Direct naar artikelinhoud

Egyptische feministische schrijfster Nawal el Saadawi over vrouwenrechten, godsdienst en maatschappij

'De ontsluiering van de geest is bezig'

Vandaag reikt de Universiteit Gent de Amnesty International Leerstoel uit aan de Egyptische prof. dr. Nawal el Saadawi (°1931). Aan de vooravond van haar lezing in de Gentse Vooruit had De Morgen een exclusief interview met haar. 'Ik ben optimistisch. Wereldwijd groeit het bewustzijn omtrent het onrecht dat mensen wordt aangedaan, ongeacht of dat gebeurt uit naam van God of van het kapitalisme', aldus El Saadawi. Door Catherine Vuylsteke

Nawal el Saadawi, arts van opleiding, schrijft al meer dan een halve eeuw boeken en haar meer dan 45 werken werden in tal van talen vertaald. Eigenlijk werd ze al in de jaren zeventig wereldberoemd. Niet zozeer omdat haar boek De gesluierde Eva (1977) de westerse lezers erg bekoorde (ze moesten op de vertaling wachten tot in de jaren tachtig) maar door de ophef die het in eigen land veroorzaakte. El Saadawi, die uit een traditionele familie in een dorp nabij Caïro komt en op zesjarige leeftijd werd besneden, durfde zo ongezouten haar mening te verkondigen over seksualiteit, besnijdenis, prostitutie en het huwelijk dat ze meteen hordes vijanden en bewonderaars had.

In 1980 sloot toenmalig president Anwar el Sadat (1970-1981) haar op als 'vijand van de staat', en pas nadat hij in oktober 1981 werd vermoord, herwon de schrijfster haar vrijheid. Afgeschrikt was ze geenszins: El Saadawi stichtte prompt de eerste vrouwenorganisatie van Egypte, die in 1991 werd verboden omdat ze kritiek had op het militaire optreden van de Verenigde Staten in de Golfoorlog. Ondertussen stapelden de doodsbedreigingen aan El Saadawi's adres zich op en op aandringen van vrienden vertrok ze in 1993 als gastprofessor naar de Verenigde Staten.

In 2001 probeerde een advocaat haar man te dwingen om van haar te scheiden wegens haar uitspraken over de islam in een Egyptisch blad. De rechtbank verwierp de zaak, maar enige jaren later volgde een nieuwe poging. Eind 2004 stelde El Saadawi zich kandidaat voor de presidentsverkiezingen en begin 2007 kwam ze in het nieuws nadat vijf van haar boeken verboden werden op de boekenbeurs van Caïro. De voorbije drie jaar zag ze zich genoodzaakt in het buitenland te verblijven nadat haar toneelstuk God treedt af voor furore had gezorgd. "Het is de God van de heilige boeken vol tegenstellingen die opstapt", zei ze daar toen over, "maar dat laat ons niet goddeloos achter. Er is ook een andere God. Dat heeft mijn ongeletterde oma me geleerd: 'God is geen boek', zei ze. 'God is gerechtigheid.'"

Uiteindelijk won El Saadawi ook deze rechtszaak en deze zomer gaat ze terug naar Egypte. "Ik verlang ernaar mijn huis terug te zien, mijn kinderen, mijn vrienden, de wereld waarin ik ben opgegroeid", zei ze gisteren in Brussel. "Kijk, ik voel me overal thuis en de vele jaren in het buitenland hebben me geleerd dat je ook in het Westen het hele spectrum hebt van feministisch tot reactionair, van kapitalistisch tot extreem links, van progressief tot conservatief. Daar gaat mijn nieuwe boek Mijn leven aan de andere kant van de oceaan over. "Maar soms is het goed om thuis te komen. En we hebben plannen: begin 2011 houden we in Caïro een grote feministische conferentie."

U hebt de voorbije decennia naam gemaakt als een vrouw die de fundamentalisten frontaal aanvalt. Wat vindt u van mensen als Theo van Gogh of Ayaan Hirsi Ali?

El Saadawi: "Ik ben categorisch tegen moorden, ongeacht onder welke vaandel ze gepleegd worden. Idem dito voor oorlog: er is niet zoiets als het legitiem ombrengen van anderen. Dat is overigens een van de grote problemen voor de internationale gemeenschap nu. Het staatsterrorisme, zoals ex-VS-president George Bush dat in Irak gelastte, wordt gedoogd, het niet-staatsterrorisme niet. Bush is een oorlogsmisdadiger, hij verdient berecht te worden, maar dat moet geen koren op de molen van terreurgroepen worden. Dus: Van Gogh had in november 2004 niet moeten worden vermoord.

