Direct naar artikelinhoud

272 tv-afleveringen

Thierry Culliford, zoon van Peyo, is drijvende kracht achter feestjaar van de smurfen

Vijftig jaar geleden, op een blauwe maandag

De smurfen zijn een halve eeuw oud en dat zullen we geweten hebben. Gisteren werden de plannen voor Peyo's blauwe wezentjes uit de doeken gedaan. Er komt een 3D-bioscoopfilm, in een komend album zal een heel leger nieuwe smurfinnen aantreden en Unicef plant een grootse actie in twintig hoofdsteden. En dat is nog maar de top van de blauwe ijsberg. De Morgen sprak met Thierry Culliford, zoon van Peyo. door Geert De Weyer

Gekrijs, wegvluchtende kinderen, traantjes die over rode wangetjes biggelden. Even was er paniek op de persconferentie gisteren in Bozar, toen Gargamel in een aftands kostuum en met een gigantisch plastic hoofd het podium bestormde en de tientallen vier- tot vijfjarigen de daver op het lijf joeg. De aartsvijand van de blauwe wezentjes kaapte meteen de envelop weg die Peyo's dochter, Véronique Culliford, net wilde openen. Daarin zouden de twintig Europese steden staan waar vanaf dit jaar, op donkere nachten, honderden ongekleurde smurfen van zo'n drie appels hoog worden geplaatst. "Wie ze 's morgens vindt, kleurt ze in, maakt er een foto van en stuurt ze via internet naar ons. De origineelste smurfen worden beloond met een smurfige prijs." Zo vertelde gisteren Hendrik Coysman van IMPS, dat de wereldwijde rechten op de smurfen beheert en instaat voor de komende 3D-smurfenfilm.

Over dat laatste werd uitermate geheimzinnig gesproken. De voltallige pers kreeg een 20 seconden tellend fragment te zien, maar werd op het hart gedrukt niets op band op te nemen. Ook Thierry Culliford (52), Peyo's zoon en grote baas van de huidige Studio Peyo, werd opgedragen te zwijgen. In de late jaren zeventig verruilde hij zijn studie architectuur voor een job bij zijn vader, in de Peyostudio die nog bij zijn ouderlijke huis werd opgebouwd. Hij zou er, samen met zijn vader, instaan voor de albumverhalen, waarvan gisteren het 27ste verscheen. Later trok hij naar Los Angeles om de productie van speelgoed en de Hanna-Barbera-animatiereeks te superviseren, of op zijn minst te controleren.

De smurfen gaan steevast door als kinderstrip, maar toch... Was het toevallig dat uw vader in de jaren vijftig refereerde aan de taalstrijd tussen Vlaanderen en Wallonië in Smurfe koppen en koppige smurfen of het begrip dictatuur in De smurfhürer?

Thierry Culliford: "In eerste instantie was hij enkel geneigd een dwergenstadje te creëren met paddenstoelen als huizen. Tot hij zich plots realiseerde dat die blauwe wezentjes onze menselijke eigenschappen vertegenwoordigen. In Smurfe koppen en koppige smurfen heeft hij in de jaren zestig inderdaad de taalperikelen aangebracht, want er was toen al hommeles tussen Wallonië en Vlaanderen. In dat album liet hij de noordelijke smurfen tegen de zuidelijke smurfen vechten omdat een van beide het 'Smurfs' op een andere manier sprak. Nu, enkel dat gegeven inspireerde mijn vader, aan een boodschap of moraal waagde hij zich niet. Dat doen we nog altijd niet. Elk nieuw verhaal is wel gebaseerd op de dingen rondom ons, maar we blijven ver van politiek, religie of ideologie. Elk album is niet meer dan een knipoog. Maar soms, als een kind snel leert en zijn ouders vraagt naar de mogelijk onderliggende boodschappen, dan stoort ons dat absoluut niet. De ouders interpreteren het hoe zij willen, wij hebben niet het recht om te zeggen wat goed of slecht is."

Het eerste album was De zwarte smurfen. Is dat ook...

"(onderbreekt) Moment, ik wil meteen stellen dat die zwarte smurfen in geen geval refereerden aan de Noord-Afrikanen. Mijn vader was toen enkel op zoek naar een manier om goed en slecht aan te geven. Zwart is geen vrolijke kleur, dus hij opteerde voor zwarte smurfen. Dat is hier in Europa nooit een probleem geweest, maar twintig jaar later vormde het wel een groot dilemma in de VS. 'U begrijpt, meneer Peyo, dat het onmogelijk is om bij ons zwarte smurfen op te voeren', klonk het bij de animatiestudio van Hanna-Barbera. 'We willen de zwarte gemeenschap niet viseren.' We hebben er paarse smurfen van moeten maken.

