Direct naar artikelinhoud

IJsberen mogen niet huilen

Een teken van zwakte. Of juist een teken van menselijkheid. De geschiedenis leert dat aan de tranen van een politicus tegengestelde betekenis gegeven wordt. En vaak tegelijkertijd.

Natuurlijk zijn de opwellende tranen van N-VA-voorzitter Bart De Wever in het Radio 1-interviewprogramma Touché een Politiek Feit. Sla er alle mogelijke media maar op na, evenals de vele reacties op de sociale media.

Tegenstrijdige reacties, ook. Volgens de enen tonen de tranen van De Wever dat er achter de vaak cassante politicus toch ook een mens schuilgaat. Anderen menen dat De Wever zijn emoties juist inzet om de aandacht af te leiden van de lastige weken die hij met zijn partij achter de rug heeft.

Beide reacties zijn even verwonderlijk. Wie denkt dat De Wever tranen op commando laat rollen wanneer het over de relatie met zijn vader gaat, heeft geen al te positief mensbeeld.

Dat Bart De Wever een 'mens' blijkt te zijn, kan evenmin bezwaarlijk nieuws worden genoemd. Voor of tegen, in interviews is hij iemand die zich meestal emotioneel en intellectueel engageert - een zegen in een tijd waarin debatfiches de norm zijn.

Dat soort intentieprocessen zijn niet uitzonderlijk. Toen de Amerikaanse president Barack Obama de tranen niet kon bedwingen bij de aankondiging van strengere wapenregels om massaschietpartijen tegen te gaan, werden exact dezelfde analyses gemaakt. Volgens de enen was Obama een faker, volgens de anderen net de meest authentieke president ooit.

Wat die analyses aantonen, is dat er aan de huilbui van een politicus hoe dan ook een betekenis gegeven wordt. Die betekenis is vaak meervoudig. Toen de als hardvochtig bekend staande Britse premier Margaret Thatcher toegaf dat ze 's avonds weleens huilde, leverde haar dat zowel hoon als mededogen op.

Hetzelfde lot lijkt Bart De Wever beschoren te zijn - een politicus met hetzelfde profiel als Thatcher. Tranen zijn een moment van zwakte. (wat iets anders is als zeggen dat tranen 'niet mogen').Hoe dat bij een politicus als De Wever gaat uitpakken, valt, net als bij Thatcher, niet te voorzien.

Meer sympathie kan zeker een gevolg zijn. Dat frustreert uiteraard al wie vindt dat de N-VA-voorzitter vandaag vooral kritisch bevraagd moet worden over de onmin in zijn partij, het verlangen naar een noodtoestand en de lekgeslagen federale begroting.

Cynische regie?

Er is ook een andere interpretatie. In de Belgische recente politiek komt Bart De Wever nu in een rijtje met onder meer Bert Anciaux (bij zijn ontslag als minister), Patrick Janssens (op de schouder van acteur Gene Bervoets), Meryame Kitir (na de sluiting van Ford Genk), Philippe Muyters (onder vuur voor onwaarheden in het Vlaams Parlement) of Caroline Gennez (op de Familiedag van sp.a in de Antwerpse Zoo).

Dat is niet per se het gezelschap waar een politicus als De Wever zich in thuisvoelt. Bij zijn aanhang werd bijvoorbeeld de uitbarsting van rivaal Janssens, na diens tegen De Wever verloren slag om het Antwerpse stadhuis in 2012, op even cynisch hoongelach onthaald. Van hun eigen kopman verwachten deze kiezers een andere attitude. Het imago van De Wever staat haaks op publieke emotionaliteit. 'Eisbären müssen nie weinen', is meer zijn motto, naar de newwavehit 'Eisbär' van Grauzone.

Of het daarom helemaal toeval dan wel een bewuste cynische regie is dat de tranen nu komen, valt te betwijfelen. De tranen van De Wever doen nog het meest denken aan die van toenmalig VU-voorzitter Fons Borginon, in een interview met De Morgen in 2001. Ook die brak bij een vraag over zijn vader - Borginon en De Wever delen een gelijksoortige familiaal-politieke geschiedenis. Maar het interview vond ook plaats op een moment dat de VU op ontploffen stond en Borginon de boel niet meer bij elkaar kon houden.

Niet dat de N-VA gaat exploderen, maar proef de gelijkenis tussen Borginon en De Wever. Ook bij die laatste schoot het gemoed vol bij een vraag over zijn overleden vader, maar wel tevens op een moment zoals hij nog niet eerder meemaakte in zijn loopbaan. Een moment waarop de druk blijkbaar zo immens is dat zelfs ijsberen ervan gaan wenen.