Direct naar artikelinhoud

‘Belgisch Congo was erger dan het apartheidsregime’

Gedurende zijn vijftigjarige bestaan leek het onafhankelijke Congo/Zaïre nog het meest op een actieve vulkaan die slechts af en toe rust kende. Aan de vooravond van het grote 30 juni-jubileum sprak Koen Vidal, Congowatcher van De Morgen, uitgebreid met experts over de dramatische geschiedenis van de voormalige Belgische kolonie.

Vandaag deel 1: de koloniale periode

De officiële feiten en data zijn bekend: na een vernuftig diplomatiek offensief op de Conferentie van Berlijn legt de Belgische koning Leopold II in 1885 zijn hand op het Congolese grondgebied. Dankzij de handel in ivoor en vooral rubber verdient Leopold een fortuin aan de Kongo-Vrijstaat. Maar zijn heerschappij wordt gekenmerkt door mensenrechtenschendingen en massale sterfte: naar schatting 10 miljoen Congolezen komen om het leven door ontbering, de helft van de bevolking. In 1908 staat Leopold onder internationale druk zijn kroondomein af aan de Belgische staat, die het gigantische territorium - 77 keer België - tot 1960 zal controleren. Die laatste periode wordt door de toenmalige Belgische propaganda én vele ex-kolonialen als de “schoonste tijd” van onze nationale geschiedenis omschreven.

Dat nostalgische standpunt stuit anno 2010 op veel kritiek. “Als je het bekijkt vanuit de positie van de Belgische koloniaal, dan was het inderdaad een fantastische tijd”, zegt Congoautoriteit Colette Braeckman van de krant Le Soir. “De kolonialen bevonden zich op een speelterrein dat vele malen groter en avontuurlijker was dan België en hadden veel vrijheid om hun organisatietalenten en wetenschappelijke capaciteiten te ontplooien. Maar die optimale positie was natuurlijk wel gebaseerd op de dominantie van de ene groep op de andere. De Belgen waren de meesters, de Congolezen de slaven. Dat sommige Belgen zachtaardig waren, wil ik wel geloven. Maar het bleef een relatie van onderdrukking. Ex-kolonialen beweren vandaag misschien wel dat dit systeem niet door hen was bedacht, maar dat zegden de slaafeigenaren en de blanken van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime ook.”

Volgens Braeckman waren er slechts weinig Belgen die de relatie van onderdrukking als problematisch ervaarden. “Maar die klokkenluiders werden al snel gesanctioneerd: hun contracten werden niet verlengd, waardoor ze niet in Congo konden blijven. Andere dwarsliggers werden binnen de Belgische gemeenschap als outcast behandeld. Het systeem van de koloniale gemeenschap was erg hermetisch. Vergeet ook niet dat niet iedereen zomaar als koloniaal naar Congo kon vertrekken. Je moest een arbeidsvergunning hebben en kunnen aantonen dat je een bepaalde som op je bankrekening had staan. Het ging om mensen van de hogere sociale klassen. Gewone arbeiders maakten geen kans.”

Ook Daniel Vangroenweghe, professor emeritus van de Universiteit Gent, heeft het over een ondoordringbare rassenscheiding. Vangroenweghe schreef onder meer het boek Rood rubber, waarin hij de excessen van de Kongo-Vrijstaat beschreef. “De Belgisch-Congolese colour bar was erger dan die van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Andere koloniale mogendheden waren veel minder streng. In Frankrijk konden Afrikanen al in de jaren dertig komen werken en studeren. Verschillende Afrikaanse chefs kregen het recht om in de Franse Senaat te zetelen. Portugezen mochten met een zwarte vrouw huwen en konden zich zonder problemen met hun kinderen in hun thuisland vestigen. In België was dat not done. Bij ons werden mulatkinderen van de Afrikaanse moeder afgenomen, zodat ze door blanken konden worden opgevoed. Een kind van een zwarte vrouw en een blanke man, ging de redenering, is misschien niet zo slim als een zuiver blank kind, maar wel slimmer dan een zwart kind. Een pure übermensch-opvatting. Onversneden racisme.” Vangroenweghe zegt dat die de facto apartheid tot aan de onafhankelijkheid is blijven voortduren. “De hospitalen die de Belgen bouwden, hadden aparte ingangen voor blanken en zwarten. Bovendien waren westerse hotels als de Memling absoluut verboden terrein voor zwarten.”

