Direct naar artikelinhoud

Sportpersbureau verkocht artikels van onbestaande auteurs

Een Nederlands sportpersbureau heeft jarenlang stukken van onbestaande auteurs aan Nederlandse en buitenlandse kranten en bladen gesleten. Ook deze krant was er het slachtoffer van.

Uit een onderzoek van de Volkskrant blijkt dat Nederlandse en buitenlandse bladen en kranten jarenlang journalistieke sportverhalen van fictieve auteurs gepubliceerd hebben. Verscheidene verslaggevers gebruikten een pseudoniem om clandestien bij te verdienen. Sommige hoofdredacteuren werkten bewust mee aan dergelijke constructies. Ook deze krant publiceerde ooit een bijdrage.

De verhalen in onder meer Veronica Magazine, gepubliceerd tussen 2009 en 2014, werden verkocht door het voormalige Haagse sportpersbureau Hakkie-Tikkie Media. In december raakte dat wereldwijd actieve eenmansbedrijf in opspraak in Denemarken. Auteursnamen bij artikels van het Haagse bedrijfje klopten niet. Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat in Nederlandse bladen en kranten zeker vijftien stukken werden opgenomen, vermoedelijk zijn het er tientallen.

In hoeverre de inhoud van de artikels klopt, is nauwelijks vast te stellen. Feit is dat Hakkie-Tikkie in het buitenland tweemaal op de vingers werd getikt voor het publiceren van vraaggesprekken die volgens de geïnterviewde nooit hebben plaatsgevonden.

De oprichter van het persbureau, Martin van Zaanen, beweert dat hij slordig en naïef is geweest. Hij kocht verhalen via tussenpersonen en zou de auteursnamen niet goed hebben gecontroleerd. Zelf publiceerde Van Zaanen hoogstwaarschijnlijk ook onder een valse naam. Dat blijkt uit verklaringen van een oud-collega bij het weekblad Den Haag Centraal, Ronald Mooiman, die zich in 2008 en 2009 bediende van hetzelfde pseudoniem: 'Jimmy Grondstra'. De toenmalige hoofdredacteur van het blad keurde dat goed. Mooiman zegt dat hij lang niet de enige sportverslaggever was met een nepnaam. "Ik ken meer voorbeelden. Het gebeurde meestal omdat iemand van zijn werkgever niet voor een concurrent mocht schrijven."

Rens Muller, hoofdredactielid bij Veronica Magazine tussen 2006 en 2012, is niet verbaasd over het gerommel met namen. "Je wilt niet weten hoeveel sportjournalisten bijklussen onder pseudoniem. Bij Veronica had ik een paar auteurs die dat deden. Als ik zeker wist dat iemand zelf naar een interview was geweest, had ik er geen problemen mee."

Ook de Nederlandse bestsellerauteur Michel van Egmond heeft journalistieke verhalen geschreven onder pseudoniem. "Dat deed ik als ik niet mocht schnabbelen van een werkgever", zegt hij. "Het is al best lang geleden, het gaat om een paar stukken in Voetbal Magazine." De hoofdredacteur stemde hiermee in.

Verleiding

De Volkskracht citeert Alexander Pleijter, lector aan de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg. "Een pseudoniem is niet per se erg bij een column, maar bij een interview of reportage moet de lezer ervan uit kunnen gaan dat de auteursnaam klopt. Dat hoofdredacties hieraan meewerkten, vind ik absurd. Niemand kan je ter verantwoording roepen. Dus wordt de verleiding groter om te knippen en plakken in oude interviews of dingen te verzinnen."

Andrés Iniesta

Eind november 2011 publiceerde deze krant een interview van een zekere Oscar Rodriguez met de Spaanse stervoetballer Andres Iniesta. 'Rodriguez', een niet-bestaande auteur, schreef verscheidene stukken voor sportpersbureau Hakkie-Tikkie.

"We betreuren dat", zegt hoofdredacteur Lisbeth Imbo. "Aangezien het plaatsvond voor de huidige hoofdredactie aan het roer kwam, is moeilijk te achterhalen hoe het precies in zijn werk is gegaan. Zeker is dat de redactie te goeder trouw handelde."