In 2014 diende een jonge Afrikaan een klacht in bij de sociale inspectie. Volgens de man hadden de Gentse paters Augustijnen hem onder het voorwendsel van een priesteropleiding naar België gehaald, maar moest hij het klooster onderhouden en klusjes opknappen, zonder dat hij betaald werd.

Het arbeidsauditoraat wil de paters nu vervolgen voor mensenhandel, zwartwerk en schriftvervalsing. Ze zouden tussen 2008 en 2014 minstens voor 19 jonge Afrikaanse mannen valse documenten hebben opgemaakt die moesten aantonen dat ze in eigen land al een kloosteropleiding hadden gevolgd. Zo kregen ze een visum lang verblijf.

Tijdens hun opleiding in het klooster werden ze volgens het gerecht met “een strak werkschema” voor kost en inwoon tewerkgesteld. Ze moesten ook toestemming vragen om buiten te komen.

Voor de advocaten van de paters is het “inherent aan een kloosterorde” dat buitenlandse kandidaten niet alleen vertrouwd raken met “de spiritualiteit van de gemeenschap”, maar ook praktische taken uitvoeren. “Die traditie wordt nu blijkbaar alsmensenhandel en sociale fraudeomschreven. Dat lijkt ons meer een ideologisch vooroordeel dan een juridisch oordeel. We zullen ons daar krachtig tegen verzetten.”