Direct naar artikelinhoud

Belg vist gigantische schat op uit scheepswrak in Javazee

'Elk jongetje droomt er toch van ooit een schat te vinden'

Voor de Indonesische kust, op ongeveer 270 kilometer van de hoofdstad Jakarta, vond de Brusselse Luc Heymans op de bodem van de Javazee een scheepswrak dat uit de tiende eeuw dateert. "Het schip werd vorig jaar in februari toevallig ontdekt door enkele vissers. Zij misten echter de middelen en de knowhow om de schat zelf aan land te krijgen. Daarom werd op ons een beroep gedaan."

Heymans was met dit project niet aan zijn proefstuk toe. Hij verkende eerder al de zeebodems van Viëtnam en de Filippijnen. Samen met een 24-tal duikers uit België, Frankrijk, Duitsland, Engeland en Australië begon hij in april 2004 aan een heuse expeditie die maar liefst anderhalf jaar en 24.000 duikbeurten zou duren. Voor Heymans is dit de ultieme uitblinker op zijn duikers-cv. "Het zou wel eens de belangrijkste vondst in de streek van Azië kunnen zijn", voegt hij er kalm aan toe. "De totale vondst is zeker tientallen miljoenen euro waard: 50 procent van de opbrengst gaat naar de Indonesische staat, en ook de privé-investeerders van het project krijgen hun deel. Het geld dat ik eraan overhoud, gaat naar nieuwe projecten."

Niet minder dan 250.000 stukken werden uit het wrak opgevist, waaronder spiegels, parfumflacons, borden, glazen, keramieken theepotten en kommen, en zeldzaam Chinees porselein. "Dat porselein is bijzonder waardevol en dateert uit de periode van de Vijf Dynastieën (907-960) en de Dynastie van de Fatimiden. Uit die tijd werd tot nog toe weinig gevonden, dus valt er uit onze vondst veel te leren." Daarnaast omvat de buit 14.000 parels, 4.000 saffieren, vierhonderd wijnrode robijnen en met draken versierde zwaarden. "Het project gaf me een hevige adrenalinestoot", vertelt Heymans.

In 2006 of 2007 belanden de opgepoetste stukken onder de veilinghamer. Heymans: "De objecten kunnen zowel naar een privécollectie als naar musea gaan. Zelf hoop ik op dat laatste. Dan kan iedereen de schatten bewonderen en kunnen andere archeologen er ook van leren."

Frederic De Vreese, die al zestien jaar duikinstructeur is bij de Belgische Duikfederatie Livras, dook zes maanden mee met Heymans. "Ieder kind droomt er wel van om net als Kuifje een schat te ontdekken. Het was dus een heel plezierige ervaring. Ik duik al 24 jaar, maar heb nog nooit iets gevonden dat op een waardevol scheepswrak lijkt, ook al hou ik de zeebodem goed in de gaten."

Ook voor De Vreese was het een onvergetelijk project. "Ik heb ongeveer 72 keer gedoken, meestal zakten we twee keer per dag naar het schip af. Mocht ik de kans krijgen, dan zou ik meteen teruggaan. Maar het was misschien nog iets straffer geweest als we het scheepswrak zelf hadden ontdekt. De vissers die het schip op het spoor kwamen, waren overgelukkig. Dat zijn arme mensen met een echt hondenleven, die plots rijk zijn geworden door de plaats van het wrak aan ons af te staan."

Net zoals het een spannend scenario van een avonturenroman betaamt, kwamen er ook kapers op de kust. "Het project heeft twee maanden stilgelegen, omdat een andere firma onze duikersplek wilde opeisen. Ook de komst van de nieuwe regering zorgde voor wat strubbelingen, maar de overheid moest wel inzien dat onze papieren in orde waren."

Of hij als duiker geen recht heeft op een zelf opgevist object? "Helaas niet", lacht De Vreese. "Maar ik ga zeker naar de veiling. Ik zou toch graag een à twee stukken kopen, als er geen te grote getallen geboden worden tenminste."

Eline Delrue