Direct naar artikelinhoud

De Mount Everest roept, maar klimmers blijven thuis

In de week dat Nepal stilstaat bij de aardbeving van een jaar geleden, is het opvallend rustig in het basiskamp aan de voet van de Mount Everest. De toeristenklimmers vrezen nieuwe natuurrampen.

Aarzelend meldden de eerste klimmers zich de afgelopen weken in het basiskamp van de Mount Everest. Het klimseizoen rond de hoogste berg ter wereld is weer begonnen, traditiegetrouw in de korte periode tussen de winter en het begin van de moesson. Dit jaar zijn er echter minder klimmers dan in de voorgaande jaren. Decennialang nam het aantal klimmers toe, maar de laatste twee jaar hebben tot een ernstige trendbreuk geleid. Twee jaar terug doodde een lawine een groot aantal sherpa's, vorig jaar schudde de aardbeving die Nepal trof ook het basiskamp door elkaar; er vielen tientallen doden.

De slachtoffers werden deze week in het basiskamp herdacht, maar daarna was het toch weer business as usual. De periode dat er op de hoogste berg geklommen kan worden, is te kort om te lang te dralen, de commerciële belangen van de gespecialiseerde reisorganisaties te groot.

De natuurrampen van de afgelopen twee jaar hebben tot gevolg gehad dat er dit jaar beduidend minder klimmers zijn die de prijs van een luxeauto - al snel 61.200 euro - willen neertellen voor een poging op de Everest te komen. Wilden er vorig jaar nog 358 klimmers naar boven, dit jaar zijn het er zeker 100 minder. Het effect is merkbaar: sommige gespecialiseerde organisaties hebben, wegens gebrek aan klanten, dit jaar geen klimvakanties naar de Everest georganiseerd.

Kijk je puur naar de cijfers, dan is het anno 2016 niet eens zo bijzonder om boven op de Mount Everest te staan. Met ruim 4.000 personen die de berg succesvol beklommen hebben, lijkt een Everest-bestijging niet echt uniek meer. Klimmen op de Everest, het is haast een bucketlistachtig dingetje geworden.

Want wie stond er niet op de berg? Er zijn veel records die aan de hoogste berg ter wereld kleven. Je hebt de oudste klimmer (een Japanner van 80), er is de jongste klimmer (een Amerikaan van 13), er zijn eenbenige klimmers boven geweest, met slechts één arm bleek het ook mogelijk, we hadden het eerste echtpaar op de top en blinden zagen we ook al op het dak van de wereld staan.

In 2015 viel er een ander, bijzonder record te noteren. Voor het eerst in vele decennia stond er, als gevolg van de aardbeving op 25 april, geen enkele klimmer op de top. Vorig jaar dus geen situaties als op 19 mei 2012, toen liefst 245 klimmers de top bereikten.

Het wordt voor de klimmers dit jaar extra spannend. Door de aardbeving van vorig jaar zijn er op de hellingen flinke verschuivingen geweest. Vooral de routes over Khumbu IJswand, de grillige gletsjer die de aanloop vormt naar het echte klimmen, zijn anders komen te liggen. Het is daar normaal al levensgevaarlijk, dit jaar zullen de klimmers daar helemaal met knikkende knieën overheen gaan.

Met behulp van de sherpa's zal het de meeste klimmers wel weer lukken de 'Icefall' te overwinnen. Aan de voet van de Everest verrichten de sherpa's al sinds de jaren 20 van de vorige eeuw het harde werk. Zij brengen de zuurstofflessen, het eten en de tenten naar de hoger gelegen kampen, zij rollen de gezekerde routes met klimtouwen uit.

Waren de sherpa's van oudsher altijd zeer dienend, ook daarin is de laatste jaren verandering gekomen. Een jonge generatie roert de mond. Dat bleek drie jaar geleden, toen de lokale gidsen en westerse klimmers met elkaar op de vuist gingen. Het ging destijds over respectloos gedrag van sommige van de 'toeristen', over het harde werk dat de sherpa's op de flanken van de berg verrichten tegen een karig loon. Na de lawine van twee jaar terug, waarbij achttien sherpa's de dood vonden, legden zij opnieuw het werk neer.

Een sherpa kan in de twee maanden dat het klimseizoen duurt zo'n 5.000 dollar (4.370 euro) verdienen. Met dat bedrag moet hij het de andere tien maanden zien uit te zingen. De klimmers betalen vele tienduizenden dollars aan de commerciële bedrijven die de beklimmingen organiseren, de sherpa's krijgen daar dus slechts een fractie van. Zij lopen wel het meeste gevaar,. Zij klimmen, wij sterven, riep een jonge sherpa tijdens de 'sherpa-opstand' van 2013.

Voor de westerse klimbedrijven, die dit jaar beduidend minder klanten hebben, staat er dit seizoen veel op het spel. Nieuw-Zeelander Russell Brice, Everest-veteraan en baas van Himalayan Experience, hoopt daarom op een 'saai' jaar, met veel geslaagde beklimmingen. Een rake, ietwat cynische opmerking. Want inderdaad: nóg een jaar met natuurrampen, veel slachtoffers of opstandige sherpa's en het gaat nog verder bergafwaarts met de business rond de hoogste top van de wereld.