Direct naar artikelinhoud

'Hoe mijn moeder het allemaal heeft gedaan, ik weet het nog niet'

Hij heet Jean Kluger, hij is het koppelteken tussen Will Tura en Daft Punk, en hij zegt: 'Kinderen heb ik nooit gehad, alleen artiesten'. Met Adela & Helena heeft hij nu ook een boek, over de onwaarschijnlijke odyssee van zijn moeder. 'Het is tijd om te vertellen.'

Als op het einde van het gesprek zijn telefoon een korte kreet slaakt, als een kassa die rinkelt, zegt Jean Kluger: "Alweer een aanvraag voor een reportage. Of ik iets zou kunnen vertellen over disco? Allez, ik zal nog maar eens mijn oud pak uit de kast halen."

Kluger, een jukebox vol verhalen, zit in de bar van het Brusselse Hotel Steinenberger, een plek waar gasten gretig de weelde omhelzen, en lacht. Even tevoren zat hij in de radiostudio van Ruth Joos, 's ochtends had hij zichzelf in Humo gezien, en nu, net op het moment dat hij een puntzak frieten en een glas rode wijn krijgt voorgeschoteld, staat er alweer een reporter voor zijn neus.

Kluger: "In mijn lange carrière in de muziekbusiness heeft niemand mij ooit een interview gevraagd. Maar nu ik een boek over mijn moeder uitbreng, schiet iedereen plots wakker en moet ik leren om over mezelf te spreken. Heel bizar. Je bent dus echt nooit te oud om te leren."

Zesenzeventig is de man intussen. Onmetelijk zijn verdiensten. Een bescheiden samenvatting, vrij naar Wikipedia: "Jean Kluger is een Belgisch componist, muziekuitgever en muziekproducent. Hij was de oudste zoon van muziekuitgever Jacques Kluger die van joodse origine was. Hij nam de productie van het werk van Will Tura over van zijn vader en scoorde meteen een hit met 'Eenzaam zonder jou'."

En, enkele alinea's verder: "In Parijs leerde Kluger Daniël Vangarde kennen met wie hij lange tijd zou samenwerken. Samen schreven ze hits voor onder meer Bananarama, The Gibson Brothers en The Lovelets."

Muziek, dus, is Klugers bloedstroom. "Kinderen heb ik nooit gehad", zal hij zeggen, na zijwegen langs Bobbejaan Schoepen en Johan Verminnen, Frank Sinatra en Jacques Brel, "alleen artiesten". En, jawel, ook Daft Punk. De Daniël Vangarde in bovenstaande omschrijving, namelijk, is Daniël Bangalter, vader van Thomas Bangalter, samen met Guy-Manuel de Homem-Christo spil van het Franse elektroduo.

Kluger: "Ik ken Thomas al van toen hij pas geboren was. Ik zie hem nog muziek maken in zijn slaapkamer, of samen met zijn vader naar een concert van Will Tura kijken. Zijn allereerste concert ooit, trouwens. Omdat zijn vader altijd zo gepassioneerd met muziek bezig was, heeft het me nooit verbaasd dat Thomas ook zelf grote carrière maakte. Al dacht ik vroeger altijd dat hij in de filmwereld zou stappen. Telkens als ik bij hen kwam, was Thomas naar de cinema. Die liefde voor het visuele vind je bij Daft Punk trouwens nog steeds terug. Net als de liefde voor klassieke dans, een erfenis van zijn moeder. Het gaat in artikels over Thomas steeds over de invloed van zijn vader, maar eigenlijk was de invloed van zijn moeder nog sterker."

Niet 'Get Lucky', het liedje dat haast achteloos de zomer op gang schoot, is de aanleiding van dit gesprek. Wel Adela & Helena - De odyssee van twee vrouwen door een continent in oorlog. Een fonkelnieuw boek, over twee moeders en hun odyssee. Verteld door twee zonen, naast Kluger ook zijn Nederlandse vriend Hans Kusters, en neergeschreven, gereconstrueerd zelfs, door Betty Mellaerts.

Een passage, veelzeggend: "Adela laat het zich allemaal welgevallen. Ze vindt dat ze het verdient na alle ellende. De zaadjes die Jacques met inzicht en volharding in de muzieksector heeft uitgestrooid, beginnen geld op te brengen, de zaken gaan goed en de kinderen zijn groot. Als de jongens nu nog een fijn Joods meisje vinden en kinderen krijgen, is Adela's leven wat haar betreft toch nog min of meer goed gekomen."

Hans Kusters, uitgever van onder meer Ferre Grignard, Stef Bos en Wannes Van de Velde, vertoeft op het moment van dit gesprek in een ziekenhuis, dichtbij een hoogzwangere dochter. De genen, ze dansen een onvoorspelbaar ballet. Dus is het Jean Kluger die nog een friet uit de puntzak prikt, en vertelt.

De vraag is niet zozeer waarom u dit boek heeft gemaakt, maar veeleer waarom het zo lang heeft geduurd.

Kluger: "Mijn moeder heeft ooit eens tegen mij en mijn broer gezegd: 'Jullie hebben nooit tijd. Jullie zijn altijd aan het lopen'. Nu is een tijd gekomen dat ik minder aan het lopen ben, en dat ik kan praten. Allicht moet je daarvoor eerst een bepaalde leeftijd hebben bereikt, om de dingen in een zeker perspectief te zien. Opeens ben je nieuwsgierig, ga je zoeken en gaan er allerlei poorten open."

