Direct naar artikelinhoud

Theo Francken: angstcultuur en misprijzen

André Flahaut (PS) is minister van staat.

Sinds juni is er enkel nog sprake, ad nauseam, van de politieke crisis in Franstalig België. De voorbije zomer konden alleen de besmette eieren het monotone thema enigszins uit het brandpunt van de binnenlandse belangstelling duwen. Voor de anderen - en ze zijn toch écht geen bijzaak - is nauwelijks aandacht. Die 'anderen', dat zijn de werklozen, de kwetsbaren, de bedelaars, diegenen die buiten het systeem vallen; de vluchtelingen, de sans-papiers, zij die voor velen weinig of niet meetellen. Zij zijn onzichtbaar of soms juist al té zichtbaar. We tonen tegenover hen vaak te weinig politieke moed en empathie en onze waakzaamheid brandt in dezen op een te laag pitje.

De migranten, de 'rechtelozen', zijn de eerste slachtoffers van onze oppervlakkigheid en ons egoïsme. Wie maakt zich zorgen om het drama van hen die niet van hier, en ook niet echt van elders zijn? Wie wil de kandidaat-vluchtelingen nog steunen? Wie durft er nog de collectieve psychose, waarvan zij het slachtoffer zijn, aan de kaak te stellen? Die psychose wordt nog aanhoudend versterkt door de dramatische gebeurtenissen die we allen meemaken: denken we aan Barcelona na Parijs, Nice, Londen of Brussel. Goede zielen zijn ver te zoeken, hun stem hoor je nauwelijks, hun strijd is moeilijk te vatten.

En zo zien we hoe, te midden van quasi algehele onverschilligheid, ons sociaal model schipbreuk lijdt, en de politiestaat zijn opwachting maakt.

Intolerantie

Theo Francken (N-VA), op federaal niveau belast met Asiel en Migratie, haalt maximaal profijt uit die onverschilligheid. Hij kan rustig ons samenlevingsmodel en onze principes met de voeten treden; niemand maakt er zich druk over, niemand is verwonderd. We hebben niets gezien, niets gehoord. Hij is ongenaakbaar, wordt ons gezegd: Francken is populair! Omdat hij de vooroordelen steunt. Omdat hij surft op karikaturen en voor de hand liggende weerstanden. Omdat hij rekent op de angst en het verwerpen van de andere.

Laten we dan ook niet aarzelen om te zeggen dat Theo Franckens populariteit gebouwd is op bedrog en leugen. Intolerantie aanvaarden, leidt steeds tot méér haat en geweld. De gebeurtenissen in Charlottesville in de VS hebben dat nog maar eens tragisch bewezen.

Ja, onze burgers hebben angst: om hun job te verliezen, voor terrorisme, voor de toekomst en voor verandering, voor de ronddwalende vreemdeling en de vragen die hij oproept. De onzekerheid in onze samenleving is een permanente bron van angst. We kunnen de frustraties en verdenkingen die zich ingebed hebben niet zomaar wegwensen. Ze zijn legitiem. Maar de échte politieke moed bestaat erin antwoorden te zoeken, niet ze blindelings te volgen.

Francken van zijn kant toont zich elke dag meer open voor die angsten en waanbeelden. Hij voedt ze graag, want hij vindt er het perverse middel in om zijn brutaliteit te rechtvaardigen tegenover de eeuwige zondebok, de vreemdeling. Erger nog, hij manipuleert die angst om zij die het aandurven zijn standpunten aan te vechten en te wijzen op zijn gebrek aan menselijkheid, als naïef en onverantwoordelijk weg te zetten. Zo slaagt Francken erin zijn visie op te leggen en oplossingen aan te reiken die gebaseerd zijn op intolerantie en uitgaan van een zuiver veiligheidsdenken: hij definieert zelf de parameters en de inhoud van de problemen.

Het wetsontwerp over de opvang van vreemdelingen en de hervorming van het asielrecht is kenmerkend voor de manier waarop Francken de democratie ondergraaft. Kenmerkend ook voor zijn misprijzen voor de openbare instellingen. De tekst werd in juli ingediend en in ijltempo door de commissie binnenlandse zaken van de Kamer, meerderheid tegen oppositie, goedgekeurd. De tekst heeft niet veel aandacht gekregen, behalve dan van de verenigingen die op het terrein werken en die, door de al te korte termijnen, de facto buitenspel zijn gezet en geen vat hebben kunnen krijgen op de parlementaire discussie.

Gevaarlijk wetsontwerp

De tekst van bijna vierhonderd bladzijden is evenwel gevaarlijk. Des te gevaarlijker daar hij heimelijk en verraderlijk is: tot die conclusie ben ik gekomen na een analyse van de tekst die ik samen met rechtenstudente Alison Sterckx heb gemaakt. Onder het mom van de omzetting van Europese richtlijnen streeft de tekst een diepgaande herziening na van de wet-Moureaux van 15 december 1980, in repressieve zin. Die progressieve wet had als doel de arbitraire elementen uit de asielprocedure te halen en gestalte te geven aan het concept 'onthaal'. De ambitie van Francken gaat compleet en duidelijk in de andere richting: het traject van de vreemdelingen op Belgische bodem moeilijker maken dan voorheen en de discretionaire bevoegdheid van de administratie versterken die onder zijn bevel staat.

Achter een façade van goede bedoelingen, achter de zogenaamde 'vereenvoudiging' van de procedures die hij belijdt, wordt een klopjacht (in plaats van onthaal) georganiseerd op de door Francken en zijn kliek ongewenst geachte vreemdelingen. Migranten worden als potentiële criminelen gezien; ze zijn niet welkom. Alles wordt eraan gedaan om hen te ontmoedigen hierheen te komen. Eens in België wordt alles in het werk gesteld om ons van hen te ontdoen. Alle voorwendsels zijn goed om hen in 'vasthouding' te nemen: een "kennelijk onrechtmatig beroep" bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV), een "significant risico op onderduiken", afwezigheid van een identiteitsdocument, een hypothetische aanslag op de openbare orde, "het gebrek aan medewerking en kwade trouw", enzovoort.

De criteria in verband met opsluiting zijn voldoende vaag gehouden om een interpretatie toe te laten die de individuele vrijheid tot niets herleidt. Die vaagheid weerspiegelt de duidelijke bedoeling om elke externe controle te vermijden. Die vaagheid staat ten dienste van een ideologie die zich niets aantrekt van het individu - die niets wil weten van wat die vrouwen en mannen in deze wereld hebben meegemaakt, van hun hoop, van hun lijden, van de weg die ze hebben afgelegd. Die vaagheid is tevens een uiting van een ontmenselijkte opvatting van de politiek en een politionele visie van onze maatschappij.

Het is dan ook hoog tijd dat de democraten ter linker- en ter rechterzijde hun stem en hun afkeuring laten horen en een einde zouden maken - in België en daarbuiten - aan de arrogantie van de populisten en aan de straffeloosheid van hun leugens.