Direct naar artikelinhoud

Verdwalen in een grimmig paradijs

De mist die zondag het land oversluierde leek bewust opgetrokken voor de komst van Beach House. Want ook tijdens hun concert in de AB hield het trio liefst de zichtbaarheid beperkt en het mysterie intact.

"It's a strange paradise." Alsof ze in een trance verkeerde, bleef Victoria Legrand die woorden minutenlang herhalen in de finale van de show. Daarmee beschreef de zangeres perfect de staat waarin het grootste deel van haar publiek zich inmiddels bevond. Gelukzaligheid en bevreemding lagen meestal dicht bij elkaar tijdens dit optreden.

De groep rond Legrand en gitarist Alex Scally wisselde nauwelijks één woord of blik met de fans, hoewel Legrand kort aangaf dat "dit het concert was waar de groep al weken lang naar uitgekeken had". Maar zwijgzaam of niet: een rist dromerige popsongs volstond om het publiek in een euforische roes te houden. Gedempte echo's van synthpop en kille shoegaze legden het daarbij aan met de gracieuze gitaarlijnen van Scally. Tegelijkertijd zorgden voorgeprogrammeerde ritmes en een livedrummer voor stevig weerwerk tegen dat hoogpolige klanktapijt.

De grootste publiekslievelingen kwamen niet onverwacht uit de doorbraakplaat Teen Dream, met uitschieters als 'Walk in the Park', 'Norway' of 'Zebra'. Maar daarnaast liet de groep ook hoogtepunten optekenen met de grandeur van 'Lazuli' uit de laatste langspeler Bloom, of het elegante 'Gila' uit Devotion.

De thuishaven van Beach House is het akelige Baltimore - sinds de serie The Wire beter bekend als Oord van Verderf - maar het strandhuis van Legrand en Scally leek eerder opgetrokken in de Elysese velden: een paradijselijke onderwereld, waarin de hese altstem van Legrand bedoeld was om te bedwelmen. Elke zwoele zucht, elke adembenemende uithaal hield ons alleszins in de ban.

Wie zich de moeite getroostte om dieper in de songs te verdwalen, moest dan weer al gauw voorbij gaan aan dat idyllische beeld van zee, zon en zand. De puntige rotsen in 'Wild', de ijzige zeebries in 'Wishes' en her en der aangespoeld wrakhout zorgden voor een grimmiger beleving.

Maar zo veel beelden als hun muziek opriep, zo sober bleef de aankleding van het podium. Grote ventilators draaiden op de achtergrond, en af en toe speurden talloze witte zoeklichten in de zaal, terwijl een fonkelende sterrenhemel op de backdrop verscheen. Vaker keek je evenwel uit op drie silhouetten, die amper bewogen in de duisternis.

Wie een dynamische show verwachtte, was er dus aan voor de moeite. Maar House statische grandeur aanwrijven, is als mopperen dat de hemel blauw is. Dagdromen doe je nu eenmaal niet tussen vuurwerk en afweergeschut.

Beach House, gezien in de AB op 18 november