Direct naar artikelinhoud

EU bijt tanden stuk op bankenplan

De EU-ministers van Financiën vinden maar geen akkoord over een cruciaal element van de geplande bankenunie: een mechanisme om banken ordelijk te ontmantelen. Overleg over dit 'resolutiemechanisme' werd vrijdagnacht na negentien uur onderhandelen afgeblazen. Overmorgen volgt een ultieme poging.

In de VS ging als gevolg van de crisis een pak banken over de kop. In Europa kozen de regeringen ervoor de banken te redden, om een cascade van vallende dominosteentjes te vermijden. Die rekening bleef echter zwaar op de maag van de overheden liggen. Europa is daarom op zoek naar manieren om de bankenfactuur te verlichten.

Maar dat wil maar niet lukken. De ministers van Financiën praten al maanden over een Europees kader voor het herstel en de 'resolutie' of afwikkeling van banken. Een manier dus om banken te herstructureren of failliet te laten gaan op een geordende manier en op kosten van de banksector zelf en niet de belastingbetaler.

De druk is groot. Een goed werkende banksector is cruciaal voor de economie. Een akkoord kan bijdragen tot het herstel van het vertrouwen in de eurozone bij ondernemers en consumenten. De EU-leiders beloofden in juni vorig jaar een akkoord voor de zomer. Op de Europese top van eind volgende week worden ze afgerekend op die belofte.

De leiders kijken voor een oplossing naar de ministers van Financiën, maar die laten het afweten. Na urenlang nachtelijk overleg in Luxemburg gooide de Ierse minister van Financiën Michael Noonan de handdoek in de ring. Woensdag zitten de ministers van Financiën opnieuw rond de tafel in Brussel in de hoop toch nog het huiswerk af te leveren voor de EU-top.

Wat zijn de belangrijkste elementen van dat 'resolutieplan'? Banken moeten zich voorbereiden op slechte tijden en zelfs een testament opstellen voor het geval het helemaal fout loopt. Ook moeten de lidstaten in hun wetgeving het principe inschrijven van een 'bail-in'. Dat principe behelst dat de kosten voor het redden, herstructureren of ontmantelen van een bank gedragen worden door de schuldeisers en niet door de overheid.

Zo zullen banken een bijkomende buffer moeten aanleggen om de schok van een herstructurering op te vangen. Elk land moet ook een bankenfonds aanleggen waarmee bijvoorbeeld de (kleine) spaarders - tot 100.000 euro per rekening - vergoed worden bij een faillissement.

Het moeilijkste discussiepunt afgelopen vrijdag in Luxemburg was de vraag in welke mate de lidstaten bepaalde categorieën van schuldeisers kunnen uitsluiten. De Ieren stelden een dubbele oplossing voor.

In eerste instantie wordt 8 tot 10 procent van de passiva van de bank gebruikt voor de bail-in. Daarna wordt een rangorde van schuldeisers gerespecteerd. Eerst verliezen de aandeelhouders hun geld, dan de obligatiehouders en ten slotte de depositohouders, in elk geval de spaarders met meer dan 100.000 euro op hun rekening.

Het is de bedoeling dat elke lidstaat tegen 2018 een nationale wetgeving in voege heeft om banken af te wikkelen en een autoriteit die banken verplicht in te krimpen. In België zal die taak worden toevertrouwd aan de Nationale Bank, verduidelijkt minister van Financiën, Koen Geens.

Het blijft ook de bedoeling dat er op termijn een Europees resolutiefonds en -autoriteit komt. Vooral de Duitsers zijn tegen die europeanisering uit vrees de factuur toegeschoven te krijgen. De Europese Commissie stelde haar voorstel voor zo'n Europees resolutiemechanisme uit tot juli. De échte discussie kan maar beginnen na de Duitse verkiezingen van 22 september.

Knop indrukken

Het debat over een Europees mechanisme belooft dus moeilijk te worden. Cruciaal wordt de vraag wie op de knop drukt om een bank tot een faillissement te dwingen. De EU-Commissie eist hiervoor de poleposition op. De ECB is als toezichthouder niet geschikt, omdat er een belangenconflict kan rijzen. Toezichthouders hebben immers de neiging te lang te wachten vooraleer de resolutieknop in te drukken, is te horen in EU-kringen.

Het opzetten van een resolutiemechanisme lijkt wel heel technisch, maar het kan een reëel verschil maken. Als de Europese spelregels die nu gemaakt worden bijvoorbeeld al hadden bestaan tijdens de Ierse crisis, dan waren de aandeel- en obligatiehouders van de Ierse banken opgedraaid voor het debacle. Nu betaalt de Ierse belastingbetaler.