“Ik wou de wisselslag zwemmen om een nummer meer te kunnen zwemmen. Tussen de 100 meter vlinderslag en de 200 meter wisselslag zat echter amper tien minuten recuperatietijd. Dat was vrij hard. Op de 200 meter wisselslag vocht ik een intense strijd uit met Logan Vanhuys (die op amper 45 honderdsten van Croenen eindigde). Normaal gezien kan ik die afstand in minder dan twee minuten zwemmen. Op de 100 meter vlinderslag was het ook vrij nipt (de Nederlander Kotterink eindigde als tweede op 55 honderdsten). Maar dat was voorspelbaar. Het waren leuke wedstrijden. Nu heb ik nog twee weken de tijd om beter te worden voor het WK in Windsor. Ik ben tevreden dat ik drie wedstrijden gewonnen heb, maar ik verkeer nog niet in de vorm waarin ik zou moeten zitten.”

Croenen eindigde als achtste op de 200 meter vlinderslag van de Olympische Spelen in Rio en ondervond aan den lijve de impact van een olympische finale. “Ik werd vaak tegengehouden om een foto te nemen en de mensen vroegen me naar de Spelen. Dat is leuk.”