"Het grappige is dat ook de latex beeldjes van de zwarte smurf, die hier wel te koop waren, in de VS niet verkocht konden worden. Amerikaanse verzamelaars die Europa bezochten en zo'n uniek exemplaar in de etalage zagen, kochten hele ladingen op."

Op de persconferentie liet men uitschijnen dat in het volgende album tientallen smurfinnen hun opwachting maken. Duiken die slechts eenmaal op of zijn ze er voor altijd?

"Wie weet? Er zijn nu twee smurfinnen en dat zorgt al voor vreselijk veel problemen in het dorp. Het kan een interessant gegeven zijn, niet?"

U vertelde ook dat uw vader de Amerikaanse beslissingen niet altijd prettig vond. Maar u gaf geen voorbeelden.

"Kijk, de VS ontdekten de smurfen eind jaren zeventig. Niet door de strips, maar door de figuurtjes die er toen te koop waren. Twee jaar nadat de grote baas van NBC die beeldjes voor zijn kleindochter kocht en besliste dat als zij het leuk vond ook andere kinderen het leuk zouden vinden, verscheen de animatieserie. Maar de Amerikanen waren niet opgegroeid met de mentaliteit en het karakter van die smurfen. Ze kenden ze simpelweg niet, dus ze wilden er 'hun' product van maken. Burger King, kauwgom... je kent dat wel. Mijn vader heeft toen aan de alarmbel getrokken. 'Ze leven in de middeleeuwen', herhaalde hij telkenmale. Knutselsmurf kreeg bijvoorbeeld een boormachine in zijn hand. Dat hadden ze natuurlijk niet in de middeleeuwen. De oplossing: laat zien hoe bijen in zo'n boormachine worden gestopt en je hebt meteen duidelijk gemaakt waar het ronkende geluid vandaan komt. Het heeft geduld en energie gekost om onze visie te blijven verdedigen, wees gerust."

Jef Nys zegt dat zijn Jommeke, hoe eenvoudig het er ook uitziet, erg moeilijk te tekenen is. Hoe zit dat met de smurfen?

"Ik ken Jommeke goed, dus ik begrijp wat hij bedoelt. Hetzelfde geldt voor de smurfen, hoor. Die muts! Daar knappen de meesten op af. Het is een worstje, hé. Hoe simpeler ze eruitzien, hoe moeilijker het vaak is om ze te tekenen. Zelfs Franquin opperde ooit dat die blauwe karaktertjes moeilijk op papier te zetten waren. Je moest er goed op oefenen, zei hij."

Van De smurfen komt er elk jaar één album op de markt. Dat lijkt me weinig. Van Suske en Wiske of Kiekeboe verschijnen er in Vlaanderen vier per jaar.

"Tja, ik ken het systeem in Vlaanderen. Weet je, we mogen dan wel een studio hebben; we schakelen niet verschillende mensen in voor én het decor en de lettering en de personages. Eén album wordt gemaakt door één artiest. Het is zijn kindje en daar heeft-ie zo'n acht maanden voor nodig. Misschien kunnen we de productie wel verhogen, maar ik weet niet zeker of er een publiek voor is."

Hoeveel exemplaren verkopen jullie van elk nieuw album?

"Zo'n 200.000 Franstalige. Dat is niet de grootste oplage, maar we zitten er wel mee in de top tien. Maar de strips maken slechts 5 à 10 procent van onze activiteiten uit. We werken vooral aan de animatiefilm en de merchandising."

Jullie werken opnieuw met Unicef samen, terwijl jullie eerste samenwerking enkele jaren geleden nog wereldwijd voor controverse zorgde.

"Prachtig was dat. We leverden een kortverhaal waarin het smurfendorp werd aangevallen. Bommen sloegen erop in, er ontstonden hoge vlammen en babysmurf stond op de voorgrond te huilen. Die campagne was oorspronkelijk enkel bedoeld voor België, maar enkele dagen later ging

ze de wereld rond via het internet. De impact was enorm. CNN, NBC, Fox News, The Times... Iedereen had het erover. Eerst was men gechoqueerd, dan realiseerde men zich dat het geen slechte campagne was.

