Direct naar artikelinhoud

Belg drinkt te veel frisdrank

Met gemiddeld 108 liter frisdrank per persoon is België de absolute koploper in frisdrankconsumptie in Europa. Dat blijkt uit een studie van het consumenten-bureau Euromonitor International.

We drinken opmerkelijk meer frisdrank dan onze buurlanden. De Duitsers, die ook altijd hoog scoren in de frisdrankstatistieken, drinken 98 liter per persoon, Nederlanders 73 liter. Fransen drinken meer dan de helft minder frisdrank dan Belgen, met een gemiddelde van 45 liter per persoon. De absolute top is nog steeds weggelegd voor de Amerikanen, met een gemiddelde van 170 liter per persoon. De cijfers komen uit een studie van Euromonitor International die de frisdrankenmarkt en het consumentenpatroon in meer dan 80 landen onderzocht.

"Normaal ligt het frisdrankgebruik laag in landen waar er veel water wordt geconsumeerd", zegt Nadia Lapage van de sectorenvereniging van de Belgische water- en frisdrankindustrie (IVWF), die gelijkaardig onderzoek verricht. "Maar in België wordt er zowel veel water als frisdrank aangekocht. Daarmee is België atypisch in Europa."

Graag geziene testmarkt

Een verklaring zou kunnen zijn dat de Belg in het algemeen openstaat voor nieuwe en buitenlandse invloeden, zegt Lapage. "Belgen zijn goede consumeerders in alle voedingsmiddelen en zijn daarom een graag geziene testmarkt. Een nieuw product wordt meestal eerst in België gelanceerd en dan in de rest van Europa. Vanuit het idee: als het in België niet lukt, dan zal het nergens lukken."

Marketingprofessor aan de Vlerick managementschool Gino Van Ossel beaamt. "Elk land heeft een ander consumptiepatroon. Nederland drinkt bijvoorbeeld veel kraantjeswater en meer zuivel, waardoor het automatisch minder frisdrank verbruikt. Maar toch moet je oppassen met al te eenduidige verklaringen."

"Ons consumptiepatroon is eigenlijk erg gelijk aan dat van Frankrijk. We spiegelen ons daaraan. Dus het verwondert mij wel dat wij zo veel meer frisdrank drinken", zegt Van Ossel. "Belgen gebruiken sowieso duurdere producten. Maar een verklaring voor onze verhoogde frisdrankconsumptie zoeken in de specifieke Belgische cultuur is moeilijk. Voor elke productcategorie gelden andere factoren. Er worden vaak fortuinen uitgegeven aan marktonderzoek, zonder dat men een echte verklaring vindt."

Een grootschalige Europese studie naar overgewicht bij schoolkinderen komt daarentegen tot de vaststelling dat Nederlandse kinderen meer frisdrank drinken dan Belgische. Het aantal kinderen met overgewicht ligt in beide landen rond de 21 procent, maar toch drinken onze jonge noorderburen gemiddeld 630 ml frisdrank per dag, terwijl de 10- tot 12-jarige Belgen gemiddeld 455 ml drinken. Een verschil van 38 procent.

"Het is duidelijk dat er verschillen zijn in de culturele tradities, familiegebruiken en eetgewoonten tussen de verschillende Europese landen", zegt onderzoekscoördinator professor Johannes Brug van het VU medisch centrum in Amsterdam. Maar een verklaring heeft hij evenmin. "Het is niet gemakkelijk om de verschillen tussen deze landen te verklaren", concludeert hij.

Suikertaks

Uit de cijfers van IVWF blijkt ook dat in 2011 voor het eerst in jaren het aandeel lightfrisdrank gedaald is. Door de overmatige suikerconsumptie voerden verschillende Europese landen een extra belasting in op frisdrank. Finland voerde als eerste een suikertaks in, Hongarije volgde. In het Verenigd Koninkrijk woedt de discussie nog en zelfs in New York wil burgemeester Bloomberg nu de grote frisdrankbekers verbieden. In België kwam een suikertaks even ter sprake toen Frankrijk vorig jaar 2 eurocent per blikje belasting invoerde. Marleen Temmerman (sp.a) pleitte op dat moment voor een vergelijkbare taks. Maar toen werd geargumenteerd dat de laagste klasse daardoor het hardst getroffen wordt en dat er geen enkel bewijs is dat de taks werkt.