Direct naar artikelinhoud

Draghi ligt onder vuur vanwege ruimhartige steun aan banken

Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, is onder vuur komen te liggen van mensen die zijn ruime monetaire beleid als gevaarlijk en onomkeerbaar schetsen. De Bundesbankpresident en voormalige ECB-kopstukken als Trichet laten zich kritisch uit over zijn ruimhartige beleid.

De ECB heeft sinds Draghi's aantreden in twee tranches voor een periode van drie jaar 1.000 miljard euro tegen slechts 1 procent uitgeleend aan Europese banken in de hoop de crisis te bezweren. Vooral Zuid-Europese banken hebben dat goedkope geld gebruikt voor het opkopen van staatsobligaties van hun eigen land. Maar over drie jaar zullen die leningen wel moeten worden terugbetaald.

Draghi zei vorige week dat dankzij deze maatregelen "het ergste van de eurocrisis voorbij is". Zijn voorganger als president van de ECB Jean-Claude Trichet lijkt dat echter veel te voorbarig te vinden. "De gedachte dat de zaken zijn gestabiliseerd, dat we weer in een soort rustige fase zijn beland, zou een totaal verkeerde analyse zijn", zei Trichet in een speech in Helsinki.

President Jens Weidmann van de Bundesbank liet zich in een aan de Frankfurt Allgemeine uitgelekte brief al kritisch uit over het beleid van de opvolger van Trichet. Hij suggereerde dat misschien een deel van het geld eerder zou moeten worden teruggehaald en beklaagde zich over het feit dat de ECB nogal gemakkelijk geld zonder onderpand verstrekte.

Duits soldaat

Draghi liet zich vorige week interviewen door het sensatieblad Bild Zeitung, waarbij hij werd afgebeeld met een puntige Pruisische soldatenhelm en als kop 'Zo Duits is de nieuwe ECB-baas'. Hij zei dat "het Duitse financiële beleid een modelvoorbeeld is voor andere landen". Maar hij stelde tevens dat het ergste van de crisis achter de rug is.

Jürgen Stark, de voormalige tweede man van de ECB tijdens het presidentschap van Trichet, bekritiseerde die woorden in een zes pagina's tellend interview met de zakenkrant Handelsblatt. Stark zei dat "de crisis voor de eurozone niet voorbij is, het gevaar voor inflatie is toegenomen en 's werelds financiële systeem aan het infuus ligt". Stark verbrak de traditie van de ECB om niet over het graf heen te regeren en riep het bestuur op de hoofdelijke stemming over de rentebesluiten openbaar te maken. Daarnaast maakte hij bekend al bijna in mei 2010 te hebben willen opstappen toen de ECB begon met het opkopen van staatsleningen van probleemlanden als Griekenland op de markt. Uiteindelijk trad hij pas zes maanden later af toen het programma ook werd uitgebreid tot het opkopen van Italiaans en Spaans papier.

"Hiermee overschreed de ECB een grens en verzwakte ze haar onafhankelijkheid door politiek te gaan bedrijven", zegt Stark. "Het vertrouwen in de bank is verminderd omdat ze verder is gegaan dan het mandaat bepaalt. We zijn niet uit de crisis. Niet uit de financiële crisis, niet uit de economische crisis en niet uit de crisis van de overheden."

Bankroet

Bini Smaghi op zijn beurt bekritiseerde de positie van de ECB als preferent schuldeiser bij mogelijke bankroetscenario's van landen. Dat zou andere particuliere investeerders terughoudender maken om staatsobligaties van Spanje of Portugal te kopen.

Benoît Coeuré, de Fransman die Smaghi is opgevolgd binnen de directie van de ECB, verklaarde in Tokio dat het verruimde monetaire beleid tijdig moet worden teruggedraaid omdat het banken verkeerde impulsen zou kunnen geven. De banken zouden hierdoor worden uitgelokt te veel risico's te nemen en te veel schulden te maken. "Dit stimuleert banken maar ook bedrijven en overheden niet om de balansen op orde te brengen."