Colette Braeckman zegt dat nogal wat Congolezen gewend waren geraakt aan de onderdrukking. “Via het onderwijs en de katholieke missies werd er aan psychologische conditionering gedaan, waardoor de blanke dominantie voor een stuk als normaal werd ervaren. Maar daarnaast waren er ook tal van revoltes die vreemd genoeg nog steeds niet tot de officiële geschiedschrijving behoren. Zo was er de geestelijke Simon Kimbangu, die zich in het begin van de vorige eeuw via geweldloze acties van burgerlijke ongehoorzaamheid verzette tegen de koloniale administratie en in 1921 werd gearresteerd. (Kimbangu overleed dertig jaar later in zijn cel, KoV) Ook op het platteland was de onderdrukking enorm. Via het koloniale leger werden arbeiders verplicht om producten als palmolie te leveren. De sociale druk was dermate hoog dat een uitbarsting na de onafhankelijkheid onvermijdelijk werd. Het officiële plaatje dat in het koloniale Congo alles rustig en vredig was, moet dringend worden gecorrigeerd.”

Wamu Oyatambwe, politoloog aan de VUB, bevestigt de negatieve aspecten van het Belgische kolonialisme, maar ziet ook positieve kanten. “De kolonisatie van Congo was op vele vlakken problematisch: de bevolking werd slecht behandeld, België heeft Congo niet voorbereid op de onafhankelijkheid en liet de ex-kolonie vervolgens aan haar lot over. Maar Brussel heeft ook positieve zaken gerealiseerd. Ten eerste: dat Congo bestaat hebben we te danken aan Leopold II. Die heeft dit grote territorium samengebracht. Ook de materiële vooruitgang die we tot 1960 boekten, hebben we aan de Belgen te danken. Het onderwijs, de wegen en de gezondheidszorg waren beter dan in de meeste andere Afrikaanse landen. Ja, de kolonisator heeft gruweldaden gepleegd en Congolese rijkdommen geplunderd, maar wij Congolezen moeten toegeven dat we het na de onafhankelijkheid niet veel beter hebben gedaan. In onze kritiek op de Belgische kolonisator zouden we daarom het best wat nuance en bescheidenheid aan de dag leggen.”

David Van Reybrouck, auteur van het onlangs verschenen Congo, een geschiedenis, deelt Oyatambwe’s genuanceerde visie. “Over de koloniale tijd kan er blijkbaar enkel in extremen worden gedacht. Ofwel gaat het om een geweldige triomf - zo dachten vele Belgen er vroeger over - ofwel was het totale gruwel. Die laatste versie lijkt nu uitgegroeid te zijn tot het dominante discours.” België moet op zoek gaan naar een volwassen omgang met zijn koloniaal verleden, redeneert Van Reybrouck. “Er is geen land dat zoveel gekoloniseerd is geweest als België. Romeinen, Bourgondiërs, Fransen, Habsburgers, Oostenrijkers, noem maar op. Opeenvolgende bezetters zorgden voor veel miserie, maar brachten ook vernieuwing. Onze huidige administratie en ons burgerlijk wetboek hebben we te danken aan Napoleon. Maar als we dan zelf eens een land koloniseren, vinden we dat we daar een eeuwig schaamtegevoel over moeten hebben. Ik wil het kolonialisme niet goedpraten, maar in België lijkt een groep ritueel zelfbeklag vandaag belangrijker te vinden dan het zoeken naar een nieuwe, serene en constructieve omgang met het koloniale verleden en het huidige Congo.”

