Direct naar artikelinhoud

Stedelingen voelen zich veiliger dan plattelandsbewoners

Wie in pakweg Watou woont voelt zich onveiliger dan iemand in hartje Antwerpen. Tot die verrassende conclusie komen onderzoekers nadat ze de gegevens verzameld in de Survey naar Culturele Verschuivingen analyseerden.

Tussen 1998 en 2008 steeg het onveiligheidsgevoel lichtjes: de Vlaming is en blijft een behoorlijke angsthaas. Een derde doet onmiddellijk de deuren van zijn wagen op slot uit angst overvallen te worden, meer dan zeven op de tien vinden de straten de afgelopen tien jaar onveiliger geworden en ruim vier op de tien denken dat de politie machteloos staat tegen over criminaliteit. Het zijn enkele resultaten uit de jaarlijkse bevraging van de Vlaamse overheid bij zowat 1.500 volwassenen.“Onveiligheid wordt bovenal geassocieerd met een grootstedelijke context”, legt onderzoeker Dries Verlet van de studiedienst van de Vlaamse overheid uit, “maar in feite is daar weinig wetenschappelijk onderzoek naar verricht. Vaak gaat het om conclusies die getrokken worden vanuit andere studies. Wij wilden zien hoe het werkelijk zat.” En dat bleek een verrassende vaststelling op te leveren: wie in een grootstad woont voelt zich veiliger dan wie op het platteland woont, wie in een gebied leeft dat omschreven wordt als ‘industrieel-achtergesteld’ is meer op zijn gemak dan wie in een landelijke regio resideert. Groen bevordert het veiligheidsgevoel niet.

Tussen de oren

“Het komt erop neer dat wie leeft in een gebied dat objectief gezien onveiliger is zich vaak veiliger voelt dan iemand in een rustig dorpje”, legt Verlet uit. Hoe de onderzoekers het ook draaiden of keerden, ze kwamen altijd bij die vaststelling uit. Zo keken ze naar wie zich onveilig voelt. Dat zijn bovenal lageropgeleiden, mensen die niet tevreden zijn met hun leven, werklozen en bovenal ouderen. Plattelandsbewoners zijn statistisch gezien vaak ouder, bijgevolg ook vaker laaggeschoold en moeten in meer gevallen rondkomen met een laag inkomen. “Maar daar hebben we allemaal een abstractie van gemaakt”, aldus Verlet, “en dan nog geldt hetzelfde. Mijn conclusie is dan ook dat het onveiligheidsgevoel voor een heel groot stuk tussen de oren zit.”Het lijkt een moeilijke opdracht voor het beleid om dat aan te pakken, al is er een uitweg: de aanwezigheid van allerlei sociale voorzieningen lijken een positief effect te hebben. “Mensen die vrijwilligerswerk doen of lid zijn van een verenging voelen zich over het algemeen veiliger”, legt Verlet uit.