Direct naar artikelinhoud

Belg breekt zaak Anne Frank open

Jeroen De Bruyn raakte als kind in de ban van Bep Voskuijl, een jongedame die Anne Frank hielp onderduiken. Samen met haar zoon Joop schreef Jeroen een biografie over de vrouw. Tijdens de research kwamen ze iets op het spoor: misschien was het Beps zus Nelly die de Franks verraadde.

Eenentwintig is hij, Jeroen De Bruyn. En eindelijk ligt het resultaat van zijn jarenlange fascinatie voor Anne Frank in de rekken. Bep Voskuijl, het zwijgen voorbij is de biografie van een van de helpers van Anne Frank. Anne leefde tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met haar familie en enkele andere Joden ondergedoken in het zogenaamde Achterhuis in Amsterdam. De Bruyn, eindredacteur bij de Gazet van Antwerpen, schreef het boek samen met Beps jongste zoon Joop van Wijk.

Jarenlange fascinatie

Eigenlijk heeft de jongeman alles te danken aan zijn moeder. "Op mijn achtste las zij mij Annes dagboek voor. Ik ben toen heel veel over haar beginnen lezen", zegt hij. En die fascinatie leidde al snel tot een nog groter raadsel. "Wat mij na een tijdje ging bevreemden, was dat er zo weinig geweten was over een van de helpers van de familie, Bep Voskuijl. Dat had echter een reden: Bep bleek altijd zeer terughoudend te zijn geweest over dat zwarte hoofdstuk in haar leven. Ze had acht mensen van de dood proberen te redden en dat was volgens haar niet gelukt, dat heeft ze nooit kunnen verwerken."

De Bruyn had in Bep een nieuwe fascinatie gevonden. "Op mijn vijftiende was ik vastberaden om een biografie over haar te schrijven. Ik wist dat ik daarvoor eerst toestemming moest vragen aan haar kinderen." De Bruyn stuurde daarop een brief van vier bladzijden naar De Anne Frank Stichting, gericht aan Beps kinderen. Tot zijn verbazing kreeg hij drie dagen later een mail van Joop, Beps jongste zoon. "Hij was ontroerd door mijn jonge leeftijd en de oprechte interesse voor zijn moeder." Kort daarna spraken de twee mannen af ten huize De Bruyn. "Dat is een heel lang gesprek geweest. Wij vonden elkaar in hoe we het verhaal van zijn moeder moesten vertellen."

Op 4 augustus 1944 worden Anne Frank en de andere onderduikers opgepakt. Wie hen verraden heeft, blijft tot op vandaag een mysterie. Al kwam De Bruyn tijdens zijn jarenlange research en passant een nieuwe verdachte op het spoor: Nelly, de zus van Bep. "Het was oorspronkelijk niet de bedoeling om het over dat verraad te hebben, het blijft tenslotte een biografie over Bep. Maar er doken veel factoren op die Nelly verdacht maakten. Net daarom konden we dit niet negeren." Geloofde Bep zelf dat haar zus Nelly het gedaan kon hebben? "Volgens Joop was zijn moeder er tot eind jaren 60 van overtuigd dat het de magazijnier was geweest. Tot Karl Silberbauer, de Oostenrijkse SS'er die de arrestatie van de onderduikers had geleid, werd opgespoord door nazi-jager Simon Wiesenthal. De man heeft later in privégesprekken aangegeven dat de tipgever een vrouwenstem had. Toen had Bep plots 'geen reden meer om die magazijnknecht te verdenken'."

Eerbetoon

De Bruyn ziet deze biografie als een eerbetoon. "Niet alleen aan Bep, maar aan alle mensen die onbaatzuchtig Joden hebben geholpen tijdens de Tweede Wereldoorlog." In het boek benadrukt hij hoe belangrijk Beps rol in Annes leven was. "Bep was 23 toen ze de familie Frank hielp onderduiken. Er was dat beeld van het jonge en naïeve meisje dat niet voor zichzelf kon opkomen. Terwijl Bep en Anne eigenlijk heel close waren. Ze scheelden slechts 10 jaar in leeftijd, hadden dezelfde interesses. Anne heeft het in haar dagboek ook vaak over Bep: dat ze naar de film ging, dat ze danste, dat ze kleren voor haar meebracht. Bep heeft bijzonder veel voor die familie gedaan. Dat was nieuw voor mij."