Reisduif Annick Ruyts slaat haar vleugels uit

Dat Annick Ruyts geen zittend gat heeft is genoegzaam bekend. Al vele jaren mag ze in dienst van de openbare omroep de aardbol afspeuren naar landgenoten die 'in den vreemde' een nieuw bestaan hebben opgebouwd. Dat leverde niet onaardige en goed bekeken reisprogramma's op als Grenzeloze liefde en We are from Belgium en dus mag de globetrotter opnieuw de stapschoenen aantrekken.

Meer van hetzelfde dus. Ware het niet dat onze reisduif dit keer op elke trip een reisgenoot meeneemt in de persoon van een familielid of vriend van de geëmigreerde Vlaming in kwestie. Op die manier leren zussen, nichtjes, vaders, broers, zonen en vrienden niet enkel een onbekende wereld kennen maar 'herontdekken' ze ook hun geliefden.

Om dat ontroerend en hartverwarmend weerzien te bewerkstelligen is geen moeite Ruyts te veel. Ze trekt naar de Kaaimaneilanden, Schotland, Patagonië, Israël, Moskou, Japan, Madagaskar en Namibië. Beginnen doet ze in China, waar ze samen met doopmeter Claire op bezoek gaat bij de Lembeekse Wendy die er verliefd werd op Jef, een lid van de Naxi-minderheid.

Wendy bleef 'plakken' en woont nu met haar man in een boerderij hoog in de bergen. Geheel volgens de verwachtingen raakt Claire onder de indruk van landschap en volk en stelt ze tot haar grote vreugde vast dat haar petekind is uitgegroeid tot een sterke, volwassen vrouw.

Degelijk gemaakte, enigszins voorspelbare, reportagereeks afgekruid met een snuifje sentiment.