Direct naar artikelinhoud

Blair Inc.

De Britse ex-premier Tony Blair weet als geen ander zijn netwerk uit te melken. Vorig jaar zou de nv Blair een kleine 16 miljoen euro hebben verdiend. Tweehonderdduizend euro krijgt hij soms voor een speech van twintig minuten. Hoe ethisch is het om op die manier te profiteren van contacten die je kon opdoen tijdens de publieke dienst?

Aan de buitenkant van nummer 9, Grosvenor Square is niets vreemds te zien. Het enige opzienbarende van het laat-18de- eeuwse pand in de chique Londense wijk Mayfair is het bordje waarop staat dat hier twee eeuwen geleden John Adams woonde, de tweede Amerikaanse president en de eerste Amerikaanse ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk. Een deur verder is een etablissement van Gordon Ramsay en elders op het plein staat een bronzen Ronald Reagan. Wat weinig passanten zullen weten, is dat dit vijf etages tellende gebouw, met een elegante glas-in-lood schuifdeur, het hoofdkwartier is van het uitdijende imperium gesticht door een voormalige Britse premier met presidentiële neigingen. Dit is The Office of Tony Blair.

De koning is dood, lange leve de koning. Achteraf bleek deze proclamatie ook te gelden voor New Labour. Bij Blairs aftreden in juni 2007 leek er een einde te zijn gekomen aan het baanbrekende politieke project, maar de Derde Weg tussen thatcherisme en socialisme bleek zich te hebben verplaatst naar het buitenland. New Labour globaliseerde. Weliswaar minder zichtbaar voor het grote publiek, maar met dezelfde patronen: een informele mix van politiek, commercie en geloof, waarbij publieke plicht en zakelijke belangen elkaar aanvulden en soms naadloos in elkaar overliepen. Het is onduidelijk waar het ene ophoudt en het andere begint. Publiek-private samenwerking is het toverwoord. Plus een liefde voor de filthy rich.

Blairs idealisme zonder ideologie is een vruchtbaar exportproduct gebleken. Het imperium van de succesvolste sociaaldemocraat uit de Britse politieke geschiedenis bestaat uit een wirwar van administratiekantoren, religieuze stichtingen, liefdadigheidsinstellingen en adviesbureaus die allemaal moeten bijdragen aan de verbetering van de wereld. Overigens zonder daar zelf slechter van te worden. Voor de bv Blair, waar 150 mensen werken, was 2013 was het beste jaar ooit. Een van de bedrijven, Windrush Ventures, maakte 2 miljoen pond winst en Blair zelf kon 13 miljoen pond op zijn rekening bijschrijven. Things can only get better, indeed!

Het gissen naar Blairs vermogen is uitgegroeid tot een nationaal gezelschapsspel, waar alleen Blair, zijn boekhouder en de belastinginspecteur het juiste antwoord op weten. De schattingen lopen tot 70 miljoen pond (een kleine 85 miljoen euro). Vaststaat dat de Blairs een landgoed hebben van 5,5 miljoen pond, een Londense pied-à-terre van 4 miljoen, plus nog wat woningen elders in Londen en in Bristol. Blair kreeg als premier nooit de door hem gewenste 'Blair Force One', maar nu heeft hij een privéjet van 30 miljoen in bruikleen. Het zwarte toestel met gouden en zilveren strepen is een geliefd object van vliegtuigspotters aller landen. Jaarlijks vliegt de hyperactieve Blair zo'n 350.000 kilometer, bijna evenveel als van de aarde naar de maan.

Contacten inzetten

Blair maakt deel uit van een generatie politici die jong aan de macht kwamen, en jong met politiek pensioen gingen. Velen van hen zijn terechtgekomen in het bedrijfsleven, dat verlangt naar hun kennis en contacten. Zo huurde Gazprom Gerhard Schröder in als vertegenwoordiger bij een pijpleidingproject. Een paar weken voor de bekendmaking tekende hij als Duitse bondskanselier het contract dat ervoor zorgde dat die pijp er kwam. De Franse ex-premier Nicolas Sarkozy begeeft zich sinds zijn afscheid in de wereld van private equity, adviseerde Qatar hoe het WK voetbal binnen te slepen en kreeg naar verluidt 250.000 dollar per uur om te speechen voor en te poseren met de bankiers van Morgan Stanley. In Nederland kwam Jan Peter Balkenende terecht bij accountantsreus Ernst & Young.

