Direct naar artikelinhoud

Regering weet niet hoeveel pensioenmaatregel kost

De federale regering voert een aanvullend pensioen in voor zelfstandigen zonder te weten wat de exacte kostprijs zal zijn. 'Een betreurenswaardige aanpak', stelt de Inspectie van Financiën.

Was het nu 4,5 miljoen of een bedrag tussen de 20 en 62 miljoen euro? De regering is er niet uit over hoeveel een nieuwe pensioenmaatregel uit het zomerakkoord zal kosten. Zelfstandigen krijgen vanaf 2018 toegang tot een aanvullend pensioen.

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) voorspelt veel hogere uitgaven dan zijn collega op Pensioenen Daniël Bacquelaine (MR), zo blijkt uit een kritisch advies van de Inspectie Financiën dat deze krant in handen kreeg. Die groep topambtenaren bekijkt of een maatregel financieel steek houdt.

"Wegens de continue discussie tussen de betrokken beleidscellen (de kabinetten van Van Overtveldt en Bacquelaine, RW)over de budgettaire impact", zo schrijft de Inspectie Financiën in haar advies, "werd beslist geen prognoses meer te maken over de budgettaire kostprijs en zal het budgettaire effect geëvalueerd worden na 12 maanden." Met andere woorden: de regering voert de maatregel in en kijkt na een jaar hoeveel die zal kosten. Daarna kan verder bijgeschaafd worden. "Vanuit administratief en begrotingsoogpunt (...) is dit een betreurenswaardige aanpak", staat in het advies. Harde woorden voor een eerbiedwaardige instelling als de Inspectie Financiën.

Onenigheid over berekening

Vanwaar die onenigheid binnen de regering over de berekening? Kort samengevat: Van Overtveldt denkt dat de tweede pijler een groter succes gaat zijn dan Bacquelaine. Volgens de pensioenminister gaan de zelfstandigen die minder verdienen dan 40.000 euro helemaal niet intekenen op de tweede pijler. Voor hen is het systeem fiscaal niet interessant tegenover andere spaarvormen. Ze vormen met ruim 350.000 op een totaal 475.000 de overgrote meerderheid van de groep. Van Overtveldt gaat er van uit dat toch een (klein) deel onder hen overtuigd geraakt.

Maar ook wie meer verdient, de eigenlijke doelgroep van de maatregel, gaat niet noodzakelijk instappen op de tweede pijler. Heel wat onder hen richten momenteel een vennootschap op, om via die weg op een fiscaal voordelige manier te sparen voor hun pensioen. Waarom zouden zij de switch maken? Opnieuw is Bacquelaine voorzichtiger dan Van Overtveldt; vandaar de 4,5 miljoen van de eerste versus de ramingen van '20 tot 62 miljoen' bij de tweede.

De topambtenaren zijn geneigd om de rekenwijze van Bacquelaine te volgen. Maar tegelijk wijzen ze erop dat de cijfers waarop hij zich baseert, afwijken van degene waarover zij beschikken. Ook al hebben ze dat gesignaleerd, nadien is er geen verder overleg geweest met de diensten die de juiste cijfers zouden kunnen afleveren. "Deze manier van werken staat haaks op de bedoeling van de administratieve en begrotingscontrole", klinkt het scherp. Het uiteindelijke resultaat is dat Inspectie Financiën weigert een echt advies uit te brengen. "De inspectie neemt slechts akte van dit voorstel", luidt het besluit.

Unizo-pensioenspecialiste Caroline Deiteren blijft achter de maatregel staan. "Het is een goede zaak dat die tweede pijler er eindelijk komt", zegt ze. "Het is ook simpelweg onmogelijk om exact in te schatten hoeveel mensen hier zullen op intekenen. De regering heeft nog wel maatregelen genomen zonder de exacte ramingen, denk aan het beslissing dat je belastingvrij tot 500 euro kan bijverdienen. Dit mag geen argument zijn om hiermee te wachten."

Financiënminister Van Overtveldt benadrukt dat de regering deze maatregel in zijn geheel heeft goedgekeurd, zowel wat betreft inhoud als kosten. "En we monitoren altijd de uitgaven", laat zijn woordvoerder Ferry Comhair weten. Bacquelaine was niet bereikbaar voor commentaar.

De regering had in het verleden al geld voorzien voor deze maatregel. Zo moest de tweede pijler in 2016 5 miljoen euro kosten; voor 2017 werd 12 miljoen uitgetrokken. Omdat de maatregel al die tijd nog niet in voege geraakte, ging het geld naar de verhoging minimumpensioenen.