Direct naar artikelinhoud

Vreemdeling in eigen land

Zijn docuserie loopt op VIER, hij analyseert voetbal als geen ander en volgende zaterdag wordt hij gevierd door Behoud de Begeerte. Jan Mulder (70) is overal. Bert Wagendorp, die Mulder ooit opvolgde als columnist bij de Volkskrant, raakt niet uitgepraat over die rare Groninger, die hem maar blijft verbazen.

Vroeger was Jan Mulder ver weg, in Brussel. Brussel lag destijds nog in het buitenland. Mijn vader kende iemand die ooit in Brussel was geweest en die voor hem een asbak met daarop Manneken Pis had meegenomen. Het schijnt een mooie stad te zijn, zei mijn vader, maar wel heel erg groot.

Soms zagen wij Jan Mulder op de televisie, maar niet zo vaak. Flitsen waren het, in zwart-wit, een soort mythische wondermidvoor in een andere wereld.

Wij begrepen dat hij een Groninger was, uit Winschoten. Dat leek tamelijk onwaarschijnlijk, want wat moest een Groninger in Brussel? Groningers speelden bij GVAV en als ze heel erg uitblonken, zoals Klaas Nuninga, Piet Fransen of Arie Haan, bij Ajax of Feyenoord.

Jan Mulder is voor ons Nederlanders altijd voor minstens 40 procent een Belg gebleven, een hybride persoonlijkheid, iemand in wiens ziel Winschoter en Brusselse zuurstof een explosief mengsel had gevormd.

Hij is ook zijn hele leven een ambassadeur voor Brussel gebleven, de stad waar zijn twee zonen werden geboren. Had Jan Mulder in 1965 zijn MG niet naar Brussel gestuurd, maar naar Amsterdam, dan was hij nooit de Jan Mulder geworden zoals wij hem nu kennen - die stelling durf ik wel aan.

Te ver weg

De schoenmakerszoon slingerde zichzelf als 20-jarige met veel geweld uit zijn veilige comfortzone en bleef voor de rest van zijn leven een buitenstaander. Een buitenstaander met kameleontische eigenschappen - Belg tussen de Belgen, later prominent lid van de Amsterdamse incrowd - maar toch altijd iemand van langs de zijlijn die nooit zijn verbazing over wat hij waarnam kwijtraakte.

Jan Mulder de mens werd geboren in een van de Nederlandse buitengewesten. Jan Mulder de beroemde voetballer kwam ter wereld in België. Een jaar of wat geleden verkocht hij zijn huis in Bussum, bij Amsterdam, en keerde hij terug naar zijn geboortegrond in Oost-Groningen. Vorig jaar keerde hij terug naar het land waar een halve eeuw geleden zijn verovering van de wereld was begonnen - er zit lijn in Mulders levenswandel.

Voetbal, verbondenheid en verbazing zijn de drie pijlers.

Het is niet voor niks dat zijn Belgische herrijzenis tot stand kwam via het WK van 2014 en Sporza - dat had hij bij ons al eerder vertoond. Zijn kracht ligt ook in loyaliteit. Toen de hoofdredacteur van NRC Handelsblad, Peter Vandermeersch, op de Nederlandse televisie de Volkskrant aanviel en verdacht maakte, diende Mulder hem bijna gewelddadig van repliek: afblijven van mijn krant.

Verbazing is zijn doping.

Ik herinner me beelden van hem en Gerard Bergholtz, Pummy, in de aanvalslinie van Anderlecht. Anderlecht was toen nog een grote club, groter dan Ajax of Feyenoord. Jans jongere broer Henk vertelde me ooit dat hij met zijn vader in het weekend vanuit Winschoten in de Volkswagen Kever naar Brussel reed, om Jan te zien spelen. Het was 400 kilometer over louter tweebaanswegen en soms deden ze er wel acht uur over. De volgende dag reden ze terug.

Jan Mulder was ver weg, zo ver dat wij hem bijna niet konden zien. Bij ons was Johan Cruijff begonnen de wereld te veroveren, samen met Piet Keizer, Rinus Israël en Willem van Hanegem. Wij letten niet zo op Jan Mulder. Het was misschien anders geweest wanneer hij voor Real Madrid was gaan spelen, voor Internazionale of Manchester United. Maar dat deden Nederlandse voetballers destijds nog niet. Het was al heel bijzonder dat er een paar in België en Duitsland hun geld verdienden.

De vermaledijde knie

Terwijl Jan Mulder bij Anderlecht speelde, planden Feyenoord en Ajax de verovering van de Europa Cup. Dat lukte in 1970, 1971, 1972 en 1973. In 1972 keerde Jan Mulder terug naar Nederland en ging hij voor Ajax spelen - nét te laat. Bovendien begon zijn knie te haperen.

In 1974 werd Oranje bijna wereldkampioen, maar Jan Mulder was op het allerlaatste moment buiten de selectie gevallen. We danken daar nog een paar mooie columns aan: hoe bondscoach Rinus Michels hem in het ballenhol van het Olympisch Stadion in Amsterdam de fatale mededeling deed. Mulder ging naar huis en sloeg een kippenhok in elkaar. Maar hij vergat intussen niet de kleinste details in zich op te nemen en vast te leggen op de memorecorder in zijn hoofd - alsof hij toen al materiaal aan het verzamelen was voor zijn columns.