Het roept vragen op. Is het wel ethisch dat ze hun in hun publieke dienst verkregen contacten inzetten om de bedrijven te laten profiteren en zelf hun pensioen aan te vullen? En hoe dik waren de mannen al met deze ondernemingen toen ze nog premier of president waren? Bij Blair dringen die vragen zich het sterkst op. Niet alleen omdat zijn imperium het grootst is, ook omdat hij zijn idealisme combineert met het onderhouden van dubieuze contacten. De zestigjarige is uiterst gevoelig voor beschuldigingen van zelfverrijking, reden dat artikelen over zijn activiteiten standaard gepaard gaan met de disclaimer dat hij niet profiteert van zijn neo-victoriaanse weldoenerij. Niet onverstandig. Zijn vrouw Cherie is een topadvocate.

Blair heeft altijd beweerd dat geld niet zijn drijfveer is. Na zijn aftreden verklaarde hij dat zijn toekomstplannen niet zozeer bestonden uit to make money maar uit to make a difference. Geld was hooguit een middel, indachtig Margaret Thatchers observatie dat de Samaritaan niet alleen over goede intenties maar ook over een buidel geld beschikte. Met vrolijk zelfbeklag zei Blair in juni 2007 dat hij niet meer dan een leeg kantoor, een mobiele telefoon en twee assistenten bezat. Hij ging daarbij voorbij aan zijn voornaamste bezittingen: een netwerk en een merknaam. Blair, immers, was uitgegroeid tot de David Beckham van de politiek.

Ontzag voor miljardairs

Hij werd al snel 's werelds best betaalde spreker. Voor 20 minuten Blair legde een Chinese onderneming zelfs 200.000 euro neer, ofwel zes maanden aan hypotheekaflossingen. Hij kreeg adviseurschappen bij de zakenbank JP Morgan en verzekeraar Zurich Insurance, alsmede bij zijn vriend Bernard Arnault, de baas van Louis Vuitton met wie hij ooit samen de paus heeft bezocht. Bij de Fransman gingen ook twee van zijn kinderen werken. Arnault behoort tot de miljardairs - Berlusconi, Mittal, Murdoch, Branson - waar Blair ontzag voor koestert. Voor zijn memoires, A Journey, zou de ex-premier 4 miljoen pond incasseren, maar dat geld zegt hij te hebben gedoneerd aan de oorlogsveteranen van de Royal British Legion. Een boetedoening voor Irak?

Het knaagde aan hem dat hij de politiek met een onvoldaan gevoel heeft verlaten. Op binnenlands gebied heeft hij niet zo veel bereikt, maar in het buitenland des te meer. Echter zijn successen in Kosovo, Sierra Leone en met name Noord-Ierland zijn overschaduwd door zijn enthousiasme om met wapenbroeder George Bush jr. ten strijde te trekken in Irak. Blair voelde zich te jong om als Lord in het Hogerhuis te gaan zitten, het bejaardenhuis van de Britse politiek. Geïnspireerd door zijn vriend Bill Clinton, oprichter van de wereldwijde Clinton Foundation, zocht hij zijn heil in het buitenland. Tegen beter weten in koesterde Blair de hoop om president van de Europese Unie te worden, maar zijn ex-collega's kozen, uit eigenbelang, voor de 'onbekende' Belg Herman Van Rompuy.

Namens de Verenigde Naties, de Verenigde Staten, de Europese Unie en Rusland liet Blair zich als gezant naar het Midden-Oosten sturen, een andere manier om verlossing te zoeken na 'Irak'. Zodoende betrok hij met zijn gevolg een etage van de American Colony, een hotel in Jeruzalem. Het doel was om de leefomstandigheden van de Palestijnen te verbeteren. Hoewel hij een vredesprijs zou ontvangen voor zijn inspanningen, is het lastig te zeggen wat hij heeft bereikt. Wel zijn er investeringen gedaan in de Palestijnse gebieden, onder meer door een telefoniebedrijf uit Qatar en door British Gas. Opvallend genoeg zijn deze bedrijven klanten van JP Morgan. Over deze samenloop maakte Channel 4 de documentaire The Wonderful World of Tony Blair.