En voor je het weet, ligt er een

boek in de winkel.

"Nu is het volgens mij tijd om te vertellen, want de laatste generatie oorlogsoverlevenden is heel snel aan het verdwijnen. Daarom wil ik iedereen de raad geven: 'Stel vragen aan je grootouders, nu het nog kan'. Hans en ik vonden het de hoogste tijd om de verhalen van onze moeders met de rest van de wereld te delen. Vooral omdat iedereen voortdurend zegt dat we vandaag moeilijke tijden beleven. Maar als je het vergelijkt met het leven van deze twee vrouwen valt het allemaal nog goed mee, denk ik. Honger en oorlog, dat is pas crisis. Het boek zegt heel veel over de verandering in de positie van de vrouw tussen 1914 en pakweg de jaren zestig: de pil, abortus, noem maar op. Wij kunnen ons bijna niet meer voorstellen hoe het geweest moet zijn om dat allemaal niet te kennen. Maar tegelijk zegt het boek dus ook veel over de wereld van vandaag."

Jullie moeders hebben elkaar nooit ontmoet, maar toch heeft uw

familiegeschiedenis veel raakvlakken met die van Hans.

"Eigenlijk kende ik Hans helemaal niet zo goed. Eén keer per jaar zien wij elkaar, op Midem (de internationale beurs voor de muziekindustrie in Cannes, ld). Twee jaar geleden zijn we daar toevallig aan de praat geraakt over onze moeders. 'Jij bent een echte Hollander', zei ik. Waarop Hans begon te vertellen over zijn moeder, die in Rusland was geboren, en via Berlijn en Duisburg in Breda was beland. Nog diezelfde avond heb ik op mijn hotelkamer zoveel mogelijk herinneringen aan mijn moeder opgeschreven. Over haar Poolse afkomst, haar reis naar Antwerpen en haar werk in de diamantsector. 's Anderendaags zeiden Hans en ik tegen elkaar: 'Hier moet een boek van komen'."

Had u veel herinneringen aan

uw moeder?

"Nee, helemaal niet. Het probleem is altijd hetzelfde: je vraagt nooit iets aan je moeder. Wij stelden nooit vragen, vooral de moeilijke niet. Over haar jeugd in Polen en haar ervaringen in de oorlog heeft mijn moeder nooit verteld. Enkel op het einde van haar leven hebben we redelijk veel gepraat.

Ik herinner me dat ik op een dag, hier in Brussel, naar een televisieprogramma over de Shoah (de Holocaust, ld) aan het kijken was en ineens een vriendin van mijn moeder herkende. 'O, die had een goede baan tijdens de oorlog', zei mijn moeder. 'Ze was assistente van een dokter in Auschwitz.' Die dokter was dus Josef Mengele, de 'Engel des Doods'. Bleek dat die vriendin de hele familie van mijn moeder in het concentratiekamp had zien passeren, terwijl mijn moeder al die jaren niet wist wat er haar familie na 1939 was overkomen. En er ook nooit over had willen praten. Onvoorstelbaar. Ik had dat verhaal nog nooit gehoord."

U vertelde daarnet dat voor Thomas Bangalter de moederfiguur erg belangrijk is geweest, meer nog dan zijn vader. Geldt dat ook voor u?

"Helemaal niet. Zolang hij leefde, draaide alles rond mijn vader. Hij was een heel aparte figuur, met veel aanzien in België en in het buitenland. Vooral tussen zijn vijfendertigste en zijn vijftigste heeft mijn vader enorm veel werk verzet. In mijn herinneringen was hij constant op reis met zijn artiesten, en probeerden wij hem zo goed mogelijk te volgen. Maar achteraf bekeken had mijn moeder toch veel invloed. Ik herinner me bijvoorbeeld dat Bobbejaan Schoepen langskwam met alweer een nieuwe vriendin, een zekere Josée. 'Als je niet bij haar blijft, moet je hier nooit meer binnenkomen', zei mijn moeder. Bobbejaan heeft dus goed geluisterd (lacht).

Door het maken van dit boek heb ik ingezien dat mijn moeder misschien wel de grootste kracht in mijn leven is geweest. Ze was niet altijd zichtbaar, maar ze heeft wel drie kinderen grootgebracht, zes talen geleerd en is na de dood van mijn vader meer dan veertig jaar alleen gebleven. Hoe ze het allemaal heeft gedaan, ik weet het nog niet. Tegenwoordig is iedereen ontevreden, hoe goed we het allemaal ook hebben. Geluk, bonheur, happiness: mijn moeder heeft het nooit gekend. Overleven, daar kwam het op neer."

Kent u het intussen, geluk?

"Ik heb het recht niet om te zeggen dat ik ongelukkig ben. Ik heb veel chanche gehad in mijn leven. Ik ben altijd onafhankelijk geweest, ik heb gedaan wat ik wou doen. Zoals iedereen heb ik problemen gehad, maar het is een mooi leven geweest. Dus ja, ik ben tevreden."

Jean Kluger zwijgt. Hij heft het glas, lacht en zegt: "En mijn hoofd zit nog steeds vol muziek".

Adela & Helena-De odyssee van twee vrouwen door een continent in oorlog is verschenen bij Uitgeverij Van Halewijck.