Direct naar artikelinhoud

Reïncarnaties van Bach

'Gustav Leonhardt is Bach.' Het citaat was voor het eerst te lezen op een hoestekst die Frans Brüggen schreef voor een langspeelplaat met klavecimbelmuziek van Bach.

Brüggen bedoelde daarmee dat wie Leonhardt aan het klavecimbel Bach hoorde spelen, zich niet kon meer voorstellen dat het ook anders kon. Het was zoals het altijd geweest was, en zoals het altijd zou zijn. Hoe bedrieglijk dat inzicht ook is, het bleek voor de rest van de twintigste eeuw waar. Leonhardts leerlingen - van Ton Koopman tot Christopher Hogwood - zetten niet alleen zijn inzichten maar ook zijn stijl voort. En voorlopig is er nog geen klavecinist die iets belangwekkend nieuws zou uitgevonden hebben. Terwijl Leonhardts stijl, die niet op motoriek maar op ritme was gebouwd, niet op noten maar op de stiltes ertussen, in de zestiger jaren niet minder dan een revolutie was. Ach ja, er waren er toen nog meer. Wie nu naar Leonhardts opnames uit die tijd luistert, hoort niet alleen hoe zij de tijd hebben doorstaan. Hij hoort een diepe melancholie. Was Bach dan ook een melancholicus? Nauwelijks: uit het weinige dat wij uit de biografie weten over zijn psyche blijkt eerder een cholericus: in zijn muziek lezen wij een evenwichtige persoonlijkheid.

40 jaar Herreweghe

Het is de eeuwige paradox: al kan een interpretatie voor de eeuwigheid bestemd zijn, toch is ze altijd een reflectie van de interpreet en wordt ze bovendien nog gereflecteerd in de luisteraar. Er zijn geen reïncarnaties. In de zeventiger jaren vroeg Leonhardt aan de jonge Gentse koordirigent Philippe Herreweghe om hem behulpzaam te zijn bij de opname van alle kerkcantates van Bach. Vorige week, veertig jaar later, dirigeerde Herreweghe nog eens cantates van Bach in onze grote concertzalen en er ligt ook net een nieuwe cd-opname van diens mis in si-klein in de winkel (op Herreweghes eigen label Phi). In die veertig jaar is Herreweghe uitgegroeid tot een tweede reïncarnatie. Wat Leonhardt voor de klavecimbelmuziek was, van de toccata's via de Goldbergvariaties tot de Kunst der Fuge, is Herreweghe voor zijn vocale muziek geworden. Nochtans is Herreweghe bijna de antipode van Bach: hier een modern, spiritueel maar ook tot op zekere hoogte agnostisch man; daar een diepgelovige, burgerlijke muzikale handwerker uit het protestantse Duitsland van de achttiende eeuw. Nogmaals: er zijn geen reïncarnaties. Toch heeft Herreweghe zelf al voorspeld dat er dringend een nieuwe impuls voor Bach moet komen. Zijn opname klinkt als een eindpunt. Wanneer staat de nieuwe Bach op?

J.S. Bach, Missa in h-moll BWV 232. Dorothee Mields, Damien Guillon, Thomas Hobbs, Peter Kooij, Collegium Vocale Gent, Philippe Herreweghe. 2 cd's, Phi LPH 004