"Maar het blijft vreemd: er was meer ophef over dat een smurf gewond was geraakt dan men oog had voor een foto van een hongerig, gewond of zelfs dood kind in een Afrikaans land. Het was een soort onverwacht shockeffect en Unicef meldde ons dat de boodschap was overgekomen. We waren enorm verrast. Vandaar dat we nu opnieuw samenwerken."

Zo'n acht jaar geleden sprak ik op het vliegtuig van LA naar Brussel met iemand van IMPS. Hij was naar LA gevlogen om de eerste 3D-smurfenfilm te bespreken. Wat is er ondertussen gebeurd?

"(voorzichtig) Er is veel discussie geweest. Bon, hoe zal ik het zeggen? We hebben veel tijd verloren, voilà. Veel mensen willen een smurfenfilm, maar de VS willen een film op hun wijze. Ze willen alles in handen houden. Dat wilden wij dan weer niet. Maar daar zaten we vast. Nu gaat het goed, uitstekend zelfs, maar ik mag er niets over zeggen. We hebben een overeenkomst gesloten met een firma dat we zouden zwijgen. Het kan allemaal ook snel kantelen. Wat vandaag is, kan morgen niet meer zijn, begrijpt u? Maar het is geen geheim dat Paramount twee jaar geleden een optie op de film heeft genomen."

Hoopt u met de film op een nieuwe smurfen-mania, zoals in de jaren tachtig?

"Hm, in plaats van een grote hit zou ik liever zien dat we het op lange termijn goed blijven doen. We blijven een klein familiebedrijf, onze vader heeft ons de smurfen nagelaten. Het klinkt melig, maar we willen de integriteit van zijn creaties behouden. Goed, ook het financiële is belangrijk, want we moeten overleven. We hebben zo'n 120 mensen in dienst. Maar we willen echt de smurfen behouden zoals toen we ze gekregen hebben."

Thierry Culliford:

We houden ons ver van politiek, religie of ideologie. Elk album is niet meer dan een knipoog

Schtroumpf, Schlumpf, Smolf, Pitufo, Puffo, Smurf, Lan-Shin-Ling, Torpikek... Het succes van de smurfen heeft alle grenzen overschreden, via de strips, de merchandising, de in België door Belvision vervaardigde bioscoopfilm De fluit met de zes smurfen (1975) of de animatieseries van Hanna-Barbera. Die laatste serie, die in 1981 haar opwachting maakte bij NBC en zelfs met Emmy Awards ging lopen, was zo populair dat de Amerikaanse zender op zaterdagmorgen een kijkdichtheid had van 42 procent. Acht jaar later waren er 272 afleveringen gemaakt. Wie alle afleveringen na elkaar wil zien moet er zestien dagen voor uittrekken van acht tv-uren per dag.Een feestelijk smurfjaar

Eén dag na 'Fijne Smurfdag', waarbij er in twintig Europese hoofdsteden honderden witte smurfen in het straatbeeld worden gezet, opent een Smurfen verjaardagstentoonstelling, die zowel kinderen als volwassenen moet aanspreken. Daarin wordt naar verluidt het echte verhaal van de smurfen verteld sinds hun eerste verschijning in 1958, toen ze in het Johan en Pierewiet-verhaal De fluit met de zes smurfen nog slechts figuranten waren. Tegelijkertijd verkoopt Unicef op die expo kleine witte smurfen voor wie geen exemplaar wist te bemachtigen. Een gigantische zeppelin met de beeltenis van een slapende smurf zal vanaf dat moment boven de betreffende hoofdstad vliegen. In 2008 zal uitgeverij Hachette een smurfencollectie in boekvorm uitgeven, brengt het weekblad Spirou (waarin de smurfen het eerst opdoken) een smurfenspecial, zullen bedrijven als Hasbro, Delacre en Ferrero speciale smurfenitems op de markt brengen, geeft de Belgisch Post smurfenzegels uit en verschijnen er honderd nieuwe jubileumfiguurtjes in latex. In het Brusselse Stripmuseum zal van mei tot november een grootse smurfenexpo plaatsvinden. Thierry Culliford gaf gisteren nog één opvallend primeurtje weg: na al die jaren zullen Johan en Pierewiet opnieuw opduiken in een smurfenalbum. Kus nu mijn Smurfen.

Meer info op www.fijnesmurfdag.com