De voetballer Jan Mulder werd in Nederland nog het beroemdst vanwege zijn knie die het niet meer deed. In 1975 moest hij stoppen en iets anders verzinnen. Hij ging schrijven.

In een profiel, dat ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag werd uitgezonden op de Nederlandse televisie, werd hem gevraagd wat hij nou leuker vond, voetballen of schrijven. Die keuze was gemakkelijk: "Voetbal is zo oneindig veel leuker dan schrijven." Hij kende alleen maar schrijvers die heel graag spits van Ajax hadden willen zijn, maar eigenlijk geen voetballers die de voorkeur zouden hebben gegeven aan een schrijverscarrière. Maar schrijven was misschien wel het op één na leukste.

Totale verbijstering

Het woord 'sidekick' bestond toen nog niet en op televisie was nog geen plaats voor onruststokers, ontregelaars en dwarsliggers. En het zou ook nog even duren voor Mulder die kwaliteiten in zichzelf zou ontdekken. Hij was een ontregelaar in opleiding.

Nadat hij van Brussel naar Bussum was verhuisd en zijn voetballoopbaan op een eind liep, werd hij omringd door een entourage van kunstenaars en andere vrije geesten: Freek de Jonge, Kees van Kooten, Jeroen Henneman, later Remco Campert en Theo van Gogh. Ik vermoed dat hij van hen leerde hoe hij het stugge, soms ongemakkelijke van zijn Groningse karakter kon gebruiken voor een dwarse kijk op de wereld.

Voor het oog van de camera - maar eerst op papier.

Het was halverwege de jaren 70 en ik woonde met vrienden in een studentenhuis in Groningen. Wij lazen de Volkskrant - in die tijd las in Nederland elke zichzelf respecterende student de Volkskrant, behalve leden van het studentencorps (De Telegraaf) en een enkele bijna overleden quasi-intellectueel (NRC Handelsblad). Dat is nu allemaal anders.

Op een zaterdag, ik denk dat het in september 1976 was, stond er opeens een column van Jan Mulder in de krant, op de sportpagina. Ik herinner me niet waar die over ging, wel dat er een foto bij stond van een indiaan. Ik weet nog wat het in ons huis teweegbracht: totale verbijstering. En trots: Jan Mulder schreef een column in onze krant en dat konden ze bij andere kranten niet zeggen. De voetballer Jan Mulder brak bij ons alsnog door, met een pen in zijn hand.

Het is moeilijk te beschrijven waarom zijn geboorte als columnist ons zo raakte. Het had te maken met het feit dat er iets totaal onverwachts gebeurde. Voetballers konden destijds vooral goed voetballen - ze waren tot weinig anders in staat. Dat is overigens niet echt veranderd. Maar hier was plotseling een oud-international die bleek te kunnen schrijven. Dat verbaasde ons zodanig, dat wij niet zagen dat hij nog niet zo heel góéd kon schrijven.

Snelle leerling

Zijn eerste columns waren die van een zoeker - maar wel eentje die heel snel vond wat hij zocht: een eigen stijl, een eigen humor, iemand die de absurde wereld van de sport te lijf ging met zijn eigen absurdisme. Mulder leerde veel sneller goed schrijven dan hij als jong kereltje goed had leren voetballen.

Hij schreef een keer dat hij achterin een Brusselse taxi zijn hand op de knie van Catherine Deneuve had gelegd, en liet in het midden of die vervolgens aan een avontuurlijke tocht was begonnen. Wij wisten zeker van wel. Zo'n sportcolumn hadden wij nog nooit gelezen.

Mulder was een vernieuwer van het genre; de Volkskrant had in die tijd twee vermaarde columnisten, Jan Mulder (sport) en Jan Blokker (de rest). Van die twee was Mulder de origineelste en vernieuwendste. In 2001 volgde ik hem op als de maandagse sportcolumnist van de Volkskrant en dat voelde alsof ik in de voetsporen trad van Mick Jagger als zanger van de Stones - Mulder lijkt trouwens ook op Jagger, zowel qua uiterlijk als in diens totale minachting voor de jaren.

Je zou kunnen zeggen dat Jan Mulder columnist was tussen zijn 30ste en 50ste, dat hij zich intussen in de theaters (samen met Remco Campert en Bart Chabot) bekwaamde als performer en dat hij daarna klaar was voor de televisie.

In 1998 was het wereldkampioenschap voetbal in Frankrijk. In Zuid-Frankrijk hadden de sportjournalisten Frits Barend en Henk van Dorp een villa gehuurd. Daar werd elke avond het livepraatprogramma Villa BvD gemaakt. De vaste gast aan tafel - ik geloof dat die toen nog geen 'sidekick' heette - was Jan Mulder.

Onberekenbaar

Villa BvD was zo populair, mede vanwege de uitstekende prestaties van Oranje die zomer, dat nog in hetzelfde jaar de talkshow Barend & Van Dorp de lucht in ging. Vijf avonden per week een latenightshow met actuele gasten, dat kenden wij nog niet.

