Direct naar artikelinhoud

Redding nationale schatten kost miljard euro

patrimonium

picqué wil beheerders van federale instellingen modern managementjasje aanmeten

Het vereiste budget om de federale wetenschappelijke instellingen, de bewaarplaatsen van onze nationale schatten, te moderniseren en daarmee te redden, kan volgens een ruwe schatting over een periode van tien jaar oplopen tot 1 miljard euro. Dat zegt de bevoegde minister van Wetenschapsbeleid Charles Picqué (PS) in een gesprek met De Morgen naar aanleiding van de afronding van het witboek. Ter vergelijking: dat bedrag is genoeg om twintig keer het omstreden Antwerpse Museum aan de Stroom (MAS) te bouwen.

Brussel / Eigen berichtgeving

Nathalie Carpentier

De cruciale rol die de tien federale wetenschappelijke instellingen (fwi's) waaronder de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSKB), het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) of het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren spelen als verzamelplaatsen van collecties én van wetenschappers van wereldformaat, is genoegzaam bekend. Dat besef vertaalt zich echter niet altijd in de bereidheid van de regering om de investeringen op te drijven. Modernisering van de fwi's is nochtans broodnodig, niet alleen om te voorkomen dat heel wat kostbare kunstschatten verloren gaan, maar ook om op de wereldkaart mee een voortrekkersrol te kunnen blijven spelen.

Belangrijke voorwaarde om tot actie over te gaan, was de opstelling van een witboek waarin de globale plannen voor de fwi's netjes staan beschreven. Dat is zonet afgerond door de bevoegde minister van Wetenschapsbeleid Charles Picqué (PS) en zijn regeringscommissaris Yvan Ylieff (PS). Daaruit blijkt dat de broodnodige modernisering over een periode van tien jaar ruwweg een budget vereist dat kan oplopen tot 1 miljard euro of 40 miljard frank. Een raming die volgens Erik Beka, secretaris-generaal van DWTC (Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, een van de Diensten van de Eerste Minister) de vergelijking aankan met buitenlandse wetenschappelijke instellingen.

Daarnaast kwam Picqué ook op de proppen met een voorstel om in het verlengde van de Copernicus-hervorming de beheersfuncties van de fwi's te moderniseren . "We willen de verantwoordelijke autonomie van de instellingen vergroten", aldus Picqué. Dat zou moeten leiden tot een versoepeling van de structuren en moeten afrekenen met de onnodige logheid en complexe beslissingsstructuur van de fwi's. Met het voorstel wil Picqué de huidige mandaten in een moderner managementjasje steken. Zo zou een directeur-generaal die instaat voor het dagelijks beheer worden bijgestaan door operationele directeur(s) en een directeur van de hulpdiensten. Die laatste zou onder meer het personeelsbeleid, ICT, en het financieel en logistiek beheer voor zijn rekening moet nemen. Interne en externe controle-organen zouden voorts moeten toezien dat de fwi inderdaad efficiënt wordt beheerd en dat de doelstellingen worden nageleefd.

In plaats van te focussen op hun wetenschappelijke verdiensten zullen de directeurs ook managementvaardigheden ten toon moeten spreiden. Als het voorstel erdoor komt, zouden de huidige directeurs zich opnieuw kandidaat moeten stellen en zich voor een selectiecommissie moeten aandienen. Die plannen bevinden zich echter nog in zeer pril stadium. Volgens de woordvoerder van Luc Van den Bossche (SP.A, bevoegd voor Ambtenarenzaken) gaan de administraties van beide ministers zich nu buigen over een ontwerp van koninklijk besluit.

Toch ligt de bal volgens Picqué na de afronding van het witboek nu weer in het kamp van de regering. Die moet tonen in hoeverre ze bereid is mee op de kar te springen om de fwi's te redden wanneer het witboek op de ministerraad ter sprake komt. "We hopen dat iedereen hiermee inziet dat een strategisch moderniseringsplan voor de fwi's ten zeerste in het belang van dit land is", aldus Picqué. Dat besef hoopt hij vertaald te zien in een extra budget van 9,5 miljoen euro of zo'n 360 miljoen Belgische frank bij de begroting van 2003, aldus het kabinet van Picqué. Dat bedrag zou een reeks actiepunten moeten dekken: de intrede in de informatiemaatschappij, de verbetering van de internationale samenwerking, de ontwikkeling van het onderzoek, uitbouw van een modern personeelsbeleid en strategische planning.

De hoogdringende verbetering van de infrastructuur en veiligheid van de collecties valt daar niet onder, maar neemt wel de grootste hap uit het geraamde budget van 1 miljard euro. Die kosten worden in het witboek over tien jaar geschat op 25 miljoen euro of zo'n 1 miljard Belgische frank per jaar. Hierbij zou minister Rik Daems (VLD) over de brug moeten komen via de Regie der Gebouwen. Daarnaast hopen ze ook op een verhoging van de financiële input van onder meer de Europese Investeringsbank en de Nationale Loterij.

Als belangrijke financiële schakel blikken Picqué en Ylieff echter ook in de richting van privé-investeerders. Ze denken eraan een mecenaatfonds op te richten met bijdragen van privé-ondernemingen, die zich zo structureel kunnen koppelen aan het Belgisch patrimonium. De Koning Boudewijnstichting zou daarbij fungeren als beheerder van het fonds. Het idee ontlenen de ministers aan buitenlandse experimenten in die zin, zoals de Carlsbergstichting in Denemarken.

Picqué wil privé-instellingen als mecenas inschakelen bij redding van nationale schatten