Direct naar artikelinhoud

'Er klinkt altijd te veel muziek'

Vrijdag speelt Jóhann Jóhannsson op het Bozar Electronic Arts Festival. Een gesprek over stilte met de IJslander die voor zijn soundtracks een Golden Globe won en genomineerd werd voor de Oscars, BAFTA's en GrammyAwards.

Voor het interview wordt ons op het hart gedrukt om onder geen beding vragen te stellen overBlade Runner 2049. Een paar dagen na het gesprek wordt pas duidelijk waarom. Regisseur Denis Villeneuve besliste op de valreep om de soundtrack van zijn vertrouwde componist Jóhann Jóhannsson te laten herwerken door Hans Zimmer. Hoogverraad! Toch als je in acht neemt dat Jóhannsson intens betrokken was bij de muzikale sfeerschepping in Villeneuves meest bekroonde films Prisoners (2013), Sicario (2015) en Arrival(2016). Die soundtracks zelf kwamen trouwens ook steeds in aanmerking voor grote prijzen.

Maken we onszelf iets wijs, of is Jóhannsson aangedaan door die afwijzing? Hij klinkt afwezig, spreekt moeizaam en verheft het ellendige tussenwerpsel 'euh' tot woordkunst. Anderzijds zijn de lange stiltes in het gesprek ook weer niet zo verwonderlijk voor een componist die zich dit jaar ook monddood liet maken door regisseur Darren Aronosfky. "Tijdens het afwerken van Mother! besliste hij dat de film uiteindelijk toch geen muziek nodig had," vertelt de componist. Sans rancune van zijn kant, voegt hij eraan toe. "Voor mij schuilt er een zekere schoonheid in het idee dat Darren alle muziek wilde weglaten. Je moet een afgewerkte film, inclusief de muziek, beschouwen als een beeldhouwwerk. Je begint met een massieve brok graniet of marmer, en dan ga je er met de beitel op los. Je kerft naar believen uit, tot het gewenste resultaat voor je ogen verschijnt. In dit geval bleven we zo lang kerven tot er geen graniet of marmer meer over was. Om die radicale aanpak vroeg deze film nu eenmaal."

In de film kreeg Jóhannsson wel nogde rol van 'muziek- en geluidsadviseur' toegekend, al bestaat zijn aandeel in de soundtrack voornamelijk uit nachtelijk gekraak en geruis. Zonde van de tijd, toch? Of op zijn minst van alle artistieke moeite die de IJslandse componist zich had kunnen getroosten. "Daar ben ik het niet mee eens," klinkt het bij hem. "Mensen zijn hongerig naar nieuwe geluiden. Ik hoop dat dit mijn verdienste is aan film. Wanneer ik een score schrijf, gedraag ik me niet als de einzelgänger die ik wel kan zijn op platen als Orphée (2016) of Fordlândia (2008). Ik stel mezelf in dienst van een groter geheel, maak deel uit van een team. Die film vroeg nu eenmaal om een experimentele en drastische benadering, en dan moet je achteraf niet gaan zeuren dat je een jaar bent bezig geweest met een score."

Heel wat films in de mainstreamcinema zijn helaas in een ander bedje ziek, vindt hij trouwens. "Er klinkt altijd te veel muziek. Dat moeten bioscoopgangers toch ook verfoeien? Muziek is heilig. Daar moet je zuinig mee omspringen. In de film Arrivalwaakte ik daar ook al bewust over. Stilte is eigenlijk een constante in mijn werk."

Avontuurlijk

In de jaren 60 en 70 waren filmmuziekcomponisten veel avontuurlijker, zegt hij nog. "Daarna werd heel wat filmmuziek vrij conservatief en voorspelbaar. Ik vind het een sterk statement als je stilte durft te gebruiken als instrument. Muziek kan een cruciale scène wollig maken, of de spanning van een film breken. David Lynch snapt dat bijvoorbeeld perfect. Daarom is hij zo'n briljante regisseur en filmmaker."

Stil zal het vrijdag evenwel niet worden in Bozar. Met het in Brussel gestationeerde ensemble Echo Collective wekt hij Orphée tot leven, maar ook filmmuziek en werk uit oudere soloplaten. "En ik ben overigens niet van plan om me stilletjes op de achtergrond te houden," grinnikt hij. "Op een podium hou ik van een performatieve, haast theatrale voorstelling. Je zult me dus niet onbeweeglijk in een hoekje aantreffen. Zelfs al hou ik van stilte, stilte hoort nooit saai te zijn."

Jóhann Jóhannsson. Vrijdag op Bozar Electronic Arts Festival in Bozar, Brussel. Op 18/10 worden de World Soundtrack Awards (WSA) uitgereikt in Gent. Jóhannsson maakt kans op twee awards, waaronder die voor Beste Filmcomponist.