Direct naar artikelinhoud

Een buitenboordmotor op de oorschelpen

Na het tijdperk van de oortjes heeft de hoofdtelefoon zijn plaats in het straatbeeld glorieus heroverd. Het luistert nauw; in alle betekenissen van de uitdrukking, want voor elk type muziek blijkt er een eigen hoofdtelefoon te bestaan. Robert van Gijssel

Weet u nog, ergens rond de introductie van de eerste iPod, in 2001? Liep de halve wereld ineens rond met van die lullige witte draadjes uit de oren, als een vrolijk dubbel aanhalingsteken dat zei: 'Ik ben er even niet, ik luister muziek in de binnenruimte.'

Het is al bijna nostalgie. Want die witte draadjes, vastgeknoopt aan luidspreekdopjes voor diep in de gehoorgang, die kunnen echt niet meer. De muziekmens van nu wandelt, forenst, vliegt en fitnest met een stoere buitenboordmotor op het hoofd. Twee helwitte roomsoezen tegen de oren geplakt. De schaamte voorbij.

Sinds de hoofdtelefoon in de ware zin van het woord terug is in het modebeeld (in de jaren tachtig, ten tijde van de walkman, wisten we niet beter), is de ontwikkeling van het ding uiteraard ook in een versnelling geraakt. Want er valt wat te halen bij de consument, die de jackplug na de iPod nu ook kan steken in de smartphone, afgeladen met gigabytes aan mp3's. Een miljardenmarkt.

Dat had de Amerikaanse beatbakker en rapgigant Dr. Dre snel in de gaten - leer een hiphopper de geur van het grote geld kennen. In 2008, bij de introductie van de eerste Beats by Dre-hoofdtelefoon, toen nog 'voor in de studio', merkte de rapmogul op dat met zijn hoofdtelefoon de luisteraar eindelijk hoort wat de artiest hoort: all the music. En in het geval van Beats by Dre was dat vooral hiphop en dance, muziek opgebouwd rond vette bassen en diepe basdrums.

Met de Beats by Dre hoorden we inderdaad van ergens diep onder de aarde opgegraven bassen, rond en zwaar, puur en onvervormd. Maar dat het apparaat nu al ruim een jaar het straatbeeld bepaalt, heeft met meer te maken dan fraaie bassen alleen. De Beats werd een modegadget vanwege de goede looks. Mede dankzij topvoetballers werd de hoofdtelefoon een vast attribuut in het outfit van jongeren wereldwijd. Spits Dieumerci Mbokani van Anderlecht vertoont nergens zijn hoofd zonder dat er een mastodont van een muziekinstallatie op staat. Zijn ploegmaats en concurrenten doen er amper voor onder.

Je kon er dan ook op wachten: nog meer hoofdtelefoons van muzikale helden. Voor muziek die dus juist met díe hoofdtelefoon volledig tot zijn recht zou komen. Jawel, hiphopicoon en entrepreneur 50 Cent meldde zich met de weinig originele Street by 50. Ook voor diepe bassen, en ook voor een modebewust ritje met de metro. Van heel ver kwam ineens Bob Marley aanzetten, met de House of Marley-hoofdtelefoonlijn, waarmee de reggae dan eindelijk eens naar waarde kon worden geschat.

Dr. Dre ging in de tegenaanval, liet Beats ontwerpen door Justin Bieber en housegod David Guetta, voor de liefhebbers. En met de komst vorige maand van de Motörheadphönes, voor metal en dus juist geen diepe bassen, kunnen we de bandjeshoofdtelefoon officieel tot trend verklaren.

Hebben we met de band-enhanced headphone nu te maken met marketingonzin, of moeten we echt heel nodig voor ieder muziekgenre een aparte hoofdtelefoon aanschaffen? We deden de test en draaiden Motörhead ('Ace of Spades'), 50 Cent ('In da Club') en Bob Marley ('Exodus') door de Motörheadphöne, de Street by 50 en de House Of Marley. Hoe klonk dat?

Street by 50

Type: wired, 'over-ear'

Prijs: 249 euro

Design: De Street by 50 voor over het oor, en dan vooral de witte, valt op. Het is een plastic bakbeest, een dat gezien wil worden. Doet sterk denken aan de meest luxueuze versie van de Beats, en is dan ook gemaakt voor jonge hiphopfans.

Comfort: Het gevaarte zit best prettig, tot je gaat wandelen. De Street heeft de neiging nogal heen en weer te schuiven: als je naar de wolken kijkt, wil het ding aan de achterkant van je hoofd glijden.

