Direct naar artikelinhoud

Internering is gekkenwerk

‘Een dossier wordt op tien minuten afgehandeld. Soms roep ik de commissie zelfs niet meer samen.’ In Panorama van nu zondag bekent magistraat Peter Hartoch, voorzitter van één van de vier Commissies ter Bescherming van de Maatschappij in Vlaanderen, dat hij de tijd gewoon niet heeft om gefundeerd te beslissen over een interneringsmaatregel.

Behandeling psychiatrische gevallen in Belgische gevangenissen blijft schrijnend

Ook bij de gerechtspsychiaters, die de delinquenten in eerste instantie ontoerekeningsvatbaar moeten verklaren, is willekeur troef, zo blijkt uit de reportage Te gek om los te lopen. ‘Iedereen vult die term op zijn eigen manier in.’

In België zijn zo’n vierduizend geïnterneerden, psychiatrisch gestoorde mensen die strafbare feiten hebben gepleegd maar die ontoerekingsvatbaar worden verklaard. Internering is een maatregel, geen straf. Er staat geen termijn op. Eén op vier geïnterneerden zit voor onbepaalde tijd in de gevangenis zonder noemenswaardige behandeling.

“Meestal gaat het om de moeilijkste gevallen, het overschot”, zegt reportagemaker Dirk Leestmans. “Mensen waar geen psychiatrische eer mee te halen valt. Psychiatrische instellingen mogen patiënten weigeren, maar gevangenissen kunnen dat niet.”

In Merksplas zitten in de psychiatrische annex van de gevangenis zo’n 350 geïnterneerden. “We hebben wel een zorgteam”, zegt gevangenisdirectrice Zoë Dupon, “maar dat is lang niet voldoende om 350 mensen te behandelen en te genezen.”

In de vergeetputten van het Belgische gevangeniswezen zijn crisissituaties de kop indrukken en het dagelijks beheer verzekeren topprioriteit. Dat wordt pijnlijk duidelijk wanneer de reportagemakers beelden van nu en tien jaar geleden naast elkaar zetten. Lucien, geïnterneerd wegens zedenfeiten, schuifelt na tien jaar nog altijd met dezelfde emmer over de binnenkoer van de gevangenis. Therapie krijgt hij niet. “Ik zie de psychiater heel weinig”, murmelt hij. “Ik word niet gevraagd. Ik moet het allemaal zelf doen.”

De overheid besliste enkele jaren geleden twee volledig nieuwe forensisch psychiatrische centra te bouwen om geïnterneerden onder te brengen. Ze komen in Gent en Antwerpen en er zal plaats zijn voor respectievelijk 272 en 120 cellen. De oplevering van de gebouwen is gepland in 2012, maar de offertes zijn nog niet uitgeschreven.

De plaatsen zijn bedoeld voor veroordeelden die een interneringsmaatregel opgelegd kregen, maar Henri Heimans, raadsheer bij het Gentse hof van beroep, zou ook een observatiecentrum willen waar delinquenten vlak na de feiten kunnen worden ondergebracht met het oog op een psychiatrische expertise.

In Nederland bestaat zo’n instelling al, het Pieter Baan Centrum in Utrecht. Verdachten worden er zeven weken lang ondergebracht in een leefgroep en geobserveerd door psychiaters. Er zijn ook gesprekken met familieleden, werkgevers en de middelbare school waar de verdachte les volgde. Samen met een medisch onderzoek moeten die indrukken een beeld geven van de psychische gesteldheid van de verdachte.

Op basis van die gegevens worden in Nederland conclusies getrokken over de toerekeningsvatbaarheid van delinquenten. Er zijn vijf gradaties mogelijk. In België is het erop of eronder: of delinquenten zijn volledig toerekeningsvatbaar, of ze zijn het niet. Een verblijf in het Pieter Baan Centrum kost 50.000 euro per onderzoek. Een Belgisch expertiseverslag heeft ook een vast bedrag: 340 euro all in.

“Je moet gestoord zijn om dit werk nog te doen”, zegt gerechtspsychiater Chris Dillen. “Soms vraag ik mij af waar wij mee bezig zijn.” Elke psychiater kan in België optreden als gerechtelijk expert. Het volstaat voor de rechtbank te worden voorgedragen. Maar dat heeft ontegensprekelijk een invloed op de kwaliteit van de expertises.

“Kwaliteit kost tijd, en tijd kost geld”, zegt gerechtspsychiater Lieve Dams. “Geld dat de overheid niet heeft.” Veeleer dan dat ze twijfelt aan de expertise van enkele van haar collega’s, heeft Dams vragen bij de manier waarop sommige rapporten tot stand komen.

Dat gerechtspsychiaters elkaar tegenspreken, vindt de Gentse expert Johan Baeke maar normaal. “Iedereen vult het begrip ontoerekeningsvatbaar naar eigen goeddunken in.” Niet zelden gebeurt dat op basis van wie de rekening betaalt. Advocaten die tegenexpertises vragen, worden daarbij op hun wenken bediend. “Wiens brood men eet, diens woord men spreekt”, aldus Dillen.

Peter Hartoch is magistraat in Brussel en voorzitter van de hoofdstedelijke Commissie ter Bescherming van de Maatschappij, die belast is met de uitvoering van interneringsmaatregelen. “Dat voorzitterschap komt bovenop mijn vijf gewone werkdagen”, aldus Hartoch. “Ik krijg er 2,5 euro per uur voor. Onze commissie beheert zevenhonderd dossiers, maar kan niet naar behoren werken. Een dossier wordt op tien minuten afgehandeld. Soms neem ik zelf beslissingen zonder de commissie bijeen te roepen.”

“Een wankele basis”, geeft Hartoch toe, “De vraag is niet of we fouten maken, maar wanneer. Misschien laten we mensen vrij die nieuwe feiten plegen, of houden we sommigen net langer opgesloten dan nodig is. Er is gewoon geen ander middel.”