Direct naar artikelinhoud

Van den Broeck op de weg terug na blessure

Jurgen Van den Broeck is volop bezig met een zware revalidatie. Hij moet wel, wil hij weer de renner worden van voor zijn valpartij in de Tour. Die richtte een enorme ravage aan in zijn rechterknie.

"De impact op die knie moet verschrikkelijk zijn geweest", zegt kinesist Lieven Maesschalck. Het verdict was zwaar: de achterste kruisband en mediale band deels over met gewrichtsinstabiliteit tot gevolg, een kneuzing van de patellapees en het bot van het bovenbeen en een kraakbeenletsel in het gewricht. "Weet je wat me in de goeie afloop doet geloven? Tunnelvisie. Jurgen is zeer gedreven. Daar hou ik van."

Van den Broeck kruipt op een hometrainer. "Woensdag zat ik voor het eerst in vier weken weer op die fiets. Tien minuten, heb ik getrapt. Nu ja, trappen... Eerder de benen wat ronddraaien. Maar het maakte me zo blij als een kind. Pijn voelde ik niet, wel stramheid. De eerste dag stonden vooral spierversterkende oefeningen op het programma. De volgende dag kon ik 's morgens bijna mijn bed niet meer uit. Zo stijf. Mijn lijf was niets meer gewoon."

Professionalisme

Van den Broeck legt zijn lot met gerust gemoed in handen van zijn revalidatie-expert. "Liever had ik hier niet gezeten. Maar nu het moet, laat ik me blind door hem leiden. Lieven roept en tiert nooit, maar is streng en gedisciplineerd. Hij levert geen nattevingerwerk. Dit is puur professionalisme."

In de eerste week van Van den Broecks revalidatie wordt het accent gelegd op de mobilisatie van zijn geteisterde knie. "Die knie was massief gezwollen, vandaar dat we het initieel rustig aanpakken en hem na elke sessie ook even aan een speciale koelingsmachine met constante compressie leggen", vertelt Maesschalck. "Zo'n kniemechanisme is zeer delicaat voor een renner. Binnen zijn programma werken we ook preventief op andere zones en besteden we aandacht aan het hele lichaam. Dat laatste is vrij nieuw en revolutionair. Het zorgt ervoor dat je aan het einde van de rit een fittere en beter getrainde atleet aflevert."

Van den Broeck zwemt drie keer per week. "De absolute dooddoener." Hij stapt lengtes met gestrekt been, soms met tussensprint, zwemt crawl en schoolslag en maakt onder water cirkelbewegingen met beide benen. "Nu weet ik wat ze bedoelen met 'zweten in het water'."

Ook hier is voorzichtigheid het codewoord, stippen zwembegeleiders Frederique Neys en Ruben Cools aan. "We trainen vooral op uithouding. Jurgen heeft conditionele achterstand opgelopen, hij moet opnieuw opbouwen, zonder die knie te forceren. Water is wat dat betreft heel nuttig, omdat het je lichaamsgewicht draagt."

Van den Broeck ondergaat het allemaal. "Pijn moet er zijn", vindt hij. "Ik kan hier over zeuren, maar het is mijn dekselse job. Een normaal mens gaat ook om 8 uur de deur uit en komt pas om 17u na een zware werkdag weer thuis. Belangrijk is dat ik mijn vechtlust niet heb verloren. In januari koers ik weer, in de Ronde van San Luis. Maar ik besef dat ik nog weken te gaan heb."

"Ettelijke maanden", benadrukt Maesschalck nog eens. "Reken maar dat er nog zware momenten zullen komen."