Direct naar artikelinhoud

Assad maakte IS groot

Het Syrische regime van Bashar al-Assad heeft zich de afgelopen jaren actief ingespannen om ISIS, voorganger van de Islamitische Staat (IS), te helpen groeien. Doel was een dreiging te creëren die het Westen in Syrië uiteindelijk voor de keus zou stellen: Assad of de terroristen. Daarmee hoopte het regime zijn overleven te garanderen.

Dit meldt The Wall Street Journal op basis van gesprekken met Iraakse, Syrische en westerse diplomaten, overgelopen regimegetrouwen en rebellen en oppositiefiguren met verschillende achtergronden. Aanwijzingen over heimelijke steun door Damascus aan Al Qaida in Irak en Syrië, waaruit IS voortkomt, bestaan al langer. Maar niet eerder werd de beschuldiging zo grondig onderbouwd.

"Het is een strategie om het Vrije Syrische Leger te elimineren, zodat het aankomt op een strijd tussen de twee belangrijkste spelers in Syrië: Assad en de Islamitische Staat", zegt Izzat Shahbandar, die een naaste medewerker was van Assads bondgenoot Noeri al-Maliki, tot voor kort premier van Irak. Volgens Shahbandar heeft Assad hem persoonlijk de strategie uitgelegd. "Nu vraagt Damascus de wereld om hulp en de wereld kan geen nee zeggen."

Het terreurleger van de Islamitische Staat walste vanuit zijn bolwerk in het noordoosten van Syrië twee maanden geleden over grote delen van noord-Irak heen. In beide landen maakt het zich schuldig aan grove mensenrechtenschendingen, waaronder vervolging van religieuze minderheden en grootschalige executies - onder meer door onthoofdingen - van tegenstanders. Zeker 1,2 miljoen mensen zijn in Irak ontheemd. De Verenigde Staten omschreven IS afgelopen week als de grootste bedreiging voor de veiligheid van Amerika.

De VS bombarderen nu IS-posities en bewapenen de Koerden in Noord-Irak, in een poging het terreurleger terug te dringen. De onthoofding door IS van de Amerikaanse journalist James Foley vorige week, dreigt de VS het moeras in te trekken. Onlangs zei de Amerikaanse legerchef Martin Dempsey dat IS niet kan worden verslagen zonder ook haar bases in Syrië aan te vallen. Wie dat moet doen, liet hij in het midden.

Het regime hielp de opmars van ISIS, zoals IS zich tot voor kort noemde, onder meer door in een vroeg stadium van de toen nog vreedzame opstanden tegen het bewind beruchte jihadistische leiders vrij te laten. Zeker negen van hen gingen vervolgens extremistische groeperingen leiden. Vier prominente jihadisten dienen nu bij de Islamitische Staat, blijkt uit onderzoek van The Wall Street Journal.

Spiegelpaleizen

Ook zag het regime lang af van eigen acties tegen ISIS; de terreurbeweging vocht steeds vaker tegen gematigde rebellen, aangesloten bij het Vrije Syrische Leger, en verzwakte zo de pro-democratische opstand. "Soms geeft het (Syrische) leger IS vrij spel om het Vrije Syrische Leger aan te vallen en hun wapens buit te maken", zegt de Irakees Shahbandar. Die verklaring strookt met wat westerse diplomaten al langer vertellen: de Syrische strijdkrachten laten ISIS met rust.

Banden tussen Syrische geheime diensten en Al Qaida in Irak, waaruit IS geboren werd, gaan ver terug. Tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak faciliteerde Syrië de doorgang van jihadstrijders naar Irak, via het vliegveld van Damascus. Assad wilde dat de Amerikanen in Irak hun handen vol zouden hebben, zodat ze niet konden toekomen aan een eventuele inval in Syrië.

De Syrische geheime diensten hebben ervaring met het creëren van spiegelpaleizen. Voor de opstanden runden zij eigen oppositiepartijen, mensenrechtenorganisaties en terreurgroepen. In Libanon, dat door Syrië dertig jaar lang werd bezet, bewapende het regime lang onderling strijdende partijen volgens een verdeel-en-heersstrategie. Maar Damascus' machiavellistische omhelzing van de jihadisten dreigt nu uit de hand te lopen. Sinds enkele weken bombardeert Damascus IS-stellingen in de noordoostelijke stad Raqqa, het hoofdkwartier van de terreurbeweging. Dat gebeurt wellicht op verzoek van Irak, dat grote landsdelen kwijtraakt aan IS en zich al vaker woedend heeft getoond over Syrische steun voor de jihadisten. Mogelijk ook denkt het regime dat het doel bereikt is en dat het nu tijd is om IS aan te pakken.

Dat plaatst Damascus de facto naast de Verenigde Staten, die over de grens in Irak IS-stellingen onder vuur nemen.

Qatar woedend

De regering van Qatar heeft dit weekeinde furieus gereageerd op de suggestie van een Duitse bewindsman dat het Arabische land achter de financiering van Islamitische Staat (IS) zou zitten. Gerd Müller, Duits minister van Ontwikkelingssamenwerking, noemde Qatar 'het sleutelwoord' als het ging om de geldstromen van de terreurbeweging.

Maar de Qatarese minister van Buitenlandse Zaken Al-Attiyah ontkent iedere sympathie van zijn regering voor IS: "We verafschuwen hun denkbeelden, hun gewelddadige methoden en hun doelstellingen. We hebben hun extremistische visie op de regio nooit ondersteund, en zullen dat ook nooit doen."

Bekend is wel dat Qatar Syrische rebellen tegen president Assad heeft gefinancierd. Maar dat zouden gematigde rebellen zijn geweest.