Geluid: De Street heeft een klein probleem, en niet eens van al te technische aard. Zet je de witte roomsoezen op de oren, dan lijken die het buitengeluid naar binnen te trekken en blikkerig te vervormen. Vreemd. In de metro hoor je met de Street op je hoofd toch vooral metrogeluiden, en het volume moet erg hoog, wil je dat gaan overstemmen.

Maar het moet gezegd: 'In da Club' klinkt alsof je het daadwerkelijk hoort in de club. Mooie ronde, vlezige bassen met een stevige thud. De hoge tonen lijden er niet onder: we registreren spetterende hi-hats, ook bij een aantal testbeurten met stevige techno. Ook 'Exodus' krijgt meerwaarde dankzij een prachtig brommende bas.

Dan het voor deze hoofdtelefoon toch wat gevreesde 'Ace of Spades'. Helaas, 'Ace of Spades' klinkt vreselijk. Het scheurwerk der gitaren lijkt te komen aanrollen door een tunnel: een en al galm, veroorzaakt door de ronkende bas. Het maakt de Street een echte genrehoofdtelefoon, weinig geschikt voor gitaren of, we noemen maar wat, klassiek.

Motörheadphöne

Type: Motörizer

Prijs: 129,99 euro

Design: Robuust, om niet te zeggen onverwoestbaar. Zwarte, hardplastieken over-het-oor-doppen, uiteraard inclusief bloeddorstig Motörhead-logo, stoffen snoer, en flexibel rubberen overkapping voor boven het hoofd. Met de Motörizer op de schedel ben je geen modewatje, maar gewoon best wel stoer.

Comfort: De Motörizer zit heerlijk. Fluwelen kussentjes voor rond de oren (niet voort vertellen), en de rubberen beugel houdt het apparaat keurig op zijn plaats.

Geluid: Wat gelijk opvalt, tijdens het afspelen van Motörheads hit 'Ace of Spades': de plonkende bas klinkt droog en strak, krijgt geen kans de galmstand in te gaan. Dat is dus het hele idee van de Motörheadphöne. De basdrum en bas worden beheerst kopje onder gedrukt, waardoor vooral de middentonen en hoge tonen kunnen komen bovendrijven. Bij metal wil je de gitaren horen snijden en mogen de oren piepen bij schreeuwzang en snerpende overdrive.

De verwachte dramatische gevolgen bij het afspelen van zowel Bob Marley's 'Exodus' als 50 Cents 'In da Club' blijven uit. De onderdrukte bas klinkt nog alleszins redelijk, al mag het volume van de smartphone of versterker nu wel wat omhoog. De kenmerkende, afgemeten synthakkoorden van 'In da Club' zijn in deze gortdroge luistervariant zelfs uitermate smakelijk. Maar een hoofdtelefoon als een basmachine, waaronder je je in een houseclub mag wanen, is de Motörizer natuurlijk niet.

House of Marley

Type: Destiny Trenchtown Rock

Prijs: 299 euro

Design:De House of Marley-lijn wil duurzaam lijken. Dus wordt er gebruik gemaakt van natuurlijke materialen, zoals hout, stof en leer. Het onvermijdelijke rood-geel-groene rastarandje is subtiel verwerkt in de over-ear oordoppen en in het stoffen snoer. De Trenchtown Rock is van staal, hoogwaardig aluminium en leer. Mooi spul, maar wel aan de zware kant.

Comfort: Een gewichtig apparaat, maar zo strak op het hoofd dat hij nauwelijks gaat wiebelen. Na een halfuur begint het hoofd wel wat bekneld te voelen.

Geluid: Wat een monster! We zijn na de Street wat gewend aan bassen met een opstoot, maar de Trenchtown Rock slaat alles. 'In da Club' klonk niet eerder zo sexy, om nog maar te zwijgen van 'Exodus' Bob Marley. De reverb van de gitaarintro klinkt prachtig en vermoedelijk zoals het bedoeld was. Hetzelfde geldt voor het koper en de zwierige achtergrondzang. Als daarna de baslijn binnendreunt, ben je verkocht. Kippenvel, terwijl je dat nummer toch al vaker hebt beluisterd. En dat dankzij active noise cancelling, een om te schakelen knop op de linker oordop, die alle buitengeluid laat verdwijnen en de bassen zo in een maagdelijk oor laat druipen.

'Ace of Spades', klinkt door de Trenchtown Rock mét noise-onderdrukking nogal galmend, maar daar kan wat aan gedaan worden. Schakel de functie uit en de Rock wordt een 'normale' hoofdtelefoon, ideaal voor vele genres. De Trenchtown Rock wint deze test. Maar dat viel op basis van de prijs natuurlijk ook te verwachten.