Direct naar artikelinhoud

'Dat Doel verdwijnt, wil ik niet geloven'

Jeroen Janssen, dorpstekenaar van Doel, werkt momenteel zijn graphic novel over het Oost-Vlaamse polderdorp af. Speciaal voor M maakte hij een getekende reportage. 'Wat er in Doel gebeurt, stemt mij triest.'

'Er wonen een aantal hardleerse mensen in Doel die er willen blijven, en die steun ik." Sinds de uitbreidingsplannen van de Antwerpse haven is het Oost-Vlaamse polderdorp bedreigd. Perfecte timing dus voor Jeroen Janssen om de plek via tekeningen een tweede leven te geven. Met de regelmaat van de klok trekt hij er dan ook naartoe.

"Ik denk dat zo'n getekende reportage geschikter is dan andere media om de menselijke aspecten van het verhaal van Doel naar voren te brengen", zegt Janssen. Gedurende zijn dorpstekenaarschap maar ook daarvoor al liep de illustrator er door de straten, gewapend met een schetsboek en heel wat interesse over wat er leeft in zijn omgeving. "Wat er met Doel aan het gebeuren is, stemt mij triest. Ik praat erover met de inwoners die overblijven, en uit die verhalen distilleer ik dan schetsen voor het boek." Ondertussen zijn de tekeningen en het verhaal voor de graphic novel zo goed als af.

"Ik denk dat in mijn verhaal de menselijke aspecten van het verhaal van Doel veel meer aan bod komen dan in de andere media", vertelt Janssen. "Zo'n getekende reportage, dat is zogenaamde slow journalism. De papieren krant is zo een beter medium dan een boek, omdat de auteur zeer dicht op de actualiteit zit. Door de 'traagheid' van het werkproces zit je zo echt op de huid van de mensen. En dat kan een onbetaalbare bijdrage leveren aan de verslaggeving. Een getekende reportage is dan ook een primeur in de Vlaamse kranten."

De Vlaamse illustrator begon in de jaren 90 met het tekenen van strips. "Toen ik van '90 tot '94 in Rwanda werkte in een kunstschool, begon ik waargebeurde verhalen en autobiografische flarden om te zetten in striptekeningen", vervolgt hij. "Dat was een interessante ervaring, zo op het platteland tussen de boeren. Een heel andere manier van leven ook, die mij wel aantrekt. De armoede is misschien schrijnend, maar je leert met veel minder leven, en dan ben je na een tijdje ook met veel minder gelukkig."

Janssen kan niet leven van het tekenen en daarom klust hij bij. "Ik was achtereenvolgens begeleider van psychiatrische patiënten, chauffeur, tuinier, publiciteitsman in een veevoederbedrijf, postbode, leraar, en jobcoach." Momenteel werkt hij werkt deeltijds in de bibliotheek van Evergem. "Zo heb ik een bescheiden maar vast inkomen. Samen met mijn beurs van het Vlaams Fonds voor de Letteren zorgt dat ervoor dat ik mijn persoonlijk werk kan blijven brengen en dat ik niet de commerciële toer hoef op te gaan. Die vrijheid heb ik absoluut nodig."

Na het dorpstekenaarschap loopt het verhaal van Janssen niet ten einde. Hij is al bezig met het plannen van zijn volgende project, waarvoor hij opnieuw de Afrikaanse toer opgaat. "Ik ga Rwandezen en Belgen bezoeken die ik kende in de aanloop naar de genocide, en hun verhaal tekenen. Sommigen wonen nog in Rwanda, maar velen leven ook verspreid in België en de rest van Europa. Ik wil vooral het leven na de Rwandese genocide schetsen." Het wordt dus weer een waargebeurd verhaal, een bewuste keuze van Janssen: " Waarom zou je dingen gaan verzinnen als de realiteit zo vaak de fictie overtreft?"