Direct naar artikelinhoud

Iedereen aast op Katanga's grondstoffen

Het rommelt in het Congo van Joseph Kabila. Na onlusten in Kinshasa is nu de provincie Katanga aan de beurt. Heeft Kabila het roer nog in handen?

Bij gevechten tussen het Congolese regeringsleger en rebellen in Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie Katanga, zijn deze week minstens 26 personen om het leven gekomen. Volgens de politie was sprake van een aanval door een afscheidingsbeweging. Katanga is rijk aan grondstoffen als koper, kobalt, goud en uranium.

De gevechten in en bij Lubumbashi, de tweede stad van Congo met circa een miljoen inwoners, vonden in de nacht van maandag op dinsdag plaats en zouden zeker acht uur hebben geduurd. Onder de doden zijn zowel regeringsmilitairen als opstandelingen. Hoewel de rebellen uit de stad zouden zijn verdreven, ligt het openbare leven stil.

De rebellengroep heet Mai Mai Kata Katanga ('Scheid Katanga af') en staat onder leiding van Gedeon Kyungu Mutanga. Hij vocht eerder samen met het Congolese regeringsleger, werd in 2006 in de cel gezet, maar kwam in september 2011 vrij toen zijn aanhangers de gevangenis van Lubumbashi overvielen. Vorig jaar maart viel hij de stad met een kleine groep rebellen ook al aan.

De aanval op Congo's tweede, en economisch belangrijke stad volgt kort na een aanval, eind 2013, door rebellen in de hoofdstad Kinshasa. Hierbij ging het om aanhangers van Joseph Mukungubila, een christelijke predikant die bij de verkiezingen van 2006 verloor van president Joseph Kabila en zich sinds die tijd als 'door God gezonden' beschouwt om Kabila te verdrijven.

Onafhankelijkheid

De volkomen onverwachte opstand in Kinshasa, bij de internationale luchthaven en de gebouwen van de Congolese staatszender, leek nauwelijks gecoördineerd. De aanvallers gebruikten stokken en kapmessen en slechts een enkel vuurwapen. Niettemin boden zij fel verzet. Volgens de autoriteiten kwamen meer dan honderd personen om het leven.

De onrust in het zuidoostelijke Lubumbashi en het westelijke Kinshasa voegt zich bij het al bijna twintig jaar durende geweld van diverse milities in het oosten van het immense Congo. In bijna alle gevallen speelt hierbij de machtsstrijd over het beheer van 's lands grondstoffen de belangrijkste rol. In de provincie Katanga geldt dat feitelijk al sinds 1960, het jaar waarin Congo onafhankelijk werd van België.

Direct na de onafhankelijkheid verklaarde de toen autonome provincie Katanga zich onafhankelijk, onder leiding van Moise Tshombe. Niet iedereen in het gebied voelde hiervoor, maar Tshombe had de steun van Belgische zakenlieden en militairen. Ook westerse landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk steunden Tshombe en zagen hem als tegenwicht tegen de verondersteld communistische premier, Patrice Lumumba.

Vliegtuigongeluk

Pas in 1963 sloot Katanga zich officieel aan bij de rest van Congo. Het was de afsluiting van een van de roerigste perioden uit de geschiedenis van de Koude Oorlog, met onder meer de moord op Lumumba en de nog altijd onopgehelderde dood bij een vliegtuigongeluk van Dag Hammarskjöld, de secretaris-generaal van de VN.

Ruim vijftig jaar later is de zowel landelijke als internationale strijd om Congo's grondstoffen (die 'verrukkelijke taart', aldus koning Leopold II) nog altijd gaande. Dat Joseph Kabila de verschillende aanvallen op zijn bewind weet te verslaan, heeft ook te maken met de steun die hij, vooralsnog, van de internationale gemeenschap krijgt.