Direct naar artikelinhoud

'Het goede gevoel was er opnieuw'

Het was niet echt zijn parkoers, maar na een moeilijk jaar bewees Johan Museeuw gisteren in Lissabon weer op de goede weg te zitten. Terwijl Geert Verheyen, Mario Aerts, Nico Mattan en Andrei Tchmil diep in de finale nog voor een spervuur van aanvallen zorgden, was Museeuw al meer dan tevreden met zijn stek in de hoofdmacht: 'Het goede gevoel was er opnieuw.'

Lissabon

Eigen berichtgeving

Tony Landuyt/Jonas Coertjens

Bij elke doortocht aan de finish was het Belgische kopjes tellen. Met zes bleven ze over voor de laatste ronde en tot ieders verrassing stak ook het kopje van Johan Museeuw daar nog steeds bij. "Niemand dacht dat dit een parkoers voor mij was, maar ik zat er toch nog mooi bij. Dat bewijst dat de conditie goed was", zei Museeuw glunderend na afloop. "Alleen in de sprint kan ik mij niet meer plaatsen zoals vroeger. Bovendien was ik zonder helm gestart en dan neem ik in de laatste kilometers geen risico's meer."

Enkel door een verstandige koers te rijden, zat Museeuw nog in het hoofdpakketje dat op de streep in Lissabon afstormde. "Bergop was het aanklampen, want de hellingen waren iets te lang voor mij. Ik moest goed doseren of ik dreigde me op te blazen. Ik heb nooit de kans gezien om iets te proberen. Enkel op die heuvel op twee kilometer van de streep wilde ik nog wat doen, maar ik zat te ver." Een mooiere afsluiter kon de Domo-renner zich niet indenken. Na een jaar malaise lijkt de Museeuw-trein op de rails te staan om een goede winter door te maken en in zijn laatste profjaar nog een keer te schitteren. "Het was geen positief jaar, maar het einde mag er zijn. Sinds enkele weken voelde ik dat het weer goed zat."

Die andere nestor van de Belgische ploeg, Andrei Tchmil, kleurde zelfs net als vorig jaar de laatste kilometers. Maar van alleen wegkomen was er geen sprake. Tchmil: "Vooral Bruylandts moet ik een pluim geven voor zijn werk in de slotronde. Die laatste heuvel was echter te kort om het verschil te maken. Daarna heb ik nog eens geprobeerd, maar die duivelse Rebellin dichtte het gat." Vrienden met Rebellin zal Tchmil wel nooit worden. De Italiaan sprong ook vorig jaar in Plouay al achter onze landgenoot in de slotfase.

Net als Museeuw maakte Dave Bruylandts een rotjaar door. In Lissabon reed hij in het zog van zijn kopman de zorgen weg door in de laatste ronde de Italiaanse aanvallen te neutraliseren en als eerste Belg op de zeventiende plaats te eindigen. "Ik zat echt in een dip dit jaar tot de Ronde van Spanje. Maar als ik die Belgische trui aantrek, is er altijd een andere Bruylandts. Voor Zolder mag De Cauwer mij nu al selecteren", klonk het bij een opgewekte Bruylandts.

Bondscoach José De Cauwer reikte zijn oscar van de wedstrijd uit aan Geert Verheyen. Pas in laatste instantie kreeg hij een selectie voor het wereldkampioenschap in de bus en Verheyen bedankte meteen met een uitval op een ronde van het einde. "Ik wilde laten zien wie Verheyen was en ik heb voor België gereden", weerlegde hij niet alleen met daad maar ook met woord de kritiek dat hij voor broodheer Rabobank zou rijden op dit WK. Verheyen deelt de algemene teneur in het Belgische kamp dat de wedstrijd eigenlijk te laat openbarstte. Verheyen: "Iedereen wachtte maar af en was te bang om iets te doen. Ik had het liever vroeger zien ontploffen." Aerts zag zelfs zijn voorspelling uitkomen: "Ik had toch gezegd dat we rekening moesten houden met Zabel en Freire. Er is in het begin niet gekoerst en dat was in het voordeel van die sprinters."

Met tevredenheid blikt de Belgische ploeg terug op de wegrit. Iedere renner voerde zijn opdracht uit en de beteren wachtten, zoals afgesproken, tot de laatste ronden om toe te slaan. Wat ontbrak er dan nog? Museeuw: "We hadden geen spurter. Alleen Tom Steels kan die snelle mannen kloppen. En ik zal hem volgend jaar graag aan de wereldtitel helpen in Zolder." Op een vlak parkoers mag dat voor een Steels in vorm geen probleem zijn, maar Nico Mattan waarschuwt nu al: "Zoals hier in Lissabon zijn het de renners die de koers maken. In Zolder kan het tegen hoge snelheid lastiger zijn en dan rijden we misschien ook maar met dertig naar de streep."

Wielrennen

Davide Rebellin verpest net als vorig jaar laatste WK Andrei Tchmil