Direct naar artikelinhoud

Iedereen rijk in Knokke? Blijkbaar niet

Je zou het niet denken, maar Sint-Jans-Molenbeek en Knokke-Heist hebben iets gemeen: meer dan een op de tien inwoners betaalt er zijn facturen niet. In Molenbeek omdat ze het niet kunnen, in Knokke omdat ze het niet willen.

Sint-Jans-Molenbeek en Knokke: veel groter worden de uitersten niet. Knokke is de op vier na rijkste gemeente van Vlaanderen, Molenbeek de op een na armste. Wie op de eerste plek woont, verdient gemiddeld 2,5 keer meer dan wie op de tweede woont. En toch kampen beiden gemeenten dus met een gelijkaardig percentage wanbetalers: een op de tien vereffent er zijn facturen niet op tijd.

In de Brusselse gemeente ligt de verklaring nogal voor de hand. "Een combinatie van armoede en een hoge werkloosheid", zegt Guy Colpaert van het incassobureau Intrum. "Als mensen in Sint-Jans-Molenbeek hun rekeningen niet betalen, is dat heel vaak omdat ze het niet kunnen. En omdat ze elke maand opnieuw voor het dilemma staan welke facturen ze voorrang geven en welke moeten wachten."

In Knokke bestaat die groep ook, maar ze is er erg klein. En toch zijn er hier verhoudingsgewijs evenveel wanbetalers. Hoe dat kan, in een gemeente die overwegend rijke inwoners telt? Twee redenen, zegt Colpaert. Eén: laksheid. "Het is niet omdat mensen rijk zijn dat ze ook effectief betalen. Mensen, ook als ze vermogend zijn, vinden een betaling vaak pas dringend als het incassobureau in beeld komt."

De tweede reden: pose. Want de grote villa's, de Porsches en de golfkarren: heel vaak zijn ze alleen maar schijn, weet Guy Colpaert. Mensen doen alles om erbij te horen. Kreeft op de zeedijk, confituur aan de keukentafel. En als het gsm-factuurtje in de bus valt, geen cent meer overhebben. "We zien die groep in Knokke, maar bijvoorbeeld ook in Koksijde."

Het zijn volgens Colpaert mensen die er alles voor doen om te voldoen aan de perceptie dat in Knokke rijke mensen wonen. "Maar in werkelijkheid hebben ze vaak niet eens het geld om de energiefactuur of de schoolrekening te betalen. Nog liever laten ze het zover komen dat er een incassobureau moet worden ingeschakeld, dan dat ze moeten toegeven dat het water hen financieel aan de lippen staat - of dat Knokke gewoon te duur is voor hen. Een stap terugzetten of bijvoorbeeld dat tweede verblijf verkopen, vinden ze moeilijk. Ze verdoezelen hun probleem en schamen zich. Ze zullen alles doen om de schijn op te houden. Maar achter hun villagevel is het armoe troef."

Vroeger was het beter

Als het incassobureau dan eenmaal aan de deur staat, schrikken de bewoners. Soms volstaat één brief om de achterstal gestort te krijgen, maar soms zijn er ook andere maatregelen nodig en wordt er bijvoorbeeld een afbetalingsplan opgesteld. Slechts een fractie van de dossiers eindigt in een juridische procedure.

Intrum roept de overheid intussen op om ondernemers meer te sensibiliseren over hun rechten en plichten. "Zij hoeven het niet normaal te vinden dat ze op hun geld moeten wachten. Ze hebben producten of diensten geleverd en horen daar correct en op tijd voor betaald te worden. Dat is steeds minder het geval. Te laat betalen is bijna de norm geworden. Onze vorige generaties deden het veel beter."