drie films uit de jaren negentig samenbrengt. Ieder brengt op haar manier het heroïsme van elke dag op, om te proberen ontsnappen uit de fuik waarin ze zijn terechtgekomen.

In Drifting Clouds (Aki Kaurismäki) is Ilona hoofdkelner van dansrestaurant Dubrovnik. Zij en haar man Lauri zijn in goeden doen, tot ze allebei werkloos worden.

Dichter bij huis, in de achterbuurten van Seraing, laten de gebroeders Dardenne de outcast Rosetta spartelen om te overleven. Bovenop alle ellende zorgt ze voor een alcoholverslaafde moeder die zich prostitueert.

Bastaardbruid

Sue, naar de gelijknamige film van Amos Kollek, verliest zichzelf in de grootstedelijke context van Manhattan. Al solliciteert ze zich te pletter, ze komt maar niet aan de bak en grijpt zelfs naast onooglijke kantoorjobs. Ze heeft bindingsangst en geeft zich over aan promiscuïteit.

Regisseur Sebastian Nübling verdoet zijn tijd niet met zoeken naar een plausibele versmelting van de drie filmische verhaallijnen. Zijn stuk begint in medias res met het gegeven van drie vrouwen wier leven zich in een eenparig versnelde valbeweging bevindt. Zijn hoofdbekommernis is theater maken dat er echt toe doet. Wir leben Theater, zoiets. Klaar. Met Duitse nuchterheid gaat hij op zijn doel af. Ilona. Rosetta. Sue. levert geen mooi plaatje af, maar een confronterende tranche de vie. Het publiek krijgt een ongemakkelijke waarheid voorgeschoteld die appelleert aan het trieste failliet van de Europese en globale economie.

Bij dat uitgangspunt wordt een toneeltaal gehanteerd die ongecompliceerd, direct, lichamelijk en zintuiglijk is. De acteurs spelen vaak letterlijk tegen elkaar op, zoeken hun pijngrens op en versmachten elkaar met hun lichamelijkheid.

Er wordt een geluidsdecor geschapen met microfoons die heel nadrukkelijk banale geluiden capteren van collectieve handelingen, zoals het raspen van wortels bij de openingsscène en het scherpen van potloden of het klotsende water aan een wasbak. Het doet denken aan het Britse kitchen-sinkrealisme van de jaren vijftig, dat met de huiskamer als setting de claustrofobische beklemming van het alledaagse leven in industrieel achtergestelde regio's toont.

Het harde, ruwe spel en de bonkige, rauwe scènes worden zo nu en dan getemperd door enkele dansante choreografieën. Als er wordt gezongen, dan zet dat de troosteloosheid nog meer in de verf. Sinatra croont 'This is a lonely town (...) a break-you town and bring-you-down town'.

Dichter Geert van Istendael noemde Brussel ooit een bastaardbruid. Deze poëtische typering geeft mooi aan waarom het van KVS een goed idee was om dit internationale samenwerkingsverband onderdak te geven. Er wordt door elkaar (met boventiteling) Engels, Duits, Frans, Ests en Congolees gesproken. Het klinkt vaak wat stroef als acteurs in een andere dan hun moedertaal hun tekst debiteren.

Ilona. Rosetta. Sue. zou er wel bij varen als er in de bijna twee uur durende voorstelling gericht geknipt zou worden. Nu halen een paar dipjes de vaart en punch uit het geheel.