Direct naar artikelinhoud

Hoe Europa Kiev kan helpen

Europa kan Poetin te slim af zijn, maar daar zijn strategisch denken, geduld en subtiliteit voor nodig

De Verenigde Staten waren weer onoplettend geweest toen president Viktor Janoekovitsj van Oekraïne bezweek onder de druk van Moskou en aankondigde dat hij geen associatie- en handelsverdrag zou ondertekenen met de Europese Unie. Niemand in Washington had voorzien dat de beslissing van Janoekovitsj demonstraties teweeg zou brengen van een omvang die we niet meer gezien hebben sinds de Oranje Revolutie in 2004.

Toen de eerste verbazing was weggeëbd, grepen de Amerikaanse leiders naar de gereedschapskist van de Koude Oorlog. Er gingen waarschuwingen naar hun Oekraïense tegenhangers, er waren strenge verklaringen en dreigementen met sancties. Amerikaans staatssecretaris voor Europese Zaken Victoria Nuland bracht een bezoek aan Maidan, zoals het Onafhankelijkheidsplein in Kiev genoemd wordt, en deelde brood en koekjes uit aan de demonstranten. Senator John McCain, zoals steeds de heldhaftige strijder, sprak de pro-Europese betogers ophitsend toe. "Amerika staat aan jullie kant", zei hij.

Maar dit is geen Koude Oorlog tussen de vrije wereld en een boosaardig rijk. Deze keer staat Europa in de frontlinie en liggen de prioriteiten van Amerika elders.

Uniforme strategie

De gebeurtenissen in Oekraïne zijn een test voor de Europese Unie, omdat ze vragen over de Europese identiteit, grenzen en macht aan de oppervlakte brengen. De crisis benadrukt ook het feit dat Europa geen uniforme strategie heeft tegenover zijn ambitieuze buur in het oosten, Rusland.

Het verklaart allemaal waarom de Europese Unie op een andere - subtielere, minder confronterende manier - reageert dan de Verenigde Staten.

Stomverbaasd over de zet van Janoekovitsj beseften de Europeanen snel dat ze zijn oprechtheid verkeerd hadden ingeschat, de impact van hun 'oostelijk partnerschap' hadden overschat (het was de bedoeling de voormalige Sovjetrepublieken dichterbij te brengen zonder volledig lidmaatschap van de Unie) en de vastberadenheid van president Poetin om Oekraïne binnen de Russische invloedssfeer te houden hadden onderschat.

"Brussel was naïef", zei Aleksander Kwasniewski, de voormalige Poolse president die namens het Europees Parlement onderhandelde met Kiev.

Dit buitengewone verhaal gaat ook over de Russische macht en identiteit, en Poetin is niet van zin Oekraïne zomaar los te laten. Wat kan Europa doen? Het kan Oekraïne niet kopen, en het kan ook niet openlijk een regimewissel nastreven - Janoekovitsj is tenslotte de verkozen president. Maar Europa heeft andere troeven.

In 2004, het jaar van de Oranje Revolutie in Kiev, nam de Europese Unie tien nieuwe leden op, waaronder zes voormalige landen van het Warschaupact. Vandaag zijn een paar van de jongere leden - Zweden, Polen en Litouwen - belangrijke spelers in het drama, die Brussel nieuwe expertise aanreiken.

Stefan Füle, die als Europees commissaris voor Uitbreiding de onderhandelingen met Oekraïne voert, is een 51-jarige Tsjech, die in de jaren tachtig opgeleid werd aan het Staatsinstituut voor Internationale Relaties in Moskou. De ambassadeur van de Europese Unie in Kiev is een ervaren Poolse diplomaat, Jan Tombinski. Dat is het nieuwe Europa, dat het Oosten en het Westen nu al tezamen brengt.

Voor Europa spreekt ook zijn welvaart. In 1990 had Polen ongeveer hetzelfde bbp per inwoner als buur Oekraïne. Vandaag ligt dat drie keer hoger - en alle Oekraïners weten dat. Als de Oekraïners de Polen inhalen, dan zullen de Russen dat zien.

De Europese Unie staat vooral voor democratische waarden. Ondanks de recente economische ellende blijft de Europese Unie heel aantrekkelijk voor burgers buiten de Unie. Een zee van demonstranten die trots met de Europese vlag zwaaien is misschien een vreemd gezicht voor Europeanen, maar voor al die Oekraïners staat de saaie bureaucratie van Brussel voor recht, een bestuur zonder corruptie en solidariteit - en voor dat Europa willen ze vechten.

Moreel standpunt

Oekraïne kan niet meteen de 29ste lidstaat van de Europese Unie worden. Maar de revolte op Maidan toont aan dat er een vooruitzicht moet zijn om bij de Europese Unie te komen als Oekraïne aan bepaalde voorwaarden voldoet, ook al duurt dat nog dertig jaar.

De Europese leiders moeten ook werken aan een gemeenschappelijke houding tegenover Poetin. Voor sommige landen betekent dat gewoon dat ze moeten kiezen voor een moreel standpunt en zakelijke belangen niet langer laten primeren. Europa kan Poetin te slim af zijn, maar daar zijn strategisch denken, geduld en subtiliteit voor nodig - in plaats van het spierballengerol van het Amerikaanse handboek uit de Koude Oorlog.

Net zoals de burgers van Kiev moet de Europese Unie op de lange termijn denken. Ze moet actief de opkomende Oekraïense burgermaatschappij steunen door zich open te stellen. Het kan Oekraïners visa geven en beurzen, het kan opleidingen - in echte politieke dialoog en degelijk bestuur - aanbieden, allemaal dingen waar de Russische heersers weinig verstand van hebben.

Toen Janoekovitsj op 17 december ging smeken in Moskou, bood Poetin hem een dikke vis aan, in de vorm van leningen ter waarde van 15 miljard dollar en goedkoop natuurlijk gas, waarmee de Oekraïense president gelukkig naar huis keerde. De Europese Unie zal Oekraïne geen dikke vis geven, maar het kan het land wel leren om zelf uit vissen te gaan. Dat zijn we al die pro-Europese demonstranten verschuldigd die staan te bevriezen op het Maidanplein.