"Evengoed als ik tegen moorden ben, keur ik beledigen af en daar heeft die man zich wel aan bezondigd. Er is een duidelijk verschil tussen het uiten van artistieke, literaire of politieke kritiek en beledigen. Door Marokkanen geitenneukers te noemen los je niets op, integendeel. Ik vond ook zijn film Submission niet goed, wegens te eenzijdig. Het leek alsof de islam slecht was en het christendom goed, de Arabieren verwerpelijk, de Amerikanen prijzenswaardig. De realiteit is veel complexer en een kritische geest hebben, betekent dat je bij alle partijen de dingen aankaart die gelijke rechten in de weg staan en onrechtvaardig zijn, ongeacht hun geschiedenis, kleur, ras of ideologie.

"Dat ik beledigen niet aanvaardbaar vind, houdt ook in dat ik die Mohammedcartoons in Denemarken in september 2005 erg ongelukkig vond, maar tegelijk ben ik tegen een verbod op dergelijke dingen. Met een wet regel je dat namelijk niet, we moeten mensen overtuigen, niets anders werkt."

U trekt hard van leer tegen het kapitalisme en pleit voor socialisme. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Welke landen of systemen strekken tot voorbeeld?

"Geen enkel. Elke maatschappij moet strijden voor haar eigen model van sociale rechtvaardigheid. Weet je, in Egypte had president Abdel Nasser (1956-1970) het over socialisme maar er was geen gelijkheid tussen mannen en vrouwen en evenmin was de welvaartskloof gedicht. Dat sloeg dus nergens op.

"We moeten creatief zijn en ons stelsel aanpassen aan de eigen, specifieke situatie. De ideeën van Marx of Lenin zomaar overnemen, leidt tot catastrofes, dat hebben we in de voormalige Sovjet-Unie of in China voldoende gezien. En natuurlijk is er nooit een ideale situatie. De strijd gaat verder. Mensen die al te zeer geloven in idealen die verwezenlijkt kunnen en zullen worden, komen altijd bedrogen uit.

U zei zaterdag op het Passa Porta Festival in de Munt dat het met de vrouwenrechten de voorbije jaren de slechte kant op gaat.

"Ja en nee, we hebben de voorbije jaren absoluut een backlash gezien tegen vrouwenrechten, evengoed vanuit de hoek van de christelijke fundamentalisten als vanuit die van de islamisten. Als religie sterker op het voorplan komt, wat de voorbije jaren gebeurde, heeft dat altijd negatieve consequenties voor vrouwenrechten. Maar tegelijk is de kritische massa van mensen die ervan overtuigd zijn dat de hele maatschappij baat heeft bij vrouwenrechten, sterk toegenomen. De 'ontsluiering van de geest' is volop bezig, overal in de wereld. Die vooruitgang is mede te danken aan de boeken die werden geschreven.

"Een van de redenen waarom ik besloot om boeken te schrijven in plaats van louter patiënten te behandelen, is dat de impact daarvan veel groter is. Ik word nu evengoed in Indonesië als in Italië of Turkije gelezen. De grootste beloning is dat een lezer je schrijft dat je boek zijn leven of zijn visie heeft veranderd. Ik vergelijk het altijd met delen van het brein waar het licht is doorgedrongen. Je kan dat niet meer ongedaan maken.

"Dat heeft zich ook in enige positieve wetswijzigingen vertaald in mijn eigen land. Ik voer al een halve eeuw strijd tegen vrouwenbesnijdenis en sinds vorig jaar is die praktijk daadwerkelijk verboden. Het gebeurt nog steeds, maar het scheppen van een wettelijk kader is het begin, de basis waarop je aan mentaliteitsverandering kan werken.

"Ook de strijd van mijn dochter om 'onwettelijke' kinderen in het systeem te krijgen door ze de naam te laten aannemen van hun moeders, heeft vruchten afgeworpen. Onder de nieuwe wet krijgen ze nu een geboortecertificaat op moeders naam. Dat dit gelukt is, heeft uiteraard ook met de omvang van het probleem te maken: aangezien deze jongens en meisjes officieel niet bestonden, eindigden ze vaak op straat. Egypte heeft onderhand twee miljoen straatkinderen. Stel je de sociale dreiging voor die daarvan uitgaat, er moest dus wel wat gebeuren. En daar zijn we erg blij mee. En vooral: je ziet dat het uiteindelijk lukt, als je maar niet opgeeft."