Direct naar artikelinhoud

Hoe er vandaag nog altijd 9/11-slachtoffers vallen

Vorige nacht legde president Obama uit hoe hij met zijn 'coalition of the willing' de Islamitische Staat wil aanpakken. Dertien jaar nadat Al Qaida de VS met vier gekaapte vliegtuigen aanviel, vallen er nog steeds '9/11'-slachtoffers. Alle strijdende partijen maakten dramatische keuzes, die de internationale orde onderuit haalden.

Dertien jaar na de grootste aanslag uit de moderne geschiedenis lijkt het 'veelkoppige monster' van terrorisme en extremisme sterker dan ooit. De 'Global War on Terrorism' die VS-president George W. Bush op 20 september 2001 begon als antwoord op 9/11 is verzand in een 'Long War', een moerasoorlog op veel fronten tegelijk - van Afghanistan, Pakistan, Irak, Syrië, tot Jemen, Somalië, Mali en door aanslagen zoals die op het Brusselse Joods Museum zelfs in onze eigen hoofdsteden. Een veelzijdig conflict dat volgens de gewezen Australische legerleider Peter Leahy zonder koerswijziging "tot het einde van de 21ste eeuw" kan duren.

"9/11 en zijn nasleep maken vandaag nog steeds slachtoffers", erkent Bibi van Ginkel, onderzoekster van het International Centre for Counter-Terrorism in Den Haag. "De aanslag wekt nog steeds militaire acties en tegenreacties op. Zo voeren de VS en enkele NAVO-partners vandaag nog steeds aanvallen uit op basis van mandaten die toen zijn gestemd, zoals Operatie Enduring Freedom. Gaandeweg werd dat mandaat geïnterpreteerd als blanco cheque om terreurverdachten fysiek uit te schakelen, naast de oorspronkelijke doelen in Afghanistan en Pakistan zelfs over de grenzen heen - met onbemande drones boven Jemen en Somalië bijvoorbeeld."

Volgens Van Ginkel onderschatten we in het westen schromelijk de vicieuze cirkel waarin we door deze 'targeted assassination'-strategie zijn verzeild. "Een drone-aanval maakt vaak meer slachtoffers dan de personen die ze willen uitschakelen. Dat komt omdat zo'n beschieting vaak in twee golven verloopt. Na de 'first strike' komen steeds veel mensen toegelopen. Dan volgt de 'second strike', waarbij dikwijls de onschuldige nieuwsgierigen worden gedood. 'We onderschatten de mate waarin het aantal onschuldige doden mensen in de armen van anti-westerse extremisten drijft. Soms veroorzaakt militair geweld meer radicalisering dan het zaken aan de basis oplost."

Oranje plunjes

Van Ginkel wijst er op dat VS-president Bush de basis legde voor de drone-aanvallen, maar dat het VS-president Obama was die de tactiek drastisch uitbreidde, hoewel die volgens het internationaal recht omstreden is. Ook het gevangenenkamp van Guantanamo Bay is een zwarte bladzijde van Obama's neoconservatieve voorgangers die hij, ondanks beloftes van het tegendeel, niet omsloeg. En ook de beslissing Guantanamo open te houden werkte radicalisering in de hand, voert Van Ginkel aan. "Heel schadelijk blijft de wijze waarop de VS en andere westerse landen zijn omgegaan met de 'onbepaalde opsluiting' en 'enhanced interrogation techniques' - de facto foltering - van gedetineerden in Guantanamo, Abu Ghraib en op zogeheten 'black sites'. Dertien jaar na 9/11 zien we hoe dit nog steeds een rol speelt. Kijk maar naar de symboliek van de recente IS-onthoofdingen, waarbij de slachtoffers net zoals de Guantanamo-gevangenen in fel oranje plunjes werden gestopt."

De beeldvorming werkt aan twee kanten, stipt ze aan. "Bij ons blijven vooral de instortende Twin Towers op ons netvlies gebrand, bij veel Iraki's zijn dat de beelden van treiterterreur door VS-cipiers in Abu Ghraib. Daarom moeten we nu extra voorzichtig zijn in de aanpak van IS. Extremistische organisaties betrappen het westen maar wat graag op praktijken die tegen onze eigen rechtsprincipes indruisen, wat zij als propagandamiddel uitbuiten."

Wat is dan wel de juiste strategie om terrorisme en extremisme te beteugelen? "Soms, zoals nu met IS, heb je geen andere keuze dan militair in te grijpen", erkent Van Ginkel. "Maar, zo'n militaire inzet moet altijd doelgericht zijn en beperkt in tijd. Cruciaal is dat de bestrijding binnen de internationale rechtsorde gebeurt. Er zijn absolute rechten waar je nooit aan tornt. Het verbod op foltering van verdachten is er daar een van."

Vervolgens moeten de politici volgens Van Ginkel altijd zo snel mogelijk de fakkel van de militairen overnemen, en putten uit de andere instrumenten die ze hebben: onderhandelen, ontwikkelen, een staat bouwen,... Zelfs IS kan zo gevloerd worden, stelt ze. "Je moet de opkomst van IS eerst historisch analyseren voor je ze aanpakt. In Irak zijn soennieten die na de verdrijving van Saddam sectair werden vernederd door sjiieten hun wingewest. Nu er een nieuwe Iraakse regering is, die belooft de Iraakse diversiteit te respecteren, kan de situatie er snel opklaren. Dus moeten we ons op dit moment goed bedenken wat we willen bereiken als we ons militair mengen in Irak, en vooral oppassen geen kant te kiezen binnen de onderliggende oorzaken van het conflict. Op korte termijn IS aanvallen kan, op lange termijn hebben we misschien meer baat bij het trainen van het Iraakse leger, de justitie, de ambtenaren... Het komt eigenlijk altijd op hetzelfde neer: strijd als democratie steeds met je volledige instrumentarium in balans. Omgekeerd, enkel ontwikkelingssteun bieden, werkt ook niet. Kijk maar hoe het fout liep in 'donor darling' Mali."

Spoor van geweld

In fragiele naties komt het erop aan om de extremisten een stap voor te blijven, dus voor ze aan geweld toekomen, en op dat vlak is er volgens Van Ginkel nog veel werk aan de winkel. "We moeten een allesomvattende strategie uitwerken voor de bredere gordel van instabiliteit, want ook de extremisten zitten niet stil. Onder meer in Indonesië en op de Kaukasus worden steeds meer groepen vanuit Qatar en Saoedi-Arabië gevoed met hetzelfde wahabitische gedachtegoed dat de 9/11-terroristen inspireerde. Ook van daaruit dreigt zich een gewelddadig spoor te ontwikkelen. Ik vraag me af of we dat wel goed in de gaten hebben."