Direct naar artikelinhoud

Belg op vakantie heeft steeds vaker hulp nodig

Touring handelde in juli een derde meer medische dossiers af dan vorig jaar

Brussel

Belga

Touring Reisbijstand Buitenland opende in de maand juli 3.678 dossiers. Dat zijn er 1.332 meer dan in dezelfde maand van vorig jaar. Het aantal medische dossiers steeg met 33 procent. Het aantal technische dossiers groeide met 17 procent. Vooral de repatriëringen uit Oost-Europa verlopen volgens Ann Buytaert van Touring zeer moeilijk door de grote administratieve rompslomp. In juli 2000 behandelde Touring 2.436 dossiers. Dit jaar steeg dat aantal met maar liefst 1.332, ofwel 54,7 procent, tot in totaal 3.768 dossiers.

Vooral het aantal medische dossiers kende een sterke stijging van 33 procent. In totaal werden er 266 dossiers behandeld (178 in juli 2000). Frankrijk blijft daarbij koploper, en wordt gevolgd door Spanje en Italië. Negenenzestig personen dienden te worden gerepatrieerd in juli 2001. Vorig jaar waren er dat 51. Een mogelijke verklaring ligt volgens Buytaert bij een aantal zware verkeersongevallen die dit jaar gebeurd zijn tijdens vakanties in het buitenland. Maar ze wijst er wel op dat er tussen 1999 en 2000 een daling was opgetreden. "Een stijging van het aantal medische dossiers was dus wel te verwachten."

Touring kreeg afgelopen maand ook veel oproepen van Belgen in het buitenland die technische problemen aan de wagen hadden. In totaal werden er 2.698 dossiers geopend, waarvan 1.472 in Frankrijk. Volgens Anne Buytaert is die stijging van 17 procent tegenover juli 2000 - toen ging het om 2.222 dossiers - te verklaren door de veranderende reisgewoontes van de Belgen. "Meer en meer mensen gaan blijkbaar met de wagen op reis. Waar ze vroeger voor bestemmingen als Malta en Faros gekozen hadden voor het vliegtuig, de trein, de boot en een gehuurde auto ter plaatse, reizen ze nu met de eigen wagen naar hun vakantiebestemming. Die wagen wordt in België niet optimaal onderhouden, en rijdt vaak korte afstanden. Doordat er plots grote afstanden worden gereden aan een relatief hoge snelheid, ontstaan er natuurlijk problemen."

Touring signaleert wel een daling met 20 procent van het aantal repatriëringen van voertuigen naar België. In juli 2001 waren er dat 257, een daling met 52 tegenover vorig jaar. Volgens Anne Buytaert treden er immers vaak kleinere technische problemen op, die meestal ter plaatse kunnen worden opgelost. "Voor grotere mankementen verkiest men een repatriëring van de wagen, om de problemen nadien in België te laten oplossen." In het algemeen kregen de voertuigen voornamelijk af te rekenen met elektrische problemen, onder meer met de boordcomputers en de alarmsystemen. Verder waren er ook veel afstellings- en brandstofproblemen, naast de klassiekers als overhitte motoren en defecte versnellingsbakken.

Opvallend dit jaar is dat de netelige dossiers vooral in Oost-Europa te vinden zijn. Touring noemt onder meer Hongarije, Slovenië en Macedonië. "Hét grote probleem in die landen is dat ze nog zeer administratief zijn. Alles moet schriftelijk aangevraagd worden en verschillende personen moeten hun goedkeuring geven. Dat zorgt voor aanzienlijke moeilijkheden in de organisatie van repatriëringen", besluit Touring.