Binnen Blairs wonderbaarlijke wereld wemelt het van de oude bekenden uit zijn politieke verleden. Het hoofd van de Faith Foundation (in het satirische blad Private Eye aangeduid als Drawing All Faiths Together, ofwel DAFT) is bijvoorbeeld zijn voormalige assistente Ruth Turner, wier vader professor Divinity is aan Yale, de Amerikaanse universiteit waar Blair colleges 'Geloof en globalisering' heeft gegeven.

De directeur politieke zaken, het hoofd strategie en vijf projectleiders hebben onder Blair op Downing Street gewerkt. Ex-stafchef Jonathan Powell reisde samen met zijn oude baas - die volgens hem aan een messiascomplex lijdt - naar Koeweit. De emir, die Blair eeuwig dankbaar is voor de val van buurman Saddam, wilde alles weten over een modern zorg- en onderwijsbeleid.

Een onvermijdelijke betrokkene is New Labour-architect en voormalig Eurocommissaris Peter Mandelson, tegenwoordig Global Counsel te Knightsbridge. Via deze Prince of Darkness kwam Blair in contact met de Russische aluminiumtsaar Oleg Deripaska, die zo goed bleek te zijn om de Breaking the Climate Deadlock te financieren, het ministerie van Milieu in Blairworld. De autocratische president van Kazachstan, Noersoeltan Nazarbajev, blijkt de grootste fan van New Labour te zijn. Om zijn beroerde imago op te poetsen krijgt hij adviezen van Blair, Mandelson, Powell en ex-spindoctor Alastair Campbell, plus prins Andrew. In een televisiespotje loofde Blair de "subtiliteit en het vernuft waarmee Nazarbajev manoeuvreert in een regio vol moeilijkheden".

Even interessant als omstreden zijn Blairs activiteiten in oorden die een prominente rol hebben gespeeld tijdens zijn buitenlandbeleid als premier. Irak zit Blair nog altijd als een kasteelspook achterna - een dezer dagen komt de mandarijn John Chilcot met zijn ongetwijfeld negatieve bevindingen over de aanloop naar de invasie - maar het land biedt ook mogelijkheden. Zo adviseerde het adviesbureau Tony Blair Associates het Zuid-Koreaanse consortium UI Energy bij het afsluiten van contracten om olievelden in Iraaks Koerdistan te exploiteren. Blair heeft dat wegens "bedrijfsmatige gevoeligheden" lang geheim weten te houden, maar uiteindelijk kwam het toch naar buiten, zonder overigens dat het Teflon Tony schade berokkende.

Blair heeft altijd een zwak gehad voor Afrika, mede door de indruk die Live Aid op hem achter had gelaten. Een van zijn stichtingen is het Africa Governance Initiative, dat van Afrikaanse landen welvarende democratieën wil maken, niet door ontwikkelingshulp maar door investeringen. Het heeft filialen in Sierra Leone, Rwanda, Nigeria, Liberia en, tot voor kort, Malawi. In december nog was Blair in Guinea, net op het moment dat het Mubadala, het beleggingsfonds van Abu Dhabi, bekendmaakte daar een bauxietmijn te zullen gaan exploiteren. Blair is sinds 2009 adviseur van Mubadala, dat veel hulp schenkt aan Blairs Palestijnse gebieden.

Het jongste onderdeel van Groot-Blairannië is het olierijke Zuid-Soedan, waar de China Investment Corporation (CIC) wil investeren, zo meldde The Daily Telegraph. Blair is bevriend met CIC-topman Lou Jiwei, maar zegt verder geen banden te hebben met het investeringsfonds.

Tussendoor heeft de globetrotter tijd om Albanië - het land dat ooit in Engeland naar een koning zocht - klaar te stomen voor het EU-lidmaatschap, de organisatoren van de Londense Olympische Spelen te adviseren over de sportieve erfenis en de uitvaart van Nelson Mandela te bezoeken, waar hij, attent als immer, de Roemeense premier introduceerde bij Barack Obama.

Al doende heeft Blair zijn politieke midlifecrisis overwonnen door een nieuwe functie te creëren die hem als briljante spreker en netwerker op het gebruinde lijf geschreven is, een combinatie tussen missionaris, adviseur, filantroop, tussenpersoon, uithangbord, redenaar en zakenman. Een politicus zonder land en zonder partij.