Oyatambwe: “De strengheid van de Belgen voor het eigen verleden is voor een deel ook een Belgo-Belge fenomeen. Het koloniale handelen en de huidige problemen in Congo worden gebruikt als hefbomen om in België politieke tegenstanders aan te vallen. Als Belgische politici zich blijven fixeren op het vereffenen van rekeningen, zullen we in onze relatie met Congo belangrijke kansen missen.”

Van Reybrouck: “Als je de recente oorlogen in Congo bestudeert, kun je enkel vaststellen dat er de jongste vijftien jaar oneindig veel meer mensenrechtenschendingen zijn geweest dan in de 52 jaar dat België kolonisator was. Dat verklaart ook waarom de Congolezen veel minder negatief op de koloniale tijd terugblikken. Het Belgische schuldgevoel heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat ons referentiekader na de Koude Oorlog ingrijpend is veranderd. Noties als mensenrechten, democratie en corruptiebestrijding zijn veel belangrijker geworden in ons denken. Terecht. Maar voor een stuk heeft dat ook geleid tot een vorm van humanitair fundamentalisme dat elk zinvol Belgisch engagement in Congo verlamt. In plaats van aan zelfbeklag te doen zouden we beter opnieuw op het terrein gaan en dat betekent dat we opnieuw het risico moeten durven nemen om fouten te maken. De Congolezen hebben niets aan onze huidige smetvrees.”

Colette Braeckman: “Zo is het, de Belgen moet zich inderdaad niet heiliger gedragen dan de paus. De Congolezen vragen van ons geen excuses, maar wel hulp en bijstand om hun land op te bouwen. In die zin is het de morele plicht van België om de Congolezen te helpen, zodat ze eindelijk meester kunnen worden van hun eigen lot.”

De chronologie

1874-1877: De Britse ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley vaart de Congostroom af.

1885: Koning Leopold II roept de Kongo-Vrijstaat uit.

20 augustus 1908: Het Belgisch parlement keurt de annexatie van Congo goed.

17 december 1909: Leopold II sterft.

30 juni 1911: In Elisabethstad (het huidige Lubumbashi) wordt voor het eerst koper gegoten.

16 juni 1918: Nieuw decreet legt rassenscheiding in de steden op.

1921: Eerste exploitatie in de uraniummijn van Shinkolobwe.

3 oktober 1921: De geestelijke leider Simon Kimbangu wordt ter dood veroordeeld, koning Albert I (foto) zal later zijn straf omzetten in levenslang.

1929: De socialistische leider Emile Vandervelde stelt in het parlement de dwangarbeid in Congo aan de kaak.

1930: Striptekenaar Hergé publiceert Kuifje in Congo.

1931: Opstand van dwangarbeiders in palmolieplantages, meer dan vijfhonderd doden.

1940: Vanuit de Union Minière du Haut-Katanga wordt voor het eerst een lading uranium aan de VS geleverd.

1954: Oprichting van de universiteit Lovanium.

1955: Koning Boudewijn reist naar Belgisch Congo en Rwanda-Urundi onder de koosnaam ‘Bwana Kitoko’ (‘knappe jongeman’).

Een halve eeuw na l’indépendance onderwerpen de Belgen zich aan een gewetensonderzoek over de periode waarin ze een ander volk domineerden. ‘Tot aan de onafhankelijkheid gebruikte België in Congo pure übermensch-opvattingen’, zegt professor emeritus Daniel Vangroenweghe. Congoauteur David Van Reybrouck: ‘Als je de recente oorlogen in Congo bekijkt, kun je enkel vaststellen dat er de jongste vijftien jaar oneindig veel meer mensenrechtenschendingen zijn geweest dan in de 52 jaar dat België kolonisator was.’

Morgen deel 2: Congo onafhankelijk en de moord op Lumumba