En iemand wiens rol daarin louter bestond uit het ontregelen van het gesprek en de gasten, evenmin. Die kunst werd door Jan Mulder tussen 1998 en 2006, toen Barend & Van Dorp stopte, geperfectioneerd. De sidekick/onrustzaaier kwam in veel latere talkshows terug, maar nooit meer zo efficiënt (en grappig, irritant, verrassend) als Mulder het deed.

Barend & Van Dorp was bijna onmiddellijk populair: het was vernieuwend en spannend. Dat kwam, behalve doordat de redactie erin slaagde elke avond actuele gasten aan tafel te krijgen, door de perfecte rolverdeling: Frits Barend als vasthoudende interviewer, Henk van Dorp als de goedmoedige gespreksleider en Jan Mulder als de bijtgrage hond.

Zijn rol was ook meteen controversieel. Veel mensen vonden hem te agressief, te direct, te brutaal, te links. Zijn onberekenbaarheid was voor sommige politieke adviseurs reden hun baas te adviseren een uitnodiging af te zeggen. Tegenover Jan Mulder gaan zitten was een risico: hij kon onverwacht en gemeen hard tackelen.

Er is heel lang een zekere afstand geweest, tussen de Winschoter Belg Jan Mulder en Nederland. Zijn land van herkomst veroverde hij pas later, en niet met de bal. Wij zijn altijd een beetje naar hem blijven kijken als naar een vreemdeling. Hij bleef op zijn beurt Nederland altijd observeren met de ogen van iemand van over de grens; de grens die dwars door Nederland loopt en die de Randstad scheidt van de rest van het land, en die tussen Nederland en België.

Daaruit laat zich ook verklaren waarom bewondering en verguizing altijd hand in hand zijn gegaan. Jan Mulder bleef de onvoorspelbare. Hij liet zich niet in een hokje plaatsen, een geliefde bezigheid in deze contreien. Hij was altijd de vriend die plotseling met een rotopmerking kon komen, de treiteraar die opeens de zachtmoedigheid zelf bleek.

Twee zuchten

In Nederland is zijn populariteit, vermoedelijk mede daardoor, altijd aan golfbewegingen onderhevig geweest. Altijd was er ook de verdeeldheid: waar een deel van het publiek hem aanbad, was er altijd een ander deel dat hem niet pruimde. Zijn uitgesproken persoonlijkheid en provocatiezucht maakten dat onvermijdelijk - al was het maar omdat hij in het verrechtsende klimaat in Nederland altijd een soort Mulderiaans-links wereldbeeld bleef promoten. Daarin kan mededogen met de zwakke medemens prima samengaan met het miljoen dat hij van bank ING ontving voor zijn rol in een serie commercials. De tonnen die hij van Het Laatste Nieuws ontvangt voor zijn columns en reclameactiviteiten zullen hem ook niet rechtser maken, maar ze verschaffen de Mulder-bashers wel munitie.

Jan Mulder is iemand die voortdurend de aandacht opeist, en dat leidt onherroepelijk tot vermoeidheid bij een deel van de toehoorders: alwéér Jan Mulder. Hij is met enige regelmaat sidekick bij Matthijs van Nieuwkerks De wereld draait door, het populairste tv-programma van Nederland. Zodra zijn hoofd in beeld verschijnt, gaan er twee zuchten door het land: één van bewondering en verwachting ("Wat zal hij nú weer gaan zeggen?"), en één van afkeer en verveling ("OMG, daar komt hij weer").

Het is de tol van de alomtegenwoordigheid en de prijs voor het talent. Mulder is bijna altijd origineel, authentiek en grappig, maar dat leidt niet automatisch tot onverdeelde liefde en bewondering. Jaloezie speelt vermoedelijk ook een rol. Goeie voetballer, goeie schrijver, theaterdier, tv-persoonlijkheid. Zeventig jaar en nog altijd populair bij de vrouwen: hoe oneerlijk kan het leven zijn, beschouwd vanaf de tweezitter in een nieuwbouwwijk in Capelle aan den IJssel of Aalst aan de Dender?

Van hausse naar crash

Jan Mulder was een tijd ver weg, in Vlaanderen. Nu is hij terug, als nieuw, die Hollandse Belg. Hij zal, denk ik, zijn weg van de sporttafels naar die van het actuele nieuws wel vinden.

Op elke Mulder-hausse volgt een Mulder-crash. Een kantelpunt waarop de Mulder-mania in zijn tegendeel verkeert. Misschien heeft de Vlaming meer geduld dan de Nederlander en wellicht is hij beter tot ruimhartige bewondering in staat - maar ook in Vlaanderen zal vroeg of laat het verzoek om wat minder Mulder klinken.

Niet dat het Jan Mulder zal raken: hij richt zich altijd weer op, vindt zichzelf opnieuw uit of verkast naar streken waar zijn handel nog wel is gevraagd.

En anders wordt hij beroemdheid in ruste, kluizenaar te Bellingwolde, eindelijk de buitenstaander in vol ornaat.