Direct naar artikelinhoud

brief van de dag

Etienne Vermeersch is professor emeritus filosofie aan de UGent. Een uitgebreide versie van deze brief vindt u op demorgen.be

In mijn commentaar bij het gesprek van Abou Jahjah met Maarten Boudry staat geen enkele persoonlijk krenkende opmerking. Hij daarentegen wrijft mij "fundamentele denkfouten" aan. Ik zou "niet begrijpen" waarover het gaat, hij vindt mij "pijnlijk amateuristisch zwak", te vergelijken met "een radicale salafi-jihadi". Dit soort argumenteren geeft een idee van zijn niveau.

Vooreerst hoef ik niet te 'googelen': de Reliance of the Traveller staat in mijn boekenkast. En dat is niet zomaar een 'theologieboek'. Het is de enige vertaalde standaardtekst voor het kennen en toepassen van de shariah, de islamitische wetgeving. Bovendien bevat dit niet alleen de basistekst uit de 14de eeuw, maar ook een uitvoerig commentaar van Umar Barakat (1890), aangevuld met opmerkingen van Abd al-Wakil Durubi (1950) en van Nuh Ali Salman (1986). Deze commentatoren citeren zelf 136 publicaties, vooral uit de 20ste eeuw. Het werk vertegenwoordigt de Shafi-school, maar vermeldt de positie van de andere soennischolen, als die afwijken.

De fatwa's "blijven tijdsgebonden", zegt Abou Jahjah. Neen, want alles wat tot de 'ijma' behoort, "is an absolute legal ruling which does not admit of being contravened or annulled". Ik beweer natuurlijk niet dat de inhoud ervan 'de' waarheid is, maar wel dat die een brede islamitische traditie vertegenwoordigt, en niet een 'salafi-jihadische'.

Hij vindt dat ik beter naar Youssef al Qaradwi zou verwijzen. Wel, wel, en wat zegt die? Hij maakt een onderscheid tussen 'offensieve jihad' (jihad al-talab) en defensieve jihad (jihad al-daf); in het eerste geval gaat het om een 'gemeenschapsplicht'; in het tweede om een 'persoonlijke'. Dat strookt volledig met mijn definities. Overigens zou ik mij, in tegenstelling tot Abou Jahjah, liever niet door dit heerschap laten inspireren: die vindt bijvoorbeeld dat geloofsafval in principe de doodstraf verdient.

Hoewel de hele moslimtraditie deze twee vormen van jihad erkent, ook Qaradawi, denkt Abou Jahjah dat een offensieve jihad alleen een reactie is op een aanval. Nochtans staat in de Reliance: "De kalief voert oorlog tegen de joden, christenen en zoroastriërs nadat hij hen eerst heeft aangeboden moslim te worden." En daarnaast: "De kalief bevecht alle andere volkeren tot zij moslim worden." Alle scholen zijn het hierover eens. In deze twee gevallen is er van een reactie op een aanval geen sprake: het gaat om een uitbreiding van de islam.

Overmoedige stadjes

In 632 stierf Mohammed. Rond 661 was het Byzantijnse rijk gedeeltelijk en het Perzische geheel verslagen door de eerste kaliefen. Daarna drongen de Ommayaden door tot het Aralmeer en Indië en in het westen stonden ze, na Noord-Afrika en Spanje te hebben veroverd, in 732 bij Poitiers. Dat zou in de optiek van Abou Jahjah gebeurd zijn doordat telkens overmoedige stadjes en volkjes dat machtige rijk zouden zijn binnengevallen, waarna de moslimreus noodgedwongen tot 'agressie' moesten overgaan. Te gek voor woorden!

Zodra Abou Jahjah iets concreets zegt kun je het zo weerleggen. Meestal verschuilt hij zich achter een woordenbrij, zoals in verband met de invloed van cultuur op het gedrag. Uiteraard zou ik nog heel wat thema's kunnen behandelen (zoals de madrassa's als broeinesten van knapenschenderij), maar wat baten kaars en bril.