Direct naar artikelinhoud

Srebrenica revisited

In Kazerne Dossin in Mechelen opent op 11 juli 'Enduring Srebrenica', een fotografisch project van de Nederlands-Duitse Claudia Heinermann over de massamoord op Bosnische moslims tijdens de Joegoslavische oorlog. 'Wie ben je nog als je man en kinderen niet eens een graf hebben?'

Ze waren met meer dan 7.000, de Bosnische moslimmannen en -jongens die op een paar warme julidagen werden afgeslacht door de troepen van Ratko Mladic. Het gebeurde minder dan twintig jaar geleden, in een oord dat even ver van hier ligt als Madrid: Srebrenica. Verwees de naam vroeger naar de zilverontginning en de warmwaterbronnen die een stroom toeristen lokten, dan heeft hij nu een bijklank van verdriet. Van schaamte ook, over het grote sterven waar we naar stonden te kijken. Met de handen in de zakken.

Overlevende Hadija Gusic windt er geen doekjes om. "De hele wereld is verantwoordelijk, we werden aan ons lot overgelaten. Alleen konden de Nederlandse blauwhelmen die de veilige zone rond Srebrenica moesten beschermen die tragedie niet voorkomen."

Onze verontschuldigingen weerklonken lang nadat de jongens en mannen naar de laatste weide van hun leven werden geduwd. Sommigen zeiden dat de regering van Bosnië zelf Srebrenica had opgegeven of dat de moslims de massamoord over zich hadden afgeroepen door in strijd met de afspraken gewapende aanvallen te plegen. Anderen argumenteerden dat het militaire commando van de VN naliet de Nederlanders luchtsteun te bieden, waardoor ze machteloos stonden. Bovendien, gingen ze verder: vielen er wel zoveel slachtoffers als de nabestaanden beweren? Hoe hadden de blauwhelmen meer vluchtelingen moeten toelaten, er waren er al zoveel. En waarom hadden ze meer moeten zoeken achter de door de Serviërs doorgevoerde scheiding tussen mannen en vrouwen, kinderen en bejaarden? Konden de Nederlanders überhaupt bevroeden wat er met de gevangen mannen en jongens zou gebeuren?

Vergoelijkingen. Halve waarheden. Een Nederlandse premier die na een overheidsonderzoek in 2002 aftreedt. Nederland is niet schuldig aan de moord op de burgers, maar wel medeverantwoordelijk, meent hij.

Nipt enige beulen worden veroordeeld, maar de arrestatie van de grootste vissen laat pijnlijk lang op zich wachten. Gewezen Bosnisch-Servisch president Radovan Karadzic liep tot vijf jaar geleden vrij rond. Commandant Mladic werd pas in mei van 2011 in de boeien geslagen, en vorige maand bedankte hij zijn bewakers bij het Joegoslaviëtribunaal in Nederlands zelfs op zijn knieën voor hun goede zorgen. Alleen omdat ze hem de klok rond in de gaten hielden, kreeg hij tijdig hulp bij een beroerte. "Zo niet was ik al lang naar de hemel vertrokken", zo klonk het.

Het paradijs voor de beul, en in Srebrenica duren de begrafenissen voort. Elk jaar op 11 juli, enige botten in kisten, wat overblijft van een kind, een echtgenoot, een broer of een vader. 775 stoffelijke overschotten in 2010, 613 in 2011, iets meer dan 500 vorig jaar. In de kisten zitten de menselijke resten die door DNA-onderzoek bijeen werden gebracht. Schedels, benen, handen. Ze komen uit soms wel vijf verschillende secundaire massagraven, die tussen augustus en november 1995 door het Bosnisch-Servische leger werden aangelegd om de grootschaligheid van de gruwel te camoufleren.

Ze blijven komen, jaar na jaar. Meer dan 1.000 moeders, echtenotes en dochters wachten tot op heden op de gebroken skeletten van hun geliefden.

Kisten

De Nederlandse fotografe Claudia Heinermann (46) zoemt in op plekken waar de verstomde oorlog onderhuids verder giert. Waarom dat zo is, weet ze niet precies. "Het feit dat ik mijn ouders op jonge leeftijd verloor? Dat ik Duitse ben, en bijgevolg doordrongen van de vragen van verantwoordelijkheid, schuld en erfenis die ons collectieve geheugen kwellen? Het moet een combinatie van die dingen zijn die me voor Traces naar de Duitse slagvelden van het oostfront leidde, die ervoor zorgde dat ik me vastbeet in Srebrenica en dat ik nu in Wolfskinder werk rond oorlogskinderen in Litouwen."

Heinermann zag Srebrenica vier jaar geleden voor het eerst in Den Haag, toen ze voor een veteranenblad foto's maakte van een delegatie Bosnische moslimvrouwen bij een rondleiding op het Joegoslaviëtribunaal. "Sommigen vertelden me dat ze twintig familieleden hadden verloren. Dat je dan nog de kracht vindt om naar gerechtigheid te zoeken, dat raakte me ontzettend. Ook bij de Nederlandse blauwhelmen die de weduwes ontmoetten, zag ik veel onverwerkte gevoelens. Haast vijftien jaar na datum had niemand het van zich af kunnen zetten. Daarom moest ook ik erheen. Anderhalve maand later reisde ik naar Srebrenica, voor de jaarlijkse begrafenis van 11 juli. De lawine van kisten die boven de hoofden werden doorgegeven, de putten, de tranen en de mannen, vrouwen en kinderen die zich nauwelijks staande wisten te houden. Verpletterend vond ik het."

"Op het vliegtuig naar huis viel me de modder op mijn schoenen op. De dag ervoor was ik bij een van de massagraven." Aarde gelardeerd met stukken kledij, botten en persoonlijke spullen. Een foto, een polshorloge dat in die julidagen ophield met tikken.

"Twee werelden die elkaar doorgaans niet raken, kwamen op de terugvlucht naar Nederland samen, Srebrenica zat aan me vast. Er is al veel gefotografeerd en gedocumenteerd, maar wat me opviel, was dat het meeste materiaal erg fragmentarisch was. Ik kreeg geen beeld van het leven nu op dit etnisch gezuiverde platteland van Bosnië-Herzegovina, met zijn vluchtelingenkampen, massabegrafenissen, mijnen die nog moeten worden geruimd en ondertussen slachtoffers blijven maken. Hoe overleef je zo'n trauma? Wat kwelt deze mensen nu, gaat het ooit over?

"Bovendien deed die eerste reis me inzien dat we eigenlijk niets weten over Srebrenica. Een naam uit de krant, een rapport dat in de media wordt behandeld en eindigt met het aftreden van de eerste minister. Een niet te bevatten dodental. Maar wat betekent het echt? Wie ben je nog als je kinderen en je man niet eens een graf hebben? We hebben woorden als etnische zuivering aan onze woordenschat toegevoegd, maar een heuse betrokkenheid hebben we niet. Met mijn foto's hoop ik daar wel toe bij te dragen.

"En af en toe valt er ook niet meer te fotograferen. Toen ik daags voor de massabegrafenis in 2011 een ineengedoken, hard huilende jongen aantrof, heb ik mijn camera opgeborgen. Ik ben bij hem gaan zitten. Soms is mens zijn met de ander het enige is wat we kunnen doen."

Rehabilitatie

Op de vierde verdieping van de Mechelse Kazerne Dossin zet Heinermann een aangrijpend beeld van Srebrenica neer. Vijf keer reisde ze erheen en uit haar foto's spreken bot verdriet en verslagenheid. "Er zijn zo veel dingen waarover niet wordt gepraat. Het schuldgevoel van de overlevenden, de economische misère die de hele gemeenschap ook achttien jaar na datum kenmerkt. Er is niet één verhaal dat me bijblijft, alle histories zijn op hun eigen manier wrang. Denk maar aan het jonge meisje in het vluchtelingenkamp dat spijbelt om steenkool te rapen, teneinde het gezinsinkomen bij te spijkeren. Schrijnend, in het Europa van de 21ste eeuw.

"De rehabilitatie van de slachtoffers is zonder meer mislukt. Door de gebrekkige bijstand van de internationale gemeenschap, de corruptie van de lokale overheden, en de ongelofelijke impact van de posttraumatische stressstoornis. Hoe zou je in die omstandigheden verder moeten met je leven?"