Direct naar artikelinhoud

De eerste vrijgevochten schilderes

In Parijs loopt een tentoonstelling over Artemisia Gentileschi (1593-1654), de eerste professionele schilderes. Het Musée Maillol brengt een handvol sterke werken en de pas ontdekte liefdesbrieven van de vrijgevochten vrouw.

Artemisia Gentileschi staat weer helemaal in de belangstelling. Vorig najaar liep er een prestigieuze expo in Milaan en nu brengt het Parijse Musée Maillol een bescheidener eerbetoon aan de Italiaanse schilderes van de barok.

Artemisia werd pas eind 20ste eeuw herontdekt en sindsdien stilaan naar waarde geschat, in de eerste plaats door de vrouwenbeweging. De schilderes kon immers gelden als een boegbeeld: Artemisia was een zelfbewuste vrouw die op succesrijke manier haar plaats in de 17de-eeuwse samenleving en onder de schilders - een echt mannenbastion - had veroverd.

Artemisia werd in 1593 in Rome geboren. Al gauw werd duidelijk dat ze talent had: ze kreeg haar vroegste opleiding in het atelier van haar vader, de beroemde schilder Orazio Gentileschi. Omdat begin 17de eeuw vrouwen niet toegelaten werden tot de academie, stuurde haar vader haar daarna naar zijn vriend en medewerker Agostino Tassi, een landschapsschilder die haar leerde perspectieftekenen. Hij verkrachtte haar meermaals toen ze 17 was. Aanvankelijk beloofde Tassi haar te huwen, maar hij kwam die belofte niet na. Orazio besloot zijn medewerker voor de rechtbank te slepen. Het leidde in 1612 tot een lang proces, waarbij Artemisia publiekelijk moest getuigen, beschouwd werd als een verdorven vrouw en vernederende gynaecologische onderzoeken moest ondergaan. Uiteindelijk werd Tassi veroordeeld, maar hij zou zijn straf nooit uitzitten.

Haar goedmenende maar brutale vader, de gewelddadige verkrachtingen door Tassi, en het feit dat ze haar moeder verloor toen ze pas tien was, zijn ervaringen die haar leven en schilderkunst diepgaand beïnvloed hebben.

Eind november 1612 trouwt Artemisia met de Florentijnse zondagsschilder Pierantonio Stiatessi en verhuist met hem naar Florence, waar ze vier jaar later als eerste vrouw toegelaten wordt tot de Accademia dell'Arte del Disegno. Haar huwelijk houdt niet lang stand: in 1623 is het stel uit elkaar. Al tijdens haar huwelijk heeft Artemisia een affaire met een Florentijnse edelman. Een dertigtal liefdesbrieven die ze in de periode 1617-'20 schreef, zijn pas vorig jaar in een Italiaans archief ontdekt. Aan het woord is een geëmancipeerde, libertijnse vrouw met een groot gevoel voor ironie en een passie voor leven en kunst. De brieven zijn uitstekend geschreven maar bevatten nogal wat taalfouten: Artemisia was een fervente lezeres maar had nooit leren schrijven, net zoals de meeste vrouwen in die tijd, zelfs uit de hogere klassen.

Tegelijk gaat het goed met haar carrière: in Florence verfijnt ze haar techniek, verwerkt de invloed van de revolutionaire schilder Caravaggio en krijgt opdrachten van de Toscaanse groothertog Cosimo II de' Medici. Vanaf 1620 verblijft ze in Rome, waar ze langzaam internationale roem vergaart en zich laat inspireren door schilders als Simon Vouet, Guercino en Antoon van Dyck, die ze ook persoonlijk ontmoet. Vanaf 1630 tot aan haar dood verblijft ze in Napels waar ze haar grootste successen boekt met opdrachten voor kerk en staat, ook voor de Spaanse vorst. Tussendoor werkt ze twee jaar in Londen aan het Engelse hof, waar ze na lange tijd haar vader weer ontmoet.

Wanneer Artemisia overlijdt, weten we niet. Het laatste document dat van haar melding maakt, dateert van januari 1654. Het zou kunnen dat ze, net als zovele anderen in Napels, slachtoffer is geworden van de pestepidemie van 1656. Maar dat is slechts een hypothese.

Een bijna obsessief terugkerend thema in haar werk is Judith en Holofernes, het bloederige tafereel uit het Oude Testament waarin de mooie Judith (steevast een zelfportret van Artemisia) de bevelhebber van het vijandige leger, Holofernes, verleidt, dronken voert en met zijn eigen zwaard onthoofdt. Algemeen wordt verondersteld dat Artemisia deze scène zo gewelddadig uitbeeldde omdat ze in dit biografische en therapeutische onderwerp al haar woede tegen de mannelijke soort kon uitdrukken.

Ongelijke kwaliteit

In Parijs hangt een vroege, sterke Judith en Holofernes - boordevol bloederige actie - uit 1612, het jaar van het proces, en een al even indrukwekkend schilderij waarin Judith het afgehakte hoofd van Holofernes in een mand draagt. Artemisia combineert de kracht van Caravaggio met de verfijning van Van Dyck.

Passie en ongewenste verleiding komen ook vaak terug, onder meer in Danaë uit 1612 en Suzanna en de grijsaards, een helaas zwakke versie uit 1650. Op het hoogtepunt van haar roem had Artemisia nu eenmaal een goed draaiend atelier, waardoor haar werk ongelijk van kwaliteit is: overtuigende allegorische (zelf)portretten wisselen af met historische en religieuze scènes die een mengeling bieden van meesterlijke passages en klunzig kladwerk. Misschien trok ze niet de beste leerlingen aan - speelde ook daar het feit mee dat ze "toch maar" een vrouwelijke schilder was?

Jammer genoeg toont het Musée Maillol te veel van dat atelierwerk. De sterkste schilderijen zijn in Florence, Londen en New York gebleven. Gelukkig wordt dat gecompenseerd door enkele prima vroege schilderijen van haar eigen hand en van vader Orazio, waaronder een delicaat portret van zijn dochter. Helaas geeft het museum ook nogal wat ruimte aan derderangsschilders uit Napels: interessant voor onderzoekers maar niet voor kunstliefhebbers.

Van Artemisia's ongetwijfeld omstandige oeuvre zijn er vandaag de dag - voorlopig - zo'n 35 werken bekend. Daar zit de eeuwenlange verwaarlozing voor iets tussen en het feit dat nogal wat schilderijen ten onrechte aan anderen worden toegeschreven. Het gedegen archief- en kunsthistorisch onderzoek naar Artemisia is nog volop aan de gang. Het Musée Maillol biedt een interessante stand van zaken, ook in de fraaie, informatieve catalogus (een uitgave van Gallimard), maar heeft helaas maar een tiental echt overtuigende werken aan de muur hangen.

Artemisia tot 15 juli in Musée Maillol, 59-61 rue de Grenelle, Parijs (metro rue du Bac). Dagelijks 10u30-19u. Vrijdags tot 21u30. www.museemaillol.com. Thalys verbindt Brussel met Parijs. Speciale aanbieding